Gemeente Heusden-Zolder

 

Notulen gemeenteraad

28 oktober 2021 19:05

 

AANWEZIG:

 

 

Voorzitter:

Mario Borremans

 

Schepenen:

Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Lode Schops, Funda Oru en Yasin Gül

 

Raadsleden:

Jan Jans, Tony Lespoix, Nico Geeraerts, Annette Palmers, Ann Leyssens, Kristof Was, Mohamed Ahmidouch, Arif Birinci, Britt Custers, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Swa Vanderaerden, Tonny Vanhamel, Marten Frederix, Metin Karabas, Zihni Aktepe, Eddy Pools, Herwig Hermans, Anny Jaspers en Steven Goris

 

Algemeen directeur:

Rony Herlitska

 

VERONTSCHULDIGD:

 

 

Raadsleden:

Hans Zegers en Elif Sanli

 

Janne Celis, raadslid, is terug aanwezig vanaf punt OZ.9.

 

Overzicht punten

OZ.1.

Secretariaat en juridische zaken - notulen gemeenteraad - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Artikel 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.

 

Feiten en context

De algemeen directeur legt de notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad voor ter goedkeuring.

 

Elk gemeenteraadslid heeft het recht opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vorige vergadering goed.

 

Bijlagen

Bijlage 1: notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.2.

Secretariaat en juridische zaken - mededelingen

 

De gemeenteraad neemt kennis van:

         het verslag van de centrale gemeenteraadscommissie van 4 oktober 2021

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.3.

Secretariaat en juridische zaken - wijziging beheersovereenkomst - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB), zoals gewijzigd, art. 40 en 41 en 77 en 78, 196§2

 

Feiten en context

Op 31 januari 2019 heeft de gemeenteraad de beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW goedgekeurd.

 

Op 30 oktober 2019 is het eengemaakte organigram van het lokaal bestuur goedgekeurd door de gemeenteraad.

 

Argumentatie

Het voortraject omtrent de organisatiestructuur, organogram en functiebeschrijvingen zoals bepaald in de beheersovereenkomst is gerealiseerd. De personeelsleden hebben in het voorjaar van 2020 in elke cluster de toelichting en hun functiebeschrijvingen ontvangen.

 

De verdere implementatie op de werkvloer moet nog de komende jaren gerealiseerd worden. Dit behoort eerder tot de reguliere werking van de diverse clusters, vandaar dat een aantal wijzigingen in de beheersovereenkomst zich opdringen.

 

Om gemeente en OCMW-personeelsleden nog meer geïntegreerd te laten samenwerken in de nieuwe clusters en teams is het nodig dat de beheersovereenkomst hieraan wordt aangepast.

Door het benutten van de synergiën en de opportuniteiten willen beide entiteiten komen tot meer doeltreffend, kwalitatief en efficiënt werkende organisaties.

 

BESLUIT

 

Amendement punt 8 inzake rapportering aan de raad
eenparig aangenomen.
 

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De raad heft de beheersovereenkomst, zoals goedgekeurd op 31 januari 2019, op.

 

Artikel 2.

De raad keurt beheersovereenkomst als volgt goed met ingang vanaf 1 november 2021:

“BEHEERSOVEREENKOMST tussen gemeente en OCMW van Heusden-Zolder.

 

Tussen de ondergetekenden:

 

De gemeente Heusden-Zolder, Heldenplein 1, 3550 Heusden-Zolder,

vertegenwoordigd door Mario Borremans, burgemeester, en Rony Herlitska, algemeen directeur, handelend in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 28 oktober 2021

hierna genoemd de gemeente

 

EN

 

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Heusden-Zolder, Sint Willibrordusplein 4, 3550 Heusden-Zolder,

vertegenwoordigd door Mario Borremans, voorzitter van de OCMW-raad, en Rony Herlitska, algemeen directeur, handelend in uitvoering van het OCMW-raadsbesluit van 28 oktober 2021

hierna genoemd OCMW

 

is overeengekomen wat volgt:

 

1. ONDERWERP

 

Deze overeenkomst legt de modaliteiten vast van de samenwerking van gemeente en OCMW op het ambtelijke niveau.

 

Het decreet lokaal bestuur regelt o.m. het bestuur van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s). Het betreft twee aparte rechtspersonen, die eenzelfde doel delen: “De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden.”

 

Het decreet beoogt een vergaande integratie van beide organisaties op politiek en ambtelijk vlak.

         De samenstelling, werking en bevoegdheden van de wetgevende (raden) en uitvoerende (college van burgemeester en schepenen / vast bureau) organen worden maximaal op elkaar afgestemd.

         De ambtelijke integratie krijgt gestalte in een eenduidige ambtelijke aansturing en verantwoordelijkheid, er is nl. één algemeen directeur en één financieel directeur die beide organisaties bedienen. De algemeen directeur en de financieel directeur zijn personeelslid van de gemeente.

Het decreet bepaalt verder dat de besturen vrij zijn om al dan niet met gemeenschappelijke diensten te werken, maar werkt de modaliteiten van een eventuele samenwerking niet verder uit. Gemeente en OCMW kunnen een beheersovereenkomst sluiten over het gebruik van elkaars diensten (art.196 §2 DLB).

 

Bij het uittekenen van de samenwerking dient rekening te worden gehouden met de specifieke opdracht van het OCMW, zoals vermeld in de organieke wet van 8 juli 1976: “Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.”

Om dit doel te realiseren beschikt elk OCMW “ten minste over een maatschappelijk werker” die personeelslid is van dat OCMW.

 

2. UITGANGSPUNTEN VAN DE AMBTELIJKE SAMENWERKING

 

2.1. Het juridisch werkgeverschap

 

Zowel gemeente als OCMW beschikken over eigen personeel. Hoewel het personeel binnen één organisatievorm samenwerkt en elkaars goederen gemeenschappelijk kan gebruiken, behoort het juridisch werkgeverschap toe aan de aanstellende overheid (gemeente of OCMW).

 

Elk bestuur blijft bijgevolg verantwoordelijk voor o.m. de aanstelling van het eigen personeel, de vaststelling van de bezoldiging van de werknemer en de uitbetaling ervan, de sociale bijdragen en de sociale administratie verbonden aan het juridisch werkgeverschap, de wettelijke en statutaire vergoedingen verbonden aan deze tewerkstelling (loon, eindejaarstoelage, maaltijdcheques, reiskosten, …),  enzovoort.

 

Het decreet lokaal bestuur bepaalt met ingang van 1 januari 2019 dat volgende zaken, die door de gemeenteraad zijn vastgelegd, van rechtswege ook van toepassing zijn op de personeelsleden van het OCMW:

         De rechtspositieregeling, voor zover het gaat om een betrekking die ook bestaat bij de gemeente; voor ander betrekkingen stelt de OCMW-raad een specifieke rechtspositieregeling vast (art.186 DLB)

         De tuchtstraffen (art.200 DLB)

         De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een gezamenlijke deontologische code vast voor het personeel (art.193 DLB).

 

2.2. Samenwerken aan dezelfde doelen en gezag leidinggevenden

         De clusters/teams omvatten mogelijk zowel personeelsleden van de gemeente als van het OCMW. Zij staan samen in voor een optimale dienstverlening en de realisatie van de doelstellingen van zowel gemeente als OCMW zoals bepaald in het decreet lokaal bestuur, de nieuwe gemeentewet, de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, en alle relevante wetgeving. Zij zijn bijgevolg gemachtigd om zowel ten behoeve van de gemeente als van het OCMW taken uit te voeren, ongeacht wie hun juridische werkgever is.

         Alle medewerkers van een cluster/team ressorteren onder betreffende clusterverantwoordelijke/teamverantwoordelijke, ongeacht of het gemeente- of OCMW-personeelsleden betreft. De clusterverantwoordelijken (en teamverantwoordelijken) mogen bijgevolg instructies geven aan zowel gemeente- als OCMW-personeel dat volgens de organisatiestructuur onder hen ressorteert, zowel inzake arbeids- en rusttijden als inzake de uitvoering van het werk.

         Bij de waarneming van een functie bij het ene bestuur door een personeelslid van het andere bestuur, kan een waarnemingstoelage toegekend worden voor zover de rechtspositieregeling van beide besturen erin voorziet .

         Een personeelslid van de gemeente kan geëvalueerd worden door een personeelslid van het OCMW, op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het gemeentepersoneelslid. Een personeelslid in dienst van het OCMW kan geëvalueerd worden door een personeelslid van de gemeente op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het OCMW-personeelslid. De eventuele juridische gevolgen van de evaluatie worden bekrachtigd door de juridische werkgever.
Dit  geldt niet voor de clusterverantwoordelijken. Dezen worden geëvalueerd door de algemeen directeur (art.196§2 DLB)

 

2.3. Informatieveiligheid

         Medewerkers van gemeente en OCMW komen in aanraking met privacygevoelige gegevens, mogelijk ook verbonden aan de dienstverlening van het andere bestuur. Medewerkers zijn gebonden tot geheimhouding.  Dit is reeds opgenomen in de deontologische code van het personeel van OCMW en gemeente.

         Voor het raadplegen van data die behoren tot de privacywetgeving en de controle op de toepassing van de e-policy wordt een juridisch sluitende afsprakenregeling uitgewerkt in samenspraak met de externe informatieveiligheidsconsulent.

 

2.4. Bevordering en interne/externe mobiliteit

 

Bevordering en interne/externe mobiliteit omvat beide besturen. Medewerkers van gemeente en OCMW kunnen deelnemen aan de procedures van het eigen én het andere bestuur conform de bepalingen van de rechtspositieregeling.

 

3. AMBTELIJKE AANSTURING – MANAGEMENTTEAM

 

3.1. Managementfuncties

 

         De algemeen directeur is een personeelslid van de gemeente, die ook het OCMW bedient. Hij/zij staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en het OCMW en rapporteert aan de politieke organen van gemeente en OCMW.

         De financieel directeur is een personeelslid van de gemeente, die ook het OCMW bedient. De financieel directeur staat voor bepaalde taken (o.m. beleidsrapporten, boekhouding, financiële beleidsadvisering en thesauriebeheer) onder de functionele leiding van de algemeen directeur. De financieel directeur rapporteert ook aan de algemeen directeur over deze taken. Voor andere taken (o.m. voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole en debiteurenbeheer) staat de financiële directeur in volledige onafhankelijkheid in. In deze gevallen rapporteert de financieel directeur aan de politieke organen van gemeente en OCMW. De financieel directeur geeft leiding aan de financiële dienst.

         Clusterverantwoordelijken zijn ofwel personeel van de gemeente ofwel van het OCMW.

 

3.2. Managementteam

 

Gemeente en OCMW worden aangestuurd vanuit een gezamenlijk managementteam, dat bestaat uit de algemeen directeur, de financieel directeur, de clusterverantwoordelijken, de beleidsadviseur en  de burgemeester, die als waarnemer zetelt. De algemeen directeur zit het managementteam voor.

 

4. SAMENWERKING

 

4.1. Het nieuwe organogram omvat 5 clusters en 2 stafdiensten. Iedere cluster omvat teams.

 

Waar nodig zullen werkgroepen blijven verder bestaan of opgericht worden.

 

De standplaats van de leden van elk team, cluster en van elke stafdienst blijft ongewijzigd, tenzij een personeelslid via de voorziene procedures cfr. de rechtspositieregeling van team of cluster of stafdienst wijzigt.

 

4.2. Waar diensten en teams gezamenlijke opdrachten realiseren, voeren personeelsleden deze taken gezamenlijk uit en onder aansturing zoals bepaald in punt 4.1 van deze overeenkomst.

 

4.3. Ieder personeelslid kan zowel taken voor het OCMW-bestuur als voor het gemeentebestuur uitvoeren, tenzij de wettelijk bepaalde uitzonderingen.

 

5. AMBTELIJKE DELEGATIE BESLISSINGS- EN ONDERTEKENINGSBEVOEGDHEID

 

5.1. De algemeen en financieel directeur hebben krachtens de artikelen 162§1, 175 en 587 derde

       lid DLB vanaf hun aanstelling de bevoegdheid om voor beide besturen (gemeente en OCMW,

       samen of afzonderlijk) op te treden.

 

5.2. Met deze beheersovereenkomst, genomen in toepassing van art. 196 DLB, mogen de

       algemeen en financieel directeur binnen de grenzen vastgelegd door dit decreet hun

       beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een gemeentelijke

       bevoegdheid toevertrouwen aan één of meer medewerkers van het OCMW en hun

       beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een OCMW-bevoegdheid

       toevertrouwen aan een of meerdere medewerkers van de gemeente.

  

6. FINANCIEEL KADER

 

6.1. Ieder bestuur draagt de kosten voor de realisatie van de werking in het kader van zijn opdrachten. Voor de personeelskosten wordt verwezen naar art. 2 supra.

 

6.2. De kosten die worden gemaakt in het kader van verdere integratie, worden gedeeld. Het gemeentebestuur zal deze voorschieten en vervolgens via 50/50 regel doorrekenen aan het OCMW.

 

7. INWERKINGTREDING EN DUUR

 

De beheersovereenkomst treedt in werking op 1 november 2021 voor onbepaalde duur.

 

Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot wijziging, schorsing en ontbinding wordt deze overeenkomst afgesloten voor onbepaalde duur.

 

Situaties waarmee in deze overeenkomst geen rekening werd gehouden of afwijkingen in specifieke gevallen kunnen geregeld worden in afzonderlijke overeenkomsten, die ter goedkeuring aan de gemeente- en OCMW-raad worden voorgelegd.

 

Elk van beide partijen kan een einde maken aan deze overeenkomst mits hij een opzegtermijn van 3 maanden respecteert .

 

8. EVALUATIE EN UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST

 

8.1. Evaluatie

 

Het gezamenlijk managementteam evalueert jaarlijks vóór 31 december de uitvoering van deze overeenkomst. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd aan de beide raden. Beide partijen gaan hierbij na of er aanpassingen aan de overeenkomst moeten worden aangebracht. Wanneer de in deze overeenkomst bepaalde verplichtingen niet worden nageleefd worden in onderling overleg bijsturingsmaatregelen genomen.

 

Als zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarbinnen beide besturen actief zijn, hetzij in de beleidsopties, hetzij door budgettaire noodwendigheden, dan kan de overeenkomst op vraag van de meest gerede partij opnieuw onderhandeld en aangepast worden.

 

De overeenkomst kan aangevuld, aangepast of gewijzigd worden door een schriftelijke bijlage die de in te voeren aanvullingen, aanpassingen of wijzigingen bevat en door beide partijen wordt ondertekend na goedkeuring door gemeente- en OCMW-raad en indien nodig volledig vervangen.

 

8.2. Uitvoering

 

Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau worden belast met de uitvoering van deze overeenkomst.

 

Gemeente en OCMW engageren zich om elk geschil dat zou ontstaan omtrent de uitvoering van deze beheersovereenkomst in onderling overleg op te lossen.

 

9. OPHEFFINGSBEPALING

 

De beheersovereenkomst van 31 januari 2019 wordt door huidige beheersovereenkomst opgeheven.

 

Heusden-Zolder,  29 oktober 2021

 

Voor de gemeente       Voor het OCMW

Rony Herlitska        Rony Herlitska

algemeen directeur       algemeen directeur

 

 

 

 

 

 

Mario Borremans,       Mario Borremans,

Burgemeester        voorzitter OCMW-raad”

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.4.

Secretariaat en juridische zaken - vervanging algemeen directeur - wijziging

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB), zoals gewijzigd, art. 41 en 166

         rechtspositieregeling van de gemeente, art. 5§2

 

Feiten en context

Bij besluit van de gemeenteraad van 31 oktober 2019, en eveneens bij besluit van de OCMW-raad van dezelfde datum, is volgende goedgekeurd:

         De gemeenteraad besluit tot goedkeuring van het voorgelegde sjabloon van functiebeschrijving dat als basis zal dienen voor de verdere uitwerking van de functiebeschrijvingen in het gezamenlijke  organogram.

         De gemeenteraad besluit tot goedkeuring van het voorgelegde gezamenlijke organogram.

         De gemeenteraad keurt de vertaling van het gezamenlijk organogram en de nieuwe functiebenamingen naar de rechtspositieregeling goed.

 

Bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2019 zijn principieel 12 functiefamilies en 25 functiebenamingen goedgekeurd.

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 29 januari 2020 kennis genomen van de bijkomende basisfunctie "Beleidsadviseur". Hierdoor zijn er nu 12 functiefamilies en 26 basisfunctiebenamingen en 24 generieke functiebeschrijvingen.

 

Bij besluit van de gemeenteraad van 17 december 2020 is de heer Rony Herlitska aangesteld als nieuwe algemeen directeur.

 

Bij besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2021 is een nieuwe vervangingsregeling voorzien voor de algemeen directeur door de clusterverantwoordelijken, lid van het gemeentepersoneel, zijnde respectievelijk Raf Nulens, Wendy Brems, Benjamine Bufkens en Geneviève Stratermans.

 

Bij besluit van de gemeenteraad van heden is in de beheersovereenkomst van de gemeente en OCMW een kruiselingse delegatie van beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid voorzien.

 

Argumentatie

De vervanging van de algemeen directeur is een zeer ruim omvattende opdracht.

Als lid van het managementteam hebben de clusterverantwoordelijken in de regel wekelijks organisatiebrede informatie naast de informatie die zij vanuit hun eigen clusters hebben.

Zij zijn dan ook goed geplaatst om de algemeen directeur te vervangen bij diens verhindering.

 

De functiebeschrijvingen van de clusterverantwoordelijken voorziet expliciet het volgende:

         vervanging van de algemeen directeur bij diens verhindering (conform de wetgeving)

 

Er zijn in de organisatie voldoende clusterverantwoordelijken die bijgevolg in aanmerking komen voor de toepassing van art. 166 DLB. De continuïteit van de dienstverlening in de functie van waarnemend algemeen directeur kan dus verzekerd worden.

Ingevolge de kruiselingse delegatie van beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid zoals bepaald in de beheersovereenkomst van de gemeente en OCMW, is het mogelijk om zowel OCMW-personeelsleden als gemeentepersoneelsleden de algemeen directeur te laten vervangen indien nodig.

 

Gezien mevrouw Geneviève Stratermans niet over de Belgische nationaliteit blijkt te beschikken, dient zij cfr. de rechtspositieregeling geschrapt te worden als vervanger van de algemeen directeur.

 

Bijkomend wordt dan ook voorgesteld om over voldoende continuïteit te kunnen beschikken dat volgende personen, clusterverantwoordelijken personeelslid van gemeente of OCMW, worden voorgesteld naast de reeds aangeduide clusterverantwoordelijken Raf Nulens, Wendy Brems en Benjamine Bufkens, te erkennen als eventuele plaatsvervanger van de algemeen directeur bij diens afwezigheid of verhindering en dit in volgorde van dienstanciënniteit:

- de heer Koen Clijsters, clusterverantwoordelijke Sociaal Huis

- de heer Erik De Haes, beleidsadviseur

 

De vervanging zal gebeuren door de oudste in dienstanciënniteit, en zo deze verhinderd zou zijn door de daaropvolgende of bij diens verhindering, door de daaropvolgende tot uitputting van de lijst.

 

De raad gaat over tot de geheime stemmingen welke volgende uitslag geven:

 

BESLUIT

 

aanwijzing Koen Clijsters
 

De geheime stemming geeft volgende uitslag:

  • aantal deelnemers aan de stemming: 28
  • aantal blanco stemmen: 0
  • aantal onthoudingen: 0
  • aantal ongeldige stemmen: 0
  • aantal geldige stemmen: 28

 

Besluit met 28 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen

 

aanwijzing Erik De Haes
 

De geheime stemming geeft volgende uitslag:

  • aantal deelnemers aan de stemming: 28
  • aantal blanco stemmen: 0
  • aantal onthoudingen: 0
  • aantal ongeldige stemmen: 0
  • aantal geldige stemmen: 28

 

Besluit met 28 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen

 

Artikel 1:

De gemeenteraad heft het besluit van 28 januari 2021 op houdende de vervanging van de algemeen directeur door mevrouw Geneviève Stratermans, clusterverantwoordelijke Interne Dienstverlening met ingang vanaf heden.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad vult het besluit van 28 januari 2021 aan en erkent met ingang vanaf 1 november 2021 telkens als de algemeen directeur - titularis, verhinderd of afwezig is, volgende personeelsleden bij het gemeentebestuur als waarnemend algemeen directeur aan te stellen in volgorde van dienstanciënniteit, en, zo deze verhinderd zou zijn, door de daaropvolgende of bij diens verhindering, door de daaropvolgende tot uitputting van de lijst:

- de heer Raf (Rafaël) Nulens, clusterverantwoordelijke Samenleving

- mevrouw Wendy (Gwendoline) Brems, clusterverantwoordelijke Burger & Klant

- de heer Koen Clijsters, clusterverantwoordelijke Sociaal Huis

- de heer Erik De Haes, beleidsadviseur.

- mevrouw Benjamine Bufkens, clusterverantwoordelijke Ruimte

 

Artikel 3:

De concrete aanstelling van de waarnemend algemeen directeur wordt toevertrouwd aan de functiehouder van het ambt of bij diens verhindering aan het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.5.

Secretariaat en juridische zaken - vervanging financieel directeur - wijziging

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB), zoals gewijzigd, art. 41 en 166

         Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus van 7 december 1998, art. 30

         rechtspositieregeling van de gemeente, art. 5§2

 

Feiten en context

Bij besluit van de gemeenteraad van 31 oktober 2019, en eveneens bij besluit van de OCMW-raad van dezelfde datum, is volgende goedgekeurd:

         De gemeenteraad besluit tot goedkeuring van het voorgelegde sjabloon van functiebeschrijving dat als basis zal dienen voor de verdere uitwerking van de functiebeschrijvingen in het gezamenlijke organogram.

         De gemeenteraad besluit tot goedkeuring van het voorgelegde gezamenlijke organogram.

         De gemeenteraad keurt de vertaling van het gezamenlijk organogram en de nieuwe functiebenamingen naar de rechtspositieregeling goed.

 

Bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2019 zijn principieel 12 functiefamilies en 25 functiebenamingen goedgekeurd.

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 29 januari 2020 kennis genomen van de bijkomende basisfunctie "Beleidsadviseur". Hierdoor zijn er nu 12 functiefamilies en 26 basisfunctiebenamingen en 24 generieke functiebeschrijvingen.

 

Op 29 maart 2018 heeft de gemeenteraad kennis genomen van de aanstelling van rechtswege van de heer Gert Vanderbiesen als financieel directeur in toepassing van art. 581 DLB.

 

Bij besluit van de gemeenteraad van 29 november 2018 is in een vervangingsregeling voorzien voor de financieel directeur door de heer Dirk Reynders, adviseur (toenmalige functiebenaming “adjunct-diensthoofd financiën”).

Ingevolge de verhindering van de titularis is sedert 5 mei 2020 de heer Dirk Reynders waarnemend financieel directeur ingevolge besluit van de titularis van die datum.

 

Om de continuïteit van de dienstverlening te voorzien op het financieel vlak wordt voorgesteld dat bijkomende vervangers voor de titularis zouden aangewezen worden door de raad.

 

Bij besluit van de gemeenteraad van heden is in de beheersovereenkomst van de gemeente en OCMW een kruiselingse delegatie van beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid voorzien.

 

Argumentatie

De vervanging van de financieel directeur is een zeer ruim omvattende opdracht.

Als lid van de cluster financiën hebben de heer Chris Schepers, deskundige financiën, en mevrouw Melina Melders, deskundige financiën, het vereiste niveau B en voldoende ervaring.

Zij zijn dan ook goed geplaatst om de financieel directeur te vervangen bij diens verhindering, naast de reeds aangeduide persoon Dirk Reynders.

 

Er zijn in de organisatie voldoende personeelsleden die bijgevolg in aanmerking komen voor de toepassing van art. 166 DLB. De continuïteit van de dienstverlening in de functie van waarnemend financieel directeur kan dus verzekerd worden.

 

Ingevolge de kruiselingse delegatie van beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid zoals bepaald in de beheersovereenkomst van de gemeente en OCMW, is het mogelijk om zowel OCMW-personeelsleden als gemeentepersoneelsleden de algemeen directeur te laten vervangen indien nodig.

 

De vervanging van de titularis zal gebeuren door de heer Dirk Reynders, adviseur, en zo deze verhinderd zou zijn door de heer Chris Schepers, deskundige, of bij diens verhindering, door mevrouw Melina Melders, deskundige.

 

De raad gaat over tot de geheime stemmingen welke volgende uitslag geven:

 

BESLUIT

 

aanwijzing Chris Schepers
 

De geheime stemming geeft volgende uitslag:

  • aantal deelnemers aan de stemming: 28
  • aantal blanco stemmen: 0
  • aantal onthoudingen: 0
  • aantal ongeldige stemmen: 0
  • aantal geldige stemmen: 28

 

Besluit met 28 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen

 

aanwijzing Melina Melders
 

De geheime stemming geeft volgende uitslag:

  • aantal deelnemers aan de stemming: 28
  • aantal blanco stemmen: 0
  • aantal onthoudingen: 0
  • aantal ongeldige stemmen: 0
  • aantal geldige stemmen: 28

 

Besluit met 28 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen

 

Artikel 1:

De gemeenteraad vult het besluit van 29 november 2018 aan en erkent met ingang vanaf 1 november 2021 telkens als de financieel directeur - titularis, verhinderd of afwezig is, volgende personeelsleden van cluster financiën als waarnemend financieel directeur aan te stellen in volgorde zoals hieronder bepaald:

- de heer Dirk Reynders, adviseur;

- de heer Chris Schepers, deskundige;

- mevrouw Melina Melders, deskundige.

 

Artikel 2:

De vervanging zoals bepaald in artikel 1 geldt zowel voor de bevoegdheden en taken als financieel directeur voor gemeente en OCMW van Heusden-Zolder als voor de bevoegdheden en taken als bijzonder rekenplichtige van de lokale politiezone Heusden-Zolder.

 

Artikel 3:

De concrete aanstelling van de waarnemend financieel directeur wordt toevertrouwd aan de functiehouder van het ambt of bij diens verhindering aan het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Vooraleer wordt overgegaan tot behandeling van navolgende agendapunten worden de heren Raf Nulens en Koen Clijsters, clusterverantwoordelijken, de heer Erik De Haes, beleidsadviseur, door de voorzitter uitgenodigd om, in uitvoering van artikel 166 van het decreet over het lokaal bestuur de eed af te leggen. Dit voor hun hoedanigheid van waarnemend algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering van de titularis.

De heer Chris Schepers en mevrouw Melina Melders, deskundigen financiën, worden door de voorzitter uitgenodigd om, in uitvoering van artikel 166 van het decreet over het lokaal bestuur de eed af te leggen. Dit voor hun hoedanigheid van waarnemend financiën directeur bij afwezigheid of verhindering van de titularis. De heer Dirk Reynders heeft deze eed reeds afgelegd.

 

De heren Raf Nulens, Koen Clijsters, Erik De Haes, Chris Schepers en mevrouw Melina Melders leggen vervolgens de eed “Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen” af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Nadat de heren Raf Nulens, Koen Clijsters, Erik De Haes, Chris Schepers en mevrouw Melina Melders de vergadering verlaten hebben, wordt overgegaan tot behandeling van de volgende agendapunten.

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.6.

Politie - vraag tot mandaatstelling aan PROCLIM - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         gemeentedecreet van 15 juli 2005, art. 42 en 43;

         wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

         decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

         wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

         wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;

         koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 124;

         koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3.

 

Feiten en context

De politiezone Heusden-Zolder wordt het laatste jaar geconfronteerd met overlast door lachgas door automobilisten. De cilinders met lachgas worden door de politie in beslag genomen en gestockeerd in de garage van het commissariaat. Dit stockeren kan slechts op korte termijn. Op lange termijn diende nog een oplossing te worden gevonden inzake stockeren en verwerken. Aangezien meerdere Limburgse politiezones aangaven dat het stockeren in de zone niet permanent kan zijn, wordt een oplossing gezocht.
 

Argumentatie

Aangezien de overlast met lachgas een recent fenomeen is, is er nog geen standaard procedure voor het opslaan en verwerken van deze lachgascilinders. PROCLIM is door het Arrondissementeel lnformatie- en Expertise Centrum gecontacteerd met de vraag hen bij te staan in de opmaak van een raamovereenkomst betreffende het ophalen en (milieuvriendelijk) laten verwerken van lachgas, in beslag genomen door de politiediensten.
 

De politiezone Heusden-Zolder wordt de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan deze raamovereenkomst betreffende het ophalen en (milieuvriendelijk) verwerken van in beslag genomen lachgas.

De opdracht zal worden gesloten voor een periode van 4 jaar. De opdracht zal geplaatst worden middels een openbare procedure met Europese bekendmaking en zal onderverdeeld zijn in 2 percelen:

- Perceel 1 : ophaling en verwerking door inzamelaars die beschikken over een EURAL-code 16 05

04 (controlled release methode);

- Perceel 2: ophaling en verwerking door inzamelaars die overgaan tot een thermische vernietiging

hetgeen een milieuvriendelijkere verwerking is, doch de kostprijs hiervan zal hoger zijn.

 

lnstappen kan volledig kosteloos na een mandaatstelling en een vooraf ingevulde meetstaat met de vermoedelijke hoeveelheden die zullen moeten worden opgehaald per locatie.

De deadline om in te stappen in deze raamovereenkomst is 3 december 2021.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord met de instap van de politiezone Heusden-Zolder in de raamovereenkomst betreffende het ophalen en milieuvriendelijk verwerken van in beslag genomen lachgas.

 

Artikel 2:

Proclim wordt gemandateerd om de procedure te voeren in naam van de politiezone Heusden-Zolder.

 

Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Proclim.
 

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.7.

Ruimtelijk beheer en woonbeleid - vorming woonmaatschappijen

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Het Decreet Lokaal Bestuur, art. 40 e.v. betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

         Het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen van 9 juli 2021, waarbij een regelgevend kader voor de woonmaatschappijen wordt gecreëerd in de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Feiten en context

Het Vlaams Regeerakkoord bepaalt dat tegen 1 januari 2023 sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren samengevoegd worden tot één woonactor met maar één speler per gemeente. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. De eerste stap richting een woonmaatschappij is de vorming van werkingsgebieden. De lokale besturen krijgen daarbij een trekkersrol toegewezen.

De Vlaamse Minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed nodigde de burgemeester uit via een brief van 23 oktober 2020 en een aanvullende brief van 18 maart 2021 om een voorstel van werkingsgebied in te dienen.

Om bij de afbakening van een werkingsgebied tot een gedragen advies te komen moeten de betrokken gemeenten als groep van gemeenten tot een gezamenlijk advies komen. Dit advies moet ten laatste op 31 oktober 2021 beslist zijn door de gemeenteraden van elk deelnemend bestuur. Het voorstel van werkingsgebied moet besproken worden op het lokaal woonoverleg.

Er werd door de grote partijen in Limburg een persmededeling verstuurd op 6 september 2021, waarin de optie voorgesteld werd om naar één woonactor te gaan in Limburg: “Sociaal wonen: Limburg kiest voor 1 woonactor met een sterke centrale organisatie en een decentrale en toegankelijke dienstverlening”.

Dit voorstel werd besproken op het lokaal woonoverleg op 15 september 2021.

Er werd een positief advies geformuleerd over dit voorstel door de Raad van Bestuur van de Kantonnale Bouwmaatschappij van Beringen op 22 september 2021, door de Raad van Bestuur van cvba Vooruitzien op 8 september 2021 en door de Raad van Bestuur van SVK Sociaal Verhuurkantorenplatform Limburg (SVK SVPWL) op 27 september 2021.

Het is aan de gemeenteraad om een voorstel van werkingsgebied voor de woonmaatschappij te formuleren en te bezorgen aan VMSW.  De gemeenteraad kan daarnaast ook een voorstel doen voor de onderlinge verdeling van de stemrechten binnen het besturingsorgaan van de woonmaatschappij.

 

Argumentatie

Het werkingsgebied dat voorgesteld wordt door de grote partijen in Limburg bestaat uit alle 42 Limburgse gemeenten. Dit werkingsgebied voldoet aan de voorwaarden zoals vooropgesteld: het betreft

         geografisch aaneensluitende gemeenten,

         gemeenten die behoren tot dezelfde referentieregio, voor zover op dit moment gekend,

         een werkingsgebied dat op 31 december 2020 21.164 sociale huurwoningen telt, waarbij               de op de private markt ingehuurde woningen (de huidige SVK-woningen) niet worden                             meegeteld,

         een werkingsgebied dat op 31 december 2020 2.028 ingehuurde woningen op de private               markt (de huidige SVK-woningen) telt.

 

Het voorstel van werkingsgebied werd besproken door de lokale woonactoren werkzaam in de gemeente tijdens het lokaal woonoverleg op 15 september 2021. Volgende bezorgdheden en aandachtspunten werden geuit:

         De decentrale aansturing in deze grote woonactor: “De gemeente had in het verleden                             steeds een constructieve samenwerking met alle huisvestingsmaatschappijen in de                             gemeente, met wederzijdse afstemming over locatie en de vorm van toekomstige                             projecten. Deze afstemming gebeurde vaak vóór een project effectief opgestart werd.” Dit               wensen de gemeente en de huidige huisvestingsmaatschappijen zeker te behouden. Het               decentraal werken in één maatschappij wordt mogelijk complexer, maar kan ook kansen               bieden: een efficiënte back-office en voldoende expertise voor toekomstige uitdagingen               zoals de klimaatnormen. Wel moeten de negatieve gevolgen voor het personeel beperkt               blijven.

         Inspelen op de lokale situatie moet mogelijk blijven: “Er werd al eerder voor gekozen om               zeer kwetsbare wijken in de gemeente niet verder te belasten door hier bijkomende sociale huurwoningen te voorzien. Ook de bereikbaarheid van diensten en voorzieningen is                             belangrijk voor een goede locatiekeuze. Het is in elk geval niet wenselijk om zoals in het               verleden grote sociale huurwijken te realiseren, omdat dit samenlevingsproblemen met               zich kan meebrengen. Gemengde projecten, met zowel koop en huur, hebben daarbij de               voorkeur. De dienst pleit daarom ook om de goede afstemming tussen gemeente en                             woonmaatschappij te behouden, wat betreft de keuze voor nieuwe projecten, zowel vorm,               locatie als aantallen.”

- De betrokkenheid van en het contact met bewoners: “De cluster Samenleving pleit ook                             voor het betrekken van bewoners bij het realiseren van nieuwe projecten, en bij het                                           renoveren of aanpassen van bestaande projecten. Laagdrempelige aanwezigheid van de                             woonmaatschappij in de wijk, en communicatie op niveau van de bewoners zijn zeer                                           belangrijk.”

         Het nieuwe toewijzingsmodel: “De tweede pijler in dit model richt zich op het SVK-publiek.               20% van alle toewijzingen  van de toewijzingsraad kunnen naar deze meest kwetsbare               kandidaten gaan. Maar het SVK SVPWL becijferde dat de laatste jaren 28% van alle                             toewijzingen in het werkingsgebied naar deze kwetsbare kandidaten gegaan is. Indien dit               beperkt wordt tot 20 %, zal een belangrijk deel van dit publiek niet meer geholpen kunnen worden. Dit zal gevolgen hebben voor het OCMW in de gemeente. … Het OCMW vreest dat               het voor de meest kwetsbare kandidaat-huurder moeilijker wordt om een betaalbare                             woning te vinden.”

         De aanpassing van de lokale binding bij toewijzingen: “Kandidaat-huurders moeten een               langere tijd ononderbroken gewoond hebben in de gemeente om voorrang te krijgen op               andere kandidaat-huurders. Dit zal een groter nadeel zijn voor de meest kwetsbare                             kandidaten: zij blijken om diverse redenen vaker te verhuizen over de gemeentegrenzen               heen.”

         De verdeling in subregio’s en toewijzingsraden: “Worden gemeentebesturen nog betrokken bij de ontwikkeling van een werkbaar model van subregio’s en toewijzingsraden? De                             Kantonnale Bouwmaatschappij geeft aan dat het de bedoeling is dat er een expertenteam               wordt aangesteld, om de verschillende thema’s vorm te geven: juridische vorm, financiële               gevolgen, personeelsbeleid… . De rol van de gemeenten is hierin nog onduidelijk.

 

Het lokaal woonoverleg geeft aan dat er bij de verdere uitwerking van deze woonmaatschappij rekening moet gehouden worden met bovenstaande bezorgdheden, en dat een invulling op maat van de deelregio’s én de individuele gemeenten mogelijk moet blijven. 

 

De gemeente kan zich ook uitspreken over de verdeling van stemrechten in het bestuursorgaan van de woonmaatschappij. Tijdens het lokaal woonoverleg werden volgende aandachtspunten geformuleerd:

“Verschillende criteria voor deze verdeling kunnen gehanteerd worden, zoals het aantal/aandeel sociale huurwoningen in de gemeente. Er wordt opgemerkt dat ook het aantal kandidaat-huurders van belang is om beslissingen te kunnen nemen over de werking van de woonmaatschappij. Er zijn nog geen voorstellen hierin gedaan. Belangrijk is dat de lokale aandachtspunten naar voor komen, én dat de werking van de woonmaatschappij overeenstemt met het gevoerde lokale woonbeleid. “

 

De vier grote Limburgse partijen geven intussen ook een voorstel voor de criteria die gehanteerd kunnen worden voor de verdeling van de stemrechten:

“Op basis van 3 objectieve criteria met wegingscoëfficiënten: Grondreserves (10%) - Huishoudens (30%) - Sociale huurwoningen  SHM+ SVK (60%)”

 

Medewerkers van de Cluster Samenleven en de Cluster Ruimte hadden een bijkomend overleg op 22 september 2021. Volgende aandachtspunten werden bijkomend geformuleerd:

         Er moet de nodige begeleiding voorzien worden voor huurders die hulp nodig hebben bij               het stellen van het juiste woongedrag (onderhoud woning, sociale contacten, deel                             uitmaken van de buurt, …). Zeker als er in de toekomst een “zwarte lijst” opgemaakt wordt van niet-gewenste huurders, is preventie en begeleiding belangrijk.

         De studie van de regionale woningmarkten, in opmaak door de provincie Limburg, kan in               de nabije toekomst leiden tot taakstellingen die de bevolkingsgroei van een kern eerder               beperken dan wel toelaten. Dit kan mogelijk de gewenste lokale spreiding van sociaal                             woonaanbod bemoeilijken. Afstemming tussen (verplicht) woonbeleid en ruimtelijk beleid is nodig.

         Het OCMW verhuurt op dit ogenblik 26 sociale woningen aan De Rijzillen. Voor deze                             woningen is een toewijzingsreglement geldig nl. deze woningen worden verhuurd aan 65               plussers.  Indien deze woningen zouden toegevoegd worden aan het patrimonium van de               woonmaatschappij is het noodzakelijk dat het toewijzingsreglement blijvend kan toegepast worden voor deze woningen omwille van de leefbaarheid van de site.

 

De Raden van Bestuur van de huisvestingsmaatschappijen Kantonnale Bouwmaatschappij, Vooruitzien en SVK SVPWL spraken een positief advies uit voor het ontwerp werkingsgebied ‘Limburg’. De Kantonnale Bouwmaatschappij verwijst ook naar het document “Basisprincipes bij de uitwerking van de organisatie van woonmaatschappijen en sociaal wonen in Limburg”, geformuleerd door Woonplatform Limburg op 9 oktober 2020.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1. Advies Werkingsgebied

De gemeenteraad adviseert om de gemeente Heusden-Zolder tot het werkingsgebied ‘Limburg’ te laten behoren, samen met de 41 andere Limburgse gemeenten.

 

Artikel 2. Voorstel onderlinge verdeling stemrechten

De gemeente doet volgend voorstel voor de te hanteren criteria voor de verdeling van de stemrechten binnen de woonmaatschappij:

op basis van 3 objectieve criteria met wegingscoëfficiënten: Grondreserves (10%) - Huishoudens (30%) - Sociale huurwoningen  SHM+ SVK (60%)

 

Artikel 3. Kennisgeving

Deze beslissing wordt bezorgd aan VMSW uiterlijk 31 oktober 2021.

Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.

 

Bijlagen

WPL aanvraagformulier_voorstel_werkingsgebied_HZ

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.8.

Leefomgeving - verkoop wegoverschot Kanaalweg

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Het Burgerlijk Wetboek, art. 1582 tot 1701.

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40, 41 en 293.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten, van mevrouw Liesbeth Homans, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding.

 

Feiten en context

De heer en mevrouw Wim Schaeken-Morabito zijn eigenaar van de woning met grond Kanaalweg 126, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 2de afdeling, sectie C, nr. 284M2.

Tussen hun eigendom en de zate van de weg bevindt zich een perceel wegoverschot, groot 00a 59ca, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 2de afdeling, sectie C, nr. 284/2C P0000/deel, met voorbehouden perceelnummer 284/2E P0000.

Door het studiebureau Geowijzer uit Herk-de-Stad werd de verkoopwaarde geraamd op €6.000,00.

 

Adviezen

Gunstig financieel advies

 

Argumentatie

Door de verkoop van dit perceel wegoverschot aan de heer en mevrouw Wim Schaeken-Morabito wordt de aansluiting met de Kanaalweg gerealiseerd.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De verkoop van een perceel wegoverschot in de Kanaalweg, groot 00a 59ca, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 2de afdeling, sectie C, nr. 284/2C P0000/deel, met voorbehouden perceelnummer 284/2E P0000, aan de heer en mevrouw Wim Schaeken-Morabito, Kanaalweg 128 in 3550 Heusden-Zolder, wordt definitief goedgekeurd, mits de prijs van € 6.000,00.

 

Artikel 2:

Alle kosten, rechten en erelonen, die voortvloeien uit deze verkoop, met inbegrip van de leveringskosten, vallen ten laste van de koper.

 

Artikel 3:

De financieel directeur wordt gemachtigd om bij de verkoop van gronden, toebehorend

aan de gemeente Heusden-Zolder, de A.A.P.D. ervan te ontslaan ambtshalve inschrijving te

nemen.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.9.

Financiën - kerkfabrieken - coördinatie indienen documenten

 

 

De gemeenteraad neemt kennis van de coördinatie van de meerjarenplanwijzigingen,

budgetwijzigingen 2021, budgetten 2022 van de 8 kerkfabrieken in Heusden-Zolder door het

Centraal Kerkbestuur Heusden-Zolder op 16 september 2021.

De meerjarenplanwijzigingen 2020-2025 worden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

De budgetwijzigingen 2021 en budgetten 2022 worden ter akteneming aan de gemeenteraad

voorgelegd.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.10.

Financiën - KF Heusden - meerjarenplanwijziging 2020-2025 - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

Het meerjarenplan van de Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 oktober 2019.

 

De Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden wenst het meerjarenplan te wijzigen voor de haalbaarheidsstudie, terugname belegging en nutsvoorzieningen.

De meerjarenplanwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

Het meerjarenplanwijziging 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 23 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 van Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden goed.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.11.

Financiën - KF Viversel - meerjarenplanwijziging 2020-2025 - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

Het meerjarenplan van de Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 oktober 2019.

 

De Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel wenst het meerjarenplan te wijzigen voor stichtingen, opmaak van de inventaris van de roerende goederen en restauratie sacramentskapel

De meerjarenplanwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

Het meerjarenplanwijziging 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel werd opgemaakt in

de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 7 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 van Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel goed.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 van kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.12.

Financiën - KF Zolder - meerjarenplanwijziging 2020-2025 - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

Het meerjarenplan van de Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 oktober 2019.

 

De Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder wenst het meerjarenplan te wijzigen voor de opmaak van de inventaris van de roerende goederen, onverwachte uitgaven voor de brandveiligheid, uitgaven betreffende nieuwe huurovereenkomst.

De meerjarenplanwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

Het meerjarenplanwijziging 2020-2025 van Sint-Vincentius kerkfabriek Zolder werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 1 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 van Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder goed.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021 kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.13.

Financiën - Kerkfabriek Heusden - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden wenst het budget 2021 te wijzigen voor de haalbaarheidsstudie, vervallen kasbon, ereloon.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 23 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies met opmerkingen.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.14.

Financiën - Kerkfabriek Viversel - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel wenst het budget 2021 te wijzigen voor de sacramentskapel, opmaak van de inventaris van de roerende goederen.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 16 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar2021 van kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 7 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.15.

Financiën - Kerkfabriek Zolder - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder wenst het budget 2021 te wijzigen voor de kosten van de opmaak van de inventarisatie van de roerende goederen, beveiliging, lift, uitzonderlijke kosten ivm verhuring appartement, Spectrum.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 1 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.16.

Financiën - Kerkfabriek Bolderberg - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Job Bolderberg wenst het budget 2021 te wijzigen voor de opmaak van de inventarisatie van de roerende goederen en correctie saldo jaarrekening 2020.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 kerkfabriek Sint-Job Bolderberg werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 1 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies met opmerkingen.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Job Bolderberg in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Job Bolderberg

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.17.

Financiën - Kerkfabriek Eversel - Budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel wenst het budget 2021 te wijzigen voor de kerkstoelen, haalbaarheidsstudie, verkoop gronden, kosten Fluvius, ereloon landmeter.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 24 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.18.

Financiën - Kerkfabriek Boekt - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Heilig Hart Boekt wenst het budget 2021 te wijzigen voor de opmaak van de inventaristie van de roerende goederen.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Heilig Hart Boekt werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 10 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Heilig Hart Boekt in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Heilig Hart Boekt

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.19.

Financiën - Kerkfabriek Lindeman - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman wenst het budget 2021 te wijzigen voor verlichting, verwarming kerk en opmaak van de inventaris van de roerende goederen.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.20.

Financiën - Kerkfabriek Berkenbos - budgetwijziging 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De gemeenteraad van 29 oktober 2020 nam akte van het budget 2021.

 

De Kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos wenst het budget 2021 te wijzigen voor onderhoudskosten pastorij.

De budgetwijzigingen van de plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

 

De budgetwijziging voor het boekjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 15 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budgetwijziging 2021 van Kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budgetwijziging van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budgetwijziging 2021 kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.21.

Financiën - Kerkfabriek Heusden - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden werd opgemaakt in

de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 23 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af met opmerkingen.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Willibrordus Heusden in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.22.

Financiën - Kerkfabriek Viversel - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel werd opgemaakt in

de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 7 september 2021 met volgende cijfers:

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Quirinus Viversel in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.23.

Financiën - Kerkfabriek Zolder - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 1 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Vincentius Zolder in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.24.

Financiën - Kerkfabriek Bolderberg - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021 .

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Job Bolderberg werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 1 september 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Job Bolderberg in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.25.

Financiën - Kerkfabriek Eversel - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 24 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Jacobus Eversel in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.26.

Financiën - Kerkfabriek Boekt - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Heilig Hart Boekt werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 10 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Heilig Hart Boekt in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.27.

Financiën - Kerkfabriek Lindeman - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman werd opgemaakt in de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 26 augustus 2021 met volgende cijfers:

 

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Lindeman in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.28.

Financiën - Kerkfabriek Berkenbos - budget 2022

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

         besluit Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de

boekhouding van de besturen van de erkende erediensten

         ministerieel besluit van 27 november 2006 met vaststelling van de modellen van de

boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Feiten en context

De budgetten van de 8 plaatselijke kerkfabrieken werden, zoals bepaald in de globale

afsprakennota 2020-2025 tussen het Centraal Kerkbestuur en de gemeente Heusden-Zolder van

24 april 2019, gecoördineerd ingediend op 15 september 2021.

Het budget voor het boekjaar 2022 van kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos werd opgemaakt in

de voorgeschreven vorm en vastgesteld door de kerkraad op 27 juni 2021 met volgende cijfers:

 

De nodige kredieten voor de exploitatie- en investeringstoelagen van alle plaatselijke kerkfabrieken werden voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025 van het lokaal bestuur Heusden-Zolder.

 

Adviezen

Het bisdom Hasselt leverde op 16 september 2021 een gunstig advies af.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het budget 2022 van Kerkfabriek Sint-Valentinus Berkenbos in overeenstemming met de meerjarenplanwijziging 2020-2025 opgemaakt in 2021.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt gehecht aan het budget van de kerkfabriek.

 

Artikel 3:

Dit afschrift van dit besluit wordt in Religio ter beschikking gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1 budget 2022

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.29.

Financiën - Kerkfabriek Eversel - stapelbare kerkstoelen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56

         Keizerlijk decreet van 30 december 1809 op kerkfabrieken

         decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende

erediensten

         besluit college van 24 april 2019 - goedkeuring afsprakennota meerjarenplan 2020-2025

tussen gemeentebestuur en het centraal kerkbestuur

 

Feiten en context

Kerkfabriek Sint-Jacobuskerk Eversel vraagt een investeringstoelage voor de aankoop en plaatsing van nieuwe kerkstoelen voor een totaalbedrag van € 14.938,35.

 

Argumentatie

Conform de afsprakennota en de bijgebrachte betalingsbewijzen van de kerkfabriek Sint-Jacobuskerk komt de aankoop en plaatsing van nieuwe kerkstoelen in aanmerking voor de gevraagde investeringstoelage.

 

Financiële gevolgen

Uitgaven:

Registratiesleutel: 2021/GBB/0790-00/66402000/GEMEENTE/CBS/R14001

Budgettair krediet: € 328.795,92

Beschikbaar: € 248.214,08

Geraamde uitgave: € 14.938.35

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad kent aan de kerkfabriek Sint Jacobuskerk Eversel een investeringstoelage toe van €14.938,35 voor de aankoop en plaatsing van nieuwe kerkstoelen voor de Sint Jacobuskerk Eversel.

 

Artikel 2:

Deze investeringstoelage wordt uitbetaald op basis van bewijsstukken.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.30.

Financiën - retributiereglement inbeslagname voertuigen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         artikelen 40 en 41, decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         wet op het politieambt van 5 augustus 1992

         wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek

         besluit van de gemeenteraad van 27 mei 2021 " retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2020 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 juni 2021 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Het voorstel is om het vorig retributiereglement op te heffen en een nieuw retributiereglement vast te stellen, beide vanaf 1 november 2021.

Omwille van de uitdrukkelijke verwijzing naar een artikel van het oude Burgerlijk Wetboek dringt een wijziging van het retributiereglement zich op.

Dit retributiereglement past in het project rond verkeershandhaving en bestuurlijke aanpak van criminaliteit. In het verkeer worden regelmatig onveilige verkeerssituaties vastgesteld waarbij bestuurders al dan niet voor het plezier de openbare weg onveilig maken: veel te hard rijden, met opzet slippen en driften, enz. De omwonenden klagen over overlast en onveiligheid, andere weggebruikers worden, minstens potentieel, in gevaar gebracht. In dat kader is de burgemeester bevoegd om de nodige maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen.

In een aantal gevallen is het noodzakelijk om voertuigen van roekeloze bestuurders te immobiliseren en van de openbare weg te halen als preventieve maatregel. Het voertuig wordt dan om die reden bestuurlijk in beslag genomen. Het voertuig wordt getakeld door de erkende takeldienst CARROSSERIE EN DEPANNAGE GEERT SCHOPS BVBA en daarna gestald ter bewaring.

 

Argumentatie

Zoals voorheen dienen de kosten die een bestuurlijke inbeslagname met zich meebrengt, doorgerekend te worden aan de roekeloze bestuurder van het voertuig. Het is immers door de roekeloze houding van de bestuurder en het gevaar dat hij/zij voor de gemeenschap vormt dat deze kosten gemaakt dienen te worden. De bezitter van het voertuig of de eigenaar van het voertuig/houder van de nummerplaat is de retributie verschuldigd indien de bestuurder van het voertuig in gebreke blijft.

De tarieven die in het retributiereglement opgenomen zijn, zijn in functie van de werkelijke kosten die door het takelbedrijf aangerekend worden volgens de overeenkomst met de gemeente Heusden-Zolder van 21 april 2021. De retributie bestaat uit een bedrag voor de inbeslagname van het voertuig, een bewaarkost per kalenderdag en een administratieve kost. Aangezien het takelen en stallen van zwaardere voertuigen (boven de 3.500kg) duurder is, wordt er een differentiatie gemaakt naargelang de zwaarte van het voertuig.

Ingevolge de wijziging van het Burgerlijk Wetboek, dewelke inwerking treedt op 1 september 2021, werd het lokaal bestuur Heusden-Zolder geïnformeerd door het ARIEC (Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum Limburg).

Er werden meerdere mogelijkheden aangeboden ter oplossing van de voormelde wijziging. Het lokaal bestuur Heusden-Zolder heeft in samenspraak met het ARIEC ervoor geopteerd om over te gaan tot wijziging van het retributiereglement.

Het betreffende artikel is vervangen door een nieuwe paragraaf zodat het retributiereglement opnieuw conform het geldende Burgerlijk Wetboek is.

Ingevolge de wijziging van het Burgelijk Wetboek wordt na de bewaringstermijn van 6 maanden, het voertuig niet meer automatisch eigendom van de gemeente, zodat dit aangepast moet worden in het besluit.   

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

Het retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen, vastgesteld door de gemeenteraad van 27 mei 2021, wordt met ingang van 1 november 2021 opgeheven.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van de retributie voor de bestuurlijke

inbeslagname en de stalling van voertuigen met ingang van 1 november 2021 goed.

 

Artikel 3:

In dit reglement wordt verstaan onder:

         bestuurlijke inbeslagname: het voertuig dat een gevaar betekent voor het leven en/of de lichamelijke integriteit van personen en/of de veiligheid van goederen wordt aan het vrije beschikkingsrecht van de eigenaar, de bezitter en/of de bestuurder onttrokken, zolang zulks met het oog op de openbare veiligheid en rust vereist is;

         voertuig: alle motorvoertuigen, zonder dat deze opsomming beperkend is. Het begrip voertuig houdt eveneens alle toebehoren in, alsook de voorwerpen die er aan vastgemaakt zijn;

         retributie bestuurlijke inbeslagname voertuig: de kost voor de inbeslagname en takeling van het voertuig;

         bewaarkost: de kost voor het bewaren van het voertuig gedurende de periode van bestuurlijke inbeslagname;

         administratieve kost: de kost voor de administratie ingevolge de bestuurlijke inbeslagname van het voertuig.

 

Artikel 4:

De retributie bestaat uit drie delen waarbij er in het eerste deel een onderscheid wordt gemaakt naargelang het tijdstip van takelen en wordt als volgt vastgesteld:

         Deel 1: bestuurlijke inbeslagname voertuig

          tot 3.500 kg:

          dagtarief (8u tot 18u): € 205,70

          nachttarief (18u tot 8u): € 254,10

          weekend en feestdag (vrijdag 18u tot maandag 8u): € 254,10

          vanaf 3.500 kg:

          dagtarief (8u tot 18u): € 786,50

          nachttarief (18u tot 8u): € 907,50

          weekend en feestdag (vrijdag 18u tot maandag 8u): € 907,50

         Deel 2: bewaarkost per kalenderdag

          voor een voertuig tot 3.500 kg: € 12,10

          voor een voertuig vanaf 3.500 kg:  € 24,20

         Deel 3: administratieve kost:

          ongeacht het gewicht van het voertuig: € 265,00.

 

Artikel 5:

§ 1. De retributie is verschuldigd door de persoon die de bestuurder/gebruiker was van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig.

§ 2. De houder van de nummerplaat en/of de eigenaar, dan wel bezitter, van het voertuig is de retributie verschuldigd indien de bestuurder in gebreke blijft.

 

Artikel 6:

§ 1. De totale retributie is verschuldigd bij opheffing van de bestuurlijke inbeslagname, en dient uiterlijk op het moment van ophaling van het voertuig betaald te worden.

§ 2. De betaling van de retributie moet (elektronisch) gebeuren, bij voorkeur met debet- of creditcard. De dienst financiën van het lokaal bestuur Heusden-Zolder staat in voor de inning van de retributie.

§ 3. Op het moment van ophaling van het voertuig dient de verschuldigde retributie volledig betaald te zijn. Het voertuig wordt niet vrijgegeven zolang de betaling niet voldaan is.

§ 4. Indien de betaling van de volledige retributie niet voldaan is op de voorziene dag van ophaling en/of het voertuig niet opgehaald wordt op de voorziene dag van ophaling, wordt de stalling verlengd en de bijkomende bewaarkost eveneens aangerekend.

§ 5. Het voertuig wordt maximaal tot 6 maanden na de bestuurlijke inbeslagname bewaard. Indien de retributie na die 6 maanden niet betaald is, kan de eigenaar ervoor kiezen om vrijwillig afstand te doen van het voertuig.

 

Artikel 7:

Bij gebrek aan betaling wordt de retributie ingevorderd volgens de modaliteiten bepaald in artikel

177 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 8:

Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid

overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het

lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.31.

Financiën - Fluvius Limburg -buitengewone algemene vergadering

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald:

          artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          artikel 432, alinea 3: de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering

 

Feiten en context

De gemeente is aangesloten voor één of meerdere activiteiten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg.

De gemeente werd per aangetekend schrijven van 22 september 2021 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg die op 15 december 2021 plaats heeft in Hotel Stayen, Tiensesteenweg 168 te 3800 Sint-Truiden met als agenda:

1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.

2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.

3. (Neven)activiteiten - Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4. Statutairebenoemingen.

5. Statutaire mededelingen.

Een dossier met documentatiestukken werd ons op 22 september 2021 per brief overgemaakt.

We worden geconfronteerd met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.

Het is mogelijk dat er nog federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur kunnen komen omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius van 15 december 2021 wordt goedgekeurd als volgt:

1. Bespreking in het kader van artikel 432van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.

2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.

3. (Neven)activiteiten - Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4. Statutairebenoemingen.

5. Statutaire mededelingen

 

Artikel 2:

De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg op 15 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be .

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.32.

Financiën - Fluvius OV buitengewone algemene vergadering - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald:

          artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          artikel 432, alinea 3: de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering

 

Feiten en context

De gemeente is aangesloten bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.

De gemeente werd per aangetekend schrijven van 27 september 2021 opgeroepen om op digitale wijze deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging die op 6 december 2021 wordt gehouden met als agenda:

1)      Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van het door de raad van bestuur opgestelde budget voor 2022.

2)      Statutaire benoemingen.

3)      Statutaire mededelingen.

Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 27 september 2021 overgemaakt.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1.

Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging van 6 december 2021 met als agendapunten:

1)      Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van het door de raad van bestuur opgestelde budget 2022.

2)      Statutaire benoemingen.

3)      Statutaire mededelingen.

Artikel 2

De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de digitale buitengewone algemene vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 6 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde

beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.33.

Financiën - TMVS  buitengewone algemene vergadering

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald:

          artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          artikel 432, alinea 3: de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering

 

Feiten en context

De gemeente is aangesloten bij TMVS dv.

Volgens de statuten van TMVS dv.

De gemeente werd per aangetekend schrijven van 1 oktober 2021 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene vergadering van TMVS die op 14 december 2021 wordt gehouden met als agenda:

1. Toetreding van deelnemers

2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen

3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)

4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)

5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6. Statutaire benoemingen

7. Varia

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van 14 december 2021 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :

1. Toetreding van deelnemers

2. Actualisering van bijiagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen

3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. DLB,

artikel 432)

4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)

5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6. Statutaire benoemingen

Varia

Artikel 2:

De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 14 december 2021, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

 

Artikel 3:

Een afschrift van dit besluit zal :

•hetzij per post van. TMVS dv, per adres TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent,

•hetzij per elektronische post, 20210615AVTMVS@farys.be, gestuurd worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.34.

Welzijn - samenwerkingsovereenkomst Kind en Taal vzw - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

 

Feiten en context

In het beleidsakkoord 2019 - 2024 staat uitdrukkelijk vermeld dat het nieuwe bestuur wil inzetten op kinderarmoedebestrijding, opvoedingsondersteuning en het vergroten van de kennis van het Nederlands bij anderstaligen.

Deze samenwerkingsovereenkomst met Kind en Taal vzw heeft als doel de onderwijskansen van jonge kinderen uit lagere sociale milieus te verbeteren. Kind en Taal vzw biedt hiervoor volgende programma's aan: Instapje (via huisbezoeken en ontmoetingsmomenten gezinnen 0-3 jaar), ondersteuning van het voorschools project Hupsakee en Gezinscoaches en Taallabo's (huisbezoeken en taalstimulering voor gezinnen met kinderen 3-6 jaar). Deze zijn gericht op:

         het vergroten van de ouder- kind interactie

         het bevorderen van de taal- en denkontwikkeling

         het aanbieden van opvoedingsondersteuning en lifecoaching om gezinnen te versterken

         het bijdragen tot sociale inclusie

 

Argumentatie

Gezien de positieve samenwerking met Kind en Taal vzw sinds 2016 in het kader van kinderarmoede, opvoedingsondersteuning en taalachterstand in onze gemeente, willen wij ook voor de periode 2022-2025 beroep doen op Kind en Taal vzw voor hun expertise met en know how in het werken met kwetsbare gezinnen en kinderen in de voor- en vroegschoolse fase.

De geprotocolleerde programma’s steunen op bevindingen die wetenschappelijk werden

onderbouwd. De effecten werden intussen ook in Vlaamse context onderzocht en bevestigd.

 

Financiële gevolgen

Uitgaven:

Registratiesleutel: 0944-99/64910000

Geraamde uitgave:
2022: € 54.315,46

2023: € 55.668,17 

2024: € 57.061,47

2025: € 58.496,56

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met Kind en Taal vzw goed voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2025.

Artikel 2:

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

Bijlagen

1. samenwerkingsovereenkomst Kind en Taal vzw 2022-2025

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.35.

Secretariaat en juridische zaken - wijziging huishoudelijk reglement - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd bij decreet van 16 juli 2021, art. 38

         besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen

 

Feiten en context

Bij besluit van de gemeenteraad van 26 november 2020 is het huishoudelijk reglement aangepast aan de nieuwe mogelijkheden om digitaal te vergaderen.

Ingevolge het decreet van 16 juli 2021 en het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering moet het huishoudelijk reglement weer aangepast worden.

De wijzigingen zijn besproken in de centrale gemeenteraadscommissie van 4 oktober 2021 en worden nu voorgelegd voor goedkeuring aan de raad.

 

Argumentatie

Bij besluit van de Vlaamse Regering over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen is in artikel 1 het volgende bepaald:

" Als de gemeenteraad, de gemeenteraadscommissie, de raad voor maatschappelijk welzijn of de districtsraad op digitale wijze vergadert conform artikel 20, 74 of 126 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wordt onder openbaar als vermeld in artikel 28 van het voormelde decreet, een vergadering in een digitale omgeving verstaan die de bevolking op afstand via een audiovisuele live verbinding kan volgen. Een vergadering als vermeld in het eerste lid, kan doorgaan als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:

1° ieder lid heeft afzonderlijk digitaal toegang tot de beraadslaging en de stemming;

2° de leden zijn zichtbaar en hoorbaar herkenbaar op een wijze waardoor hun identiteit kan worden vastgesteld;

3° de voorzitter is in staat om de orde te handhaven;

4° bij een stemming over een onderwerp waarvoor geen geheime stemming is voorgeschreven, maakt ieder lid dat aan de vergadering deelneemt, zijn stem uitdrukkelijk kenbaar.

De voorzitter controleert de authenticiteit van de uitgebrachte stem en maakt de uitslag onmiddellijk bekend.

Bij een geheime stemming wordt de stemming op zodanige digitale wijze georganiseerd dat de voorzitter de authenticiteit van de uitgebrachte stem kan controleren, waarbij een geheime stem niet herleid kan worden tot het lid dat de stem heeft uitgebracht. De voorzitter maakt de uitslag onmiddellijk bekend."

 

Verder bepaalt art. 5, lid 3 van het besluit van de Vlaamse Regering dat bij de openbare vergaderingen van de gemeenteraad, de gemeenteraadscommissie, de raad voor maatschappelijk welzijn en de districtsraad, die op digitale wijze worden georganiseerd, het publiek via de webtoepassing van de gemeente de dag en het tijdstip van de vergadering en de link naar de livestream vindt.

 

Het huishoudelijk reglement voorziet al in art. 1§1, laatste lid, art.2§2, art. 5 en 6 en 27§5 in de organisatie van digitale vergaderingen.

 

In de praktijk zijn de digitale openbare gedeeltes van een gemeenteraadsvergadering audiovisueel te volgen voor de bevolking en wordt dit ook telkens via de website bekend gemaakt vooraf, maar het is aangewezen dat art. 1§1 laatste lid in die zin ook wordt aangepast.

"De gemeenteraadszittingen gaan in principe op fysieke wijze door. 

Indien het om uitvoerig gemotiveerde redenen vereist is, zoals bijvoorbeeld de onbeschikbaarheid van de raadszaal of een andere toegelaten locatie om fysiek te vergaderen, of omwille van overmacht, zoals bijvoorbeeld een pandemie of lockdown of overstroming, enz... zonder dat deze lijst beperkt is, gaat de zitting door op digitale wijze.

De gemeente zorgt ervoor dat via een audiovisuele live verbinding het openbaar gedeelte van de digitale vergadering door de bevolking gevolgd kan worden en maakt dit voorafgaand aan de zitting bekend via de gemeentelijke webtoepassing.

De beelden blijven eigendom van het lokaal bestuur. De besloten vergadering wordt niet gestreamd.

Als er zich tijdens de vergadering technische problemen voordoen, waardoor de vergadering niet meer via een livestream te volgen is, kan de raad geen rechtsgeldige besluiten meer nemen. Er dient dan te worden gewacht tot de livestream terug beschikbaar is of op een andere datum

verder te worden vergaderd."

 

 

Omdat het momenteel nog niet mogelijk is om in de raadzaal hybride te vergaderen, wordt deze toegelaten vorm nog niet voorzien in het huishoudelijk reglement.

Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft bovendien in de nota bij het besluit van de Vlaamse Regering laten weten dat de keuze “een weerslag kan hebben op de werkingsuitgaven en de investeringen voor geschikte digitale toepassingen.” Het onderzoek zal nog verder moeten uitgevoerd worden.

 

Omdat het hoger gemelde besluit van de Vlaamse regering expliciet toestaat dat de voorzitter van een vergadering die op digitale of hybride wijze wordt georganiseerd,  zich kan laten bijstaan door een personeelslid van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de algemeen directeur aanwijst, is het aangewezen om dit ook in het huishoudelijk reglement op te nemen.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad heft het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad van 26 november 2020 op.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad goed vanaf heden als volgt:

 

Bijeenroeping gemeenteraad

Artikel 1 §1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en tenminste tien maal per jaar. (art. 18 DLB)

De bijeenroeping geschiedt eveneens wanneer ze verplicht is krachtens een andere wets- of decreetsbepaling.

 

In de mate van het mogelijke worden de data van de zittingen minstens per half jaar vastgelegd door de voorzitter van de gemeenteraad en aan de raadsleden meegedeeld.

Eventuele wijzigingen worden eveneens en zo snel mogelijk meegedeeld. De raadsvoorzitter kan, voor belangrijke aangelegenheden, de zitting van de raad spreiden over opeenvolgende dagen, bijvoorbeeld voor de behandeling van het budget of de bespreking van de meerjarenplanning.

 

De gemeenteraadszittingen gaan in principe op fysieke wijze door. 

Indien het om uitvoerig gemotiveerde redenen vereist is, zoals bijvoorbeeld de onbeschikbaarheid van de raadszaal of een andere toegelaten locatie om fysiek te vergaderen, of omwille van overmacht, zoals bijvoorbeeld een pandemie of lockdown of overstroming, enz... zonder dat deze lijst beperkt is, gaat de zitting door op digitale wijze.

De gemeente zorgt ervoor dat via een audiovisuele live verbinding het openbaar gedeelte van de digitale vergadering door de bevolking gevolgd kan worden en maakt dit voorafgaand aan de zitting bekend via de gemeentelijke webtoepassing.

De beelden blijven eigendom van het lokaal bestuur. De besloten vergadering wordt niet gestreamd.

Als er zich tijdens de vergadering technische problemen voordoen, waardoor de vergadering niet meer via een livestream te volgen is, kan de raad geen rechtsgeldige besluiten meer nemen. Er dient dan te worden gewacht tot de livestream terug beschikbaar is of op een andere datum

verder te worden vergaderd.

 

§2. De voorzitter van de gemeenteraad roept de gemeenteraad bijeen en stelt daarbij de agenda van de vergadering op, die in ieder geval de punten bevat die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter van de gemeenteraad worden meegedeeld.

 

De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan.  Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op. (art. 19 en 20 DLB)

 

§3. De voorzitter moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van: 

1° een derde van de zittinghebbende leden;   

2° het college van burgemeester en schepenen;

3° de burgemeester voor zover het verzoek betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester;

4° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.

 

In hun schriftelijke aanvraag aan de voorzitter moeten aanvragers de agenda vermelden vergezeld van een verklarende nota, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. Voor elk punt op die agenda bezorgen de aanvragers hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De aanvraag moet ingediend worden ten laatste de 9de dag om 9.00 uur voor de datum van de gevraagde bijeenkomst, teneinde de voorzitter toe te laten de decretale oproepingstermijn van 8 dagen te respecteren, tenzij bij gemotiveerde hoogdringendheid. Ingeval de schriftelijke aanvraag een onderwerp betreft houdende het budget, meerjarenplanning, of wijzigingen daaraan, dient de aanvraag ten laatste de 15de dag om 9.00 uur voor de datum van de gevraagde bijeenkomst ingediend te zijn, teneinde de voorzitter toe te laten de decretale oproepingstermijn van 14 dagen te respecteren.

 

De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en uur en met de voorgestelde agenda.

 

Artikel 2 §1. De oproeping of gezamenlijke oproeping wordt ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn. (art. 19, 20 en art. 67 DLB)

 

 §2. De oproeping gebeurt per e-mail, vanuit Meeting.net,  aan het e-mailadres dat het gemeenteraadslid heeft meegedeeld aan de algemeen directeur. Gemeenteraadsleden zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van elke wijziging in hun e-mailadres aan de algemeen directeur.

De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 6, §1 van dit reglement.

In geval van technische problemen of om een andere geldige reden kan de voorzitter van de gemeenteraad de oproeping bedoeld in deze paragraaf schriftelijk bezorgen aan de raadsleden.

 

De oproeping wordt ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

§3. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip, de wijze en de agenda van de vergadering en bevat een toelichtende nota bij elk agendapunt, alsook de voorstellen van beslissing.

De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.

 

Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad. (art. 20 DLB)

 

Toevoeging van agendapunten

Artikel 3 §1. Gemeenteraadsleden kunnen punten aan de agenda toevoegen, voor zover het een onderwerp betreft dat behoort tot de bevoegdheden van de gemeenteraad zoals bepaald in artikel 40 en 41 decreet over het lokaal bestuur.

Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen noch het college als orgaan kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

 

§2. Elk verzoek, ondertekend door de indiener(s), tot het toevoegen van een punt aan de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad moet uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering bezorgd worden aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Elk verzoek tot het toevoegen van een punt aan de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad is een toegelicht voorstel van beslissing. Hierbij worden de stukken ter toelichting bijgevoegd, indien er zijn, en wanneer het raadslid foto’s, powerpointpresentaties, enz… ter zitting via de beamer wil tonen, wordt van die stukken samen met een partij-/fractieneutrale digitale versie ook een papieren afdruk gevoegd met vermelding dat het raadslid deze ter zitting via de beamer wil tonen. Digitale versies worden bezorgd op volgende adressen: secretariaat@heusden-zolder.be én yolanda.paulussen@heusden-zolder.be én rony.herlitska@heusden-zolder.be.

 

Een modelformulier is in bijlage gevoegd bij dit huishoudelijk reglement.

 

De voorzitter van de gemeenteraad is verplicht elk tijdig en regelmatig ingediend verzoek tot aanvulling van de agenda te respecteren zonder te oordelen over de opportuniteit van voorlegging aan de gemeenteraad, ook niet als er twijfels zouden rijzen over de beslissingsbevoegdheid van de raad aangezien ook de beoordeling van deze bevoegdheidsvraag aan de gemeenteraad dient overgelaten te worden.

 

§3. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen van beslissing onverwijld mee aan de gemeenteraadsleden.

 

§4. Toegevoegde punten worden bij regel behandeld als laatste punt van de openbare of geheime zitting, al naargelang het in het openbaar of met gesloten deuren dient behandeld te worden.

Wanneer een bijkomend punt echter aansluit bij een reeds op de agenda voorkomend onderwerp, zal het onmiddellijk na bedoeld agendapunt worden behandeld.

 

Informatie voor het publiek

Artikel 4 §1.  Plaats, dag, wijze en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

 

§2.  Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld op dezelfde wijze bekend gemaakt.

In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

 

§3. Elke belangstellende inwoner kan één exemplaar van de agenda van de raadsvergadering met toelichting gratis afhalen op het centraal gemeentehuis.

Geïnteresseerden kunnen, via een abonnementssysteem en tegen bepaalde vergoeding (voor de verzendingskosten) de agenda opgestuurd krijgen.

 

Artikel 5

Aan de beslissingen van de gemeenteraad zal verder de nodige bekendheid gegeven worden door de publieke overzichtslijst te publiceren op de gemeentelijke website en ter inzage te leggen in het gemeentehuis.

 

Informatie voor en inzagerecht van de raadsleden  in het kader van de vergaderingen van de gemeenteraad

Vanaf einde 2019 wordt er gebruik gemaakt van Meeting.mobile, een webapplicatie van Remmicom waarbij de agendapunten en hun bijhorende stukken, vooraf, tijdens en na een vergadering digitaal beschikbaar worden gesteld door alle deelnemers. 

Via een tablet, laptop of smartphone is er een veilige toegang tot alle nodige informatie voor de raadsleden.

De raadsleden worden via mail op de hoogte gebracht van toevoegingen en/of wijzigingen.

 

Enkel in geval van technische problemen of om een andere geldige reden kunnen agendapunten en bijhorende stukken fysiek ter beschikking gesteld worden. In dat geval worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, op het gemeentesecretariaat ter beschikking gehouden van de raadsleden.

Deze kunnen bij inzage van de dossiers op het gemeentesecretariaat vóór de vergadering kennis nemen op de werkdagen na de dag van de verzending van de oproeping tot één uur voor de vergadering op de dag van de vergadering, in het inzagelokaal en dit van maandag tot en met vrijdag van 8 uur – 21.00 uur en op zaterdag, zondag en vakantiedagen van 9.00 – 20.00 uur.

 

Artikel 6 §1. Elk agendapunt van de vergaderingen van de gemeenteraad is consulteerbaar in Meeting.mobile met opgave van een korte samenvatting, een motivering, een argumentatie en een voorstel tot besluit.  Aan de agendapunten kunnen bijlagen gekoppeld worden zoals bv. verleende adviezen, plannen, reglementen en/of andere nuttige documenten.

 

§2. Het ontwerp van meerjarenplan, meerjarenplanwijziging en de jaarrekening wordt op dezelfde wijze als bij andere agendapunten als bijlage gekoppeld aan het agendapunt in Meeting.mobile. en dit op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop ze worden besproken. Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld. Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 2 §2 van dit reglement. (art. 249 DLB)

 

§3. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers van de gemeenteraad. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure. Indien een raadslid erom verzoekt wordt een dossier elektronisch ter beschikking gesteld.

Een raadslid krijgt op zijn verzoek van stukken uit de dossiers gratis fotokopies, met dien verstande dat er enkel fotokopies van A3 of A4 formaat worden afgeleverd. Documenten in een ander formaat worden volgens het retributiereglement voor de afgifte van administratieve stukken aangerekend.

De raadsleden richten hun verzoek aan de algemeen directeur.

 

Informatie voor en inzagerecht van de raadsleden  buiten dossiers die geagendeerd zijn voor een gemeenteraadszitting

 

Artikel 7 §1. Buiten de in artikel 6 bedoelde documenten hebben de raadsleden het recht - via de algemeen directeur - alle andere documenten te raadplegen alsook een afschrift te krijgen van de akten en stukken, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente met uitzondering van de bestuursdocumenten die betrekking hebben op opdrachten van algemeen belang. Dit geldt eveneens voor de vragen van de raadsleden ter gelegenheid van de inzage van de in dit artikel §2 vermelde stukken.

 

Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan de algemeen directeur schriftelijk of per e-mail mee welke documenten zij wensen te raadplegen.

 

De raadsleden onthouden zich ervan de vragen rechtstreeks aan het gemeentepersoneel te stellen.

 

Het valt onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur om de gestelde vraag onmiddellijk door te sturen naar de betrokken gemeentelijke dienst.

Bij twijfel- of randgevallen waarbij het algemeen belang kan ingeroepen worden, legt de algemeen directeur de vraag voor op de volgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

De gevolgde werkwijze wordt zo snel mogelijk gemeld aan het betrokken raadslid met een uiterste termijn van 5 werkdagen.

 

Bij twijfel- of randgevallen wordt uiterlijk twee dagen na de volgende vergadering van het schepencollege een schrijven gericht aan het raadslid waarbij de genomen beslissing betreffende het al dan niet toepasselijk zijn van het inzagerecht meegedeeld wordt.

 

Het raadslid, dat de in deze paragraaf bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.

 

§2. Zonder voorafgaande aanvraag kunnen worden ingezien tijdens de publieke openingsuren op het gemeentehuis:

1° de begrotingen/budgetten van vorige dienstjaren van de gemeente en de gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen;

2°de rekeningen van vorige dienstjaren van de gemeente, de gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente lid is;

3° de jaarverslagen van vorige dienstjaren van de gemeente en van de intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente lid is;

4° de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen;

5° de adviezen uitgebracht door gemeentelijke adviesraden;

6° de gemeentelijke toelagereglementen, algemene politieverordeningen, belasting- en retributiereglementen;

7° het register van de inkomende en uitgaande stukken;

8° de verslagen van de raden, commissies en comités van het onderwijs ter beschikking op de afdeling interne organisatie/dienst personeel;

9° de strategische nota en financiële nota in het kader van de strategische meerjarenplanning;

10° de beleidsnota en de financiële nota in het kader van het budget.

 

§3. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt via een e-mail vanuit Meeting.mobile.

 

 §4. De gemeenteraadsleden hebben geen recht op inzage in documenten die nog in bewerking zijn (onafgewerkte of onvolledige documenten, zoals o.m. kladverslag of aantekeningen algemeen directeur voor opstellen notulen of ontwerpnota’s van de administratie die nog geen definitieve status verworven hebben) of nog ter studie of ter discussie liggen en die om deze reden nog geen definitieve status verworven hebben, d.w.z. zich nog in een louter voorbereidend stadium bevinden.  Evenmin hebben de gemeenteraadsleden inzagerecht in persoonlijke documenten (zoals o.m. persoonlijke documenten van de administratie, de persoonlijke briefwisseling van de uitvoerende mandatarissen en personeelsleden en de persoonlijke mailbox van de uitvoerende mandatarissen en personeelsleden).

 

Bovendien worden volgende stukken onttrokken aan het inzagerecht:

documenten waar het gemeentelijk belang niet bij betrokken is.

Een aantal documenten van algemeen, gemeenschaps-, gewestelijk of provinciaal belang worden geacht geen aspecten van gemeentelijke belang te vertonen. Dit zijn onder meer:

- de registers en akten van de burgerlijke stand;

- de bevolkingsregisters;

- documenten betreffende de militie;

- het strafregister;

- richtlijnen aan de burgemeester i.v.m. de openbare veiligheid;

- rijksregister;

- bestand van de identiteitskaarten;

- rijbewijzen;

- ….

 

§5. De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die  de gemeente opricht en beheert te bezoeken. Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en uur.

Tijdens het bezoek van een gemeentelijke instellingen mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

 

§6. Raadsleden onthouden zich ten allen tijde van het geven van instructies en het stellen van vragen van welke aard ook aan personeelsleden en passen voor het uitoefenen van hun recht van inzage en hun vraagrecht de hiervoor en hierna beschreven werkwijze toe.

 

§7. De raadsleden kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld indien zij het vertrouwelijk karakter van bepaalde documenten schenden en dit zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijk.

Informatie die de persoonlijke levenssfeer raakt, mag niet bekend gemaakt worden aan derden. Deze informatie is in casu enkel bedoeld ten behoeve van het raadslid en in de uitoefening van zijn mandaat als raadslid.

 

§8. De raadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn verplicht tot geheimhouding.

 

Artikel 8 De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen via brief of e-mail.  Brieven of e-mails gericht aan een personeelslid van de gemeente worden geregistreerd als gericht zijnde aan het college van burgemeester en schepenen en zullen als dusdanig behandeld worden. 

 

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

 

Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. De vraagsteller zal uiterlijk op de zitting van de gemeenteraad waarop hij zijn mondelinge vraag stelt, een schriftelijke nota ter ondersteuning van deze vraag aan de algemeen directeur overhandigen. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

 

Vragen mogen echter niet bedoeld zijn om de intenties van het college te kennen, noch mogen ze verplichten tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen van kostbare aard of van die aard dat ze de normale werking van de diensten in het gedrang brengen. Het vraagrecht mag ook niet tot voorwerp hebben het bekomen van gegevens waartoe de raadsleden op grond van hun inzagerecht geen toegang hebben.

Artikel 9 De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden. (art. 29, §1 DLB)

 

Openbare of besloten vergadering

Artikel 10 §1.  De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.

 

§2.  De vergadering is niet openbaar:

1° Als het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk

punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering.

2° Wanneer tweederde van de aanwezige leden van de gemeenteraad in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. De gemeenteraad moet deze beslissing motiveren.

 

Artikel 11 De gemeenteraad is in ieder geval openbaar op het tijdstip dat gemeenteraadsleden en schepenen de eed afleggen.

De vergaderingen over de beleidsrapporten (= het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar. (art. 249 DLB)

Ingeval de gemeenteraad bevoegd is om een tuchtstraf op te leggen, wordt de hoorzitting in het openbaar gehouden, indien de betrokkene hierom verzoekt. Een getuige kan steeds vragen om het getuigenverhoor achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.

 

Artikel 12 De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

 

Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken.

 

Als tijdens een besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad.  In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. In geval van aaneensluitende vergadering van de gemeenteraad en OCMW-raad moet slechts één maal de presentielijst getekend worden.

 

Quorum

Artikel 13 §1. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig is. Dit houdt in dat de helft plus één van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig zijn.

Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende gemeenteraadsleden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter van de gemeenteraad vast dat de vergadering niet kan doorgaan.  Van dit feit wordt door de algemeen directeur melding gemaakt in de notulen.

 

§2. De gemeenteraad kan echter als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal gemeenteraadsleden aanwezig is, na een tweede oproeping ongeacht het aantal aanwezigen, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In deze oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat.  In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 DLB overgenomen. 

 

§3. Bij het begin van de vergadering of bij aankomst tijdens de vergadering wordt de presentielijst aan de gemeenteraadsleden ter ondertekening voorgelegd. De gemeenteraadsleden tekenen de presentielijst vooraleer de vergadering te verlaten. De namen van de gemeenteraadsleden die deze lijst hebben getekend, worden in de notulen vermeld. In geval van aaneensluitende vergadering van de gemeenteraad en de OCMW-raad moet slechts één maal de presentielijst getekend worden.

 

Wijze van vergaderen

Artikel 14 De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn, rekening houdend met art. 13 hierboven, om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.

Artikel 15 §1. De voorzitter geeft kennis van alle mededelingen die de raad aanbelangen en aan de raad gerichte verzoeken.

De vergadering vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde tenzij de raad er anders over beslist.

 

§2. Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

 

Artikel 16 §1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.

 

§2. Indien de raad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.  De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

 

Artikel 17 Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking wordt geschorst :

1° om te vragen dat men niet zal behandelen;

2° om de verdaging te vragen;

3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;

4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

6° om naar het reglement te verwijzen.

 

Artikel 18 De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd.

De indiener van het amendement of de amendementen dient deze schriftelijk in voorafgaand aan de zitting van de gemeente- of OCMW-raad bij de algemeen directeur, die deze doorstuurt naar de raadsleden. Dit geldt ook voor subamendementen.

Ten uitzonderlijke titel kan nog ter zitting een amendement ingediend worden indien de debatten dit vereisen. In laatstgenoemd geval wordt het amendement of subamendement schriftelijk aan de algemeen directeur overhandigd bij fysieke vergadering of via de chatfunctie indien digitaal wordt vergaderd voor het (sub)amendement ter stemming wordt voorgelegd.

 

Artikel 19 Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

Als een lid van de raad, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

 

Artikel 20 De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

Tijdens de vergadering van de gemeenteraad mogen er geen beeld- en/of geluidsopnames worden gemaakt door eender wie, behoudens voorafgaande toelating van de voorzitter. 

Gsm’s worden afgezet of op trillen gezet.

Het gebruik van laptops, tablets en smartphones door gemeenteraadsleden in functie van de zitting, is toegestaan voor zover dit de zitting niet stoort.

Elk raadslid spant zich in om het normale verloop van de besprekingen niet in het gedrang te brengen.

 

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

 

Artikel 21 De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

(art. 25, volgens art. 74 DLB)

 

Artikel 22 Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

 

Artikel 23 §1. Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

 

§2. Op vraag van een raadslid of van een fractie of op initiatief van de voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt de voorzitter of hij de vergadering zal schorsen en indien hij tot schorsing beslist, bepaalt hij ook de duur van de schorsing.

 

Artikel 24 Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking, onverminderd de bepalingen opgenomen in de art. 19 en 22.

 

Wijze van stemmen

Artikel 25 §1. Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

 

§2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen, zonder rekening te houden met de onthoudingen. Ingeval de stemmen staken, is het voorstel verworpen, tenzij bij toepassing van art. 32 (infra). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen. (art. 33 en 34 DLB)

 

Artikel 26 §1. De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport. De OCMW-raad doet hetzelfde voor zijn eigen deel van elk beleidsrapport.

Daarna keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

Wanneer de financiële belangen van de gemeente bedreigd zijn door het door de OCMW-raad vastgestelde deel van het beleidsrapport, kan de gemeenteraad dat deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad. (art. 249, §3 DLB)

 

§2. De gemeenteraad stemt telkens het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

 

In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

 

Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering. (art. 249, §4 DLB)

 

Artikel 27 §1. De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 3.

 

§2. Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen :

1° de stemming bij handopsteking of door vaststelling dat de vergadering zich niet verzet tegen het voorstel ;

2° de mondelinge stemming;

3° de geheime stemming.

 

§3.  Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;

2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

3° individuele personeelszaken.

 

§4. Stemming bij fysieke vergadering:

1° De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking of door vaststelling dat de vergadering zich niet verzet tegen het voorstel zoals bepaald in voormelde §2,1° behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt: nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven, vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden. Elk gemeenteraadslid kan slechts éénmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.

2° De mondelinge stemming bij een fysieke vergadering geschiedt door elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat, met uitzondering van de voorzitter, volgens plaats in de vergaderzaal.

3° De geheime stemming gebeurt volgens de bepalingen van art. 29 en 30 van dit huishoudelijk reglement.

 

§5. Stemming bij digitale vergadering:

Bij digitale wijze van vergaderen gebeurt de stemming volgens het stemsysteem in het gehanteerde softwarepakket, dat de nodige beveiligingen inhoudt om ook steeds het geheim van de stemming te vrijwaren.

 

1°Indien de voorzitter tijdens de digitale vergadering meedeelt dat een punt mondeling gestemd wordt, gebeurt dit als volgt: de voorzitter vraagt dan eerst wie tegen stemt. Het raadslid dat tegen stemt, antwoordt daarop door zijn naam uit te spreken. Daarna vraagt de voorzitter wie zich onthoudt. Het raadslid dat zich onthoudt, antwoordt daarop door zijn naam uit te spreken.

De raadsleden die niet mondeling hebben geantwoord op een van deze vragen, stemmen voor. De voorzitter kan ter bevestiging vragen of de andere raadsleden dus voor stemmen.

2° De geheime stemming in digitale vergadering verloopt volgens de bepalingen van art. 31 van het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 28.

De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming en bij handopsteking.

 

De voorzitter van een vergadering die op digitale wijze wordt georganiseerd, kan zich laten bijstaan door een personeelslid van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de algemeen directeur aanwijst.

 

Artikel 29. Indien de vergadering van de gemeenteraad fysiek gehouden wordt, worden voor een geheime stemming vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.

Indien wettelijk toegelaten dat raadsleden zich kandidaat mogen stellen voor een onderwerp waarover geheim gestemd dient te worden, wordt voorgesteld dat zij minstens drie werkdagen voor de zitting van de gemeenteraad schriftelijk hun naam doorgeven aan de afdeling en/of dienst die het onderwerp op de agenda van de gemeenteraad heeft laten plaatsen en het stembriefje dient te maken. 

Wanneer raadsleden zich terugtrekken als kandidaat voor een onderwerp waarover geheim gestemd dient te worden, wordt voorgesteld dat zij  hiervan minstens één werkdag voor de zitting van de gemeenteraad kennis geven aan de afdeling en/of dienst die het onderwerp op de agenda van de gemeenteraad heeft laten plaatsen en het stembriefje dient aan te passen.

 

De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich.

 

Artikel 30 Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld.

Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, dat aan de stemming heeft deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

 

Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de twee jongste raadsleden, tenzij de gemeenteraad ter zitting instemt hiervan af te wijken.

Tevens kan de algemeen directeur bijstand verlenen.

Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

 

Artikel 31  Indien de vergadering van de gemeenteraad digitaal doorgaat, wordt een digitaal platform gebruikt en worden op het moment van de stemming digitale stembriefjes gestuurd door de algemeen directeur. De digitale stembriefjes verschijnen op het scherm van de deelnemende raadsleden.

De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door ‘onthouding’ aan te duiden. De raadsleden versturen digitaal hun ingevuld stemformulier. Het digitale stemplatform geeft aan hoeveel stemmen werden ingediend en de verdeling van de uitgebrachte stemmen over de antwoorden. De stemming wordt afgesloten door de algemeen directeur van zodra het platform aangeeft dat het aantal ingediende stemmen gelijk is aan het aantal deelnemende raadsleden. Dit betekent immers dat elk deelnemend raadslid digitaal zijn stem heeft ingediend. De stemming is dan definitief.

 

Artikel 32 Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan.

Als bij de benoeming, contractuele aanstelling, verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Hebben bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten.

De benoeming, contractuele aanstelling, verkiezing of de voordracht gebeurt bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

 

Notulen, zittingsverslagen en ondertekening

Artikel 33 §1. De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of het voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

 

§2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

Een raadslid kan vragen om in het zittingsverslag de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.(art. 278, §1 DLB)

 

§3. Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 10 en 11 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld. (art. 278, §1 DLB)

 

Artikel 34 §1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

§2. De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering via Meeting.mobile beschikbaar. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

 

§3. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.

Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.

 

§4. Zo dikwijls de raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de raadsleden en de algemeen directeur ondertekend.

 

Artikel 35 §1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

§2. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en meeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur

 

§3. De beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel directeur worden door hem ondertekend als ze specifiek betrekking hebben op de aan hem toevertrouwde taken.

De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden werden

gedelegeerd of toevertrouwd, worden door die personeelsleden ondertekend.

Het dwangbevel, uitgevaardigd voor de invordering van schuldvorderingen, wordt, met behoud van de ondertekeningbevoegdheid inzake de uitvoerbaarverklaring ervan, ondertekend door de financieel beheerder.

 

§4. De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden, belast met het budgethouderschap, worden door deze personeelsleden ondertekend als ze enkel betrekking hebben op hun budgethouderschap.

 

§5. Onverminderd §§ 1 en 4 wordt de briefwisseling van de gemeente ondertekend door de burgemeester en meeondertekend door de algemeen directeur.

 

§6. De documenten en stukken, in welke vorm ook, behorende tot het dagelijks personeelsbeheer of behoren tot de aan hem gedelegeerde bevoegdheid worden ondertekend door de algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe opdracht heeft gekregen van de algemeen directeur.

 

Fracties

Artikel 36 §1. Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie.

 

§2. In afwijking van § 1 kunnen de kandidaat gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst zijn verkozen twee fracties vormen, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in artikel 36 § 2 DLB.

 

§3. Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die verkozen zijn op lijsten die zich uiterlijk op de installatievergadering onderling hebben verenigd vormen één fractie. Tot onderlinge vereniging van de lijsten kan slechts beslist worden als de meerderheid van de verkozenen op elk van die lijsten daarmee instemt.

 

§4. De onderlinge vereniging tot één fractie overeenkomstig § 3 of de vorming van twee fracties overeenkomstig § 2 geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

 

§5. De vergoeding voor de werking van de fracties alsook de voorwaarden worden vastgelegd binnen de grenzen vastgelegd door de Vlaamse regering verder in dit reglement.

Voor de fractievergoedingen is een minimum van 50% aanwezigheid per jaar in de gemeenteraadsvergaderingen per raadslid van een fractie vereist, tenzij het betrokken gemeenteraadslid afwezig is wegens overmacht of ziekte, waarbij die afwezigheid door het betrokken raadslid wordt gerechtvaardigd door schriftelijke bewijsstukken .

 

Raadscommissies

Artikel 37 De gemeenteraad kan commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

 

De algemeen directeur en het gemeentepersoneel tot wiens bevoegdheid de commissies behoren kunnen steeds deel uitmaken van de commissies evenwel zonder stemrecht.

 

De algemeen directeur duidt de secretaris van elke raadscommissie aan.

De zittingen van de raadscommissies zijn in principe fysiek, tenzij door overmacht of andere omstandig gemotiveerde redenen beslist wordt door de voorzitter van de raadscommissie dat de vergadering digitaal gehouden wordt.

 

Artikel 38 §1. Er wordt een verenigde commissie opgericht, samengesteld uit alle gemeenteraadsleden met stemrecht, voor de behandeling van aangelegenheden inzake belangrijke sturingselementen, onder meer op het vlak van financiën, personeel en organisatie, …. De taak om te waken over de afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verzelfstandigde agentschappen van de gemeente is geïntegreerd in de verenigde commissie.

 

Daarnaast wordt een centrale commissie opgericht bevoegd voor de algemene werking van de politieke organen, samengesteld uit de fractieleiders als stemgerechtigde leden en de burgemeester als raadgevend lid. De burgemeester kan daarnaast het initiatief nemen om de voorzitter van de centrale commissie te verzoeken de commissie bijeen te roepen over een door hem aangereikt onderwerp.

 

Daarnaast worden een gemeenteraadscommissie Ruimte, bevoegd voor ruimtelijk beheer en woonbeleid, leefomgeving en patrimonium, en een gemeenteraadscommissie Samenleving en Sociaal Huis, bevoegd voor welzijn, buitenschoolse kinderopvang, cultuur en toerisme, sport, bibliotheek, sociale dienst en thuis,-woon-en dagzorg, opgericht.

Deze twee commissies bestaan uit 11 leden, waarbij elke fractie in de gemeenteraad minstens 1 vertegenwoordiger heeft.

 

De schepen(en), als zij geen lid zijn van een commissie, wonen de commissievergaderingen bij als raadgevend lid wanneer de te bespreken onderwerpen behoren tot hun bevoegdheid.

 

De gemeenteraad bepaalt bij afzonderlijk oprichtingsbesluit de bevoegdheden van de eventuele andere op te richten commissies.

 

§2. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien een of meer leden van een fractie tijdens de zittingsperiode verklaren niet meer te behoren tot de fractie zoals vermeld in artikel 36 decreet over het lokaal bestuur dan kan dit lid of deze leden niet meer zetelen noch als lid van deze fractie noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijk aantal leden in de commissies.

 

Het gemeenteraadslid dat zich onafhankelijk opstelt verliest bijgevolg zijn/haar mandaat als commissielid en kan de vergadering enkel nog bijwonen in zijn of haar hoedanigheid van gemeenteraadslid–waarnemer zonder recht op presentiegeld, behalve in de verenigde commissie.

 

§3. De fracties dienen voordrachten voor de commissieleden, behalve voor de verenigde commissie en de centrale commissie waarvan de samenstelling bepaald is in §1 van artikel 37, in te dienen bij de voorzitter van de gemeenteraad. De algemeen directeur bezorgt de fractieleiders een model van voordrachtsakte en bepaalt in de begeleidende brief eveneens een termijn voor het indienen van deze voordrachten. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen.

Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

 

§4.  Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging overeenkomstig het eerste lid een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.  In dat geval zal geen presentievergoeding toegekend worden aan het raadgevend lid.

 

Artikel 39 §1. De commissies vergaderen zoveel maal als nodig is.

 

§2. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid, dat deel uitmaakt van de commissie. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie, wel lid.

De voorzitter wordt aangewezen door de gemeenteraad telkens onder de leden waaruit elke afzonderlijke commissie bestaat.

Elke fractie /elk raadslid kan daartoe schriftelijk een kandidaat voordragen minstens vijf werkdagen voor de zitting van de gemeenteraad waarop de verkiezing van de voorzitter(s) van de commissie(s) geagendeerd is door mededeling van de naam van de kandidaat aan de algemeen directeur. 

 

Artikel 40 §1. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter gaat vooraleer tot oproeping over te gaan bij de algemeen directeur na of er geen andere commissievergaderingen op dezelfde datum en uur gepland zijn, waarbij onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad voorzien is in art. 1§1 van dit reglement, de voorzitter van de commissie de vergadering fysiek of digitaal kan laten doorgaan.

 

Verschillende commissievergaderingen kunnen slechts op één dag plaatsvinden als het tijdstip ervan met elkaar verenigbaar is.  De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd per e-mail.

 

De secretaris van de commissie zorgt voor de nodige ondersteuning bij de voorbereiding, tijdens de vergadering en bij de verslaggeving van de vergaderingen en zorgt voor de bewaring van de verslagen en andere stukken.

 

Alle gemeenteraadsleden zullen tijdig, dit wil zeggen minstens 8 dagen voor de zitting van de commissie, de oproepingsbrief met agenda van de gemeenteraadscommissie toegestuurd krijgen per e-mail, behalve indien een commissie bij hoogdringendheid wordt samengeroepen.

 

De voorzitter van een commissie ondertekent de uitnodiging steeds met tegentekening door de bevoegde secretaris van de betrokken commissie.

 

De commissieleden worden als commissielid uitgenodigd.

 

Verder worden data, uur, wijze en plaats en agenda meegedeeld op de website van de gemeente.

 

§2. De stukken van elke commissie, zelfs wanneer het een werkdocument of sneuveltekst betreft die voor behandeling geagendeerd staat op een commissievergadering, zijn enkel ter inzage op het bureel van de secretaris van die commissie en dit na afspraak met de secretaris van de commissie.

 

De voorzitter beslist in overleg met de secretaris van een gemeenteraadscommissie welke stukken zij ter voorbereiding van een vergadering van de commissie bijkomend per e-mail naar de commissieleden sturen.

 

§3. De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

 

Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst.

 

De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad zijn de vergaderingen van de commissies niet openbaar.

In de commissievergaderingen hebben de gemeenteraadsleden, de schepen(en) en burgemeester spreekrecht.

 

De raadsleden kunnen steeds op eigen initiatief, zonder stemrecht en zonder presentievergoeding, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

 

Elke gemeenteraadscommissie kan steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

 

§4. De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, niet geheim. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad, zie art. 27§3 is de stemming geheim.

Als een gemeenteraadscommissie over moet gaan tot stemmen, dan wordt de werkwijze gevolgd zoals bepaald in art. 26 tot en met 31 van het huidig reglement.

Als, bij het stemmen in het openbaar, de stemmen staken, is de stem van de voorzitter beslissend.

 

§5. De stemgerechtigde commissieleden alsook de bevoegde schepen(en) ontvangen het verslag van de vergadering. Voor de overige raadsleden wordt een afschrift van bedoeld verslag meegedeeld aan de gemeenteraad en geklasseerd in het inzagelokaal. 

 

Enkel de officiële stemgerechtigde leden en de schepen(en) tot wiens bevoegdheid een agendapunt van een gemeenteraadscommissie behoort worden bij de aanwezigen, afwezigen of verontschuldigde personen genoteerd in het verslag.

 

Gemeenteraadsleden niet lid van een bepaalde commissie worden, als zij toch een gemeenteraadscommissie bijwonen cfr. art. 39 §2 huishoudelijk reglement, in het verslag van de zitting van de gemeenteraadscommissie vermeld als aanwezig gemeenteraadslid. 

 

Burgemeester en algemeen directeur en de gemeenteraadsleden en schepenen die ten informatieve titel de oproeping hebben ontvangen, worden enkel vermeld als zij aanwezig zijn. Dus geen afwezigheden of verontschuldigingen te vermelden in het verslag.

De schepen(en) tot wiens bevoegdheid een agendapunt behoort en de stemgerechtigde leden van de gemeenteraadscommissie melden aan de secretaris van hun commissie tijdig voor de commissie wanneer zij verontschuldigd zijn. Dit met het oog op correct kunnen notuleren in het verslag.

 

Presentiegeld en vergoedingen

Artikel 41. §1. Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

1° de gemeenteraad. Voor de voorzitter van de gemeenteraad, voor zover dit een gemeenteraadslid is, wordt een dubbel presentiegeld voorzien;

2° de gemeenteraadscommissies waarvan zij stemgerechtigd lid zijn. Voor de voorzitter van de gemeenteraadscommissie wordt een presentiegeld gelijk aan dat voor een gemeenteraadszitting voorzien en voor de stemgerechtigde commissieleden wordt een verminderd presentiegeld voorzien;

3° de vergadering van de gemeenteraad waarvoor men in principe recht op presentiegeld heeft maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt;

 

Cumulatie van meerdere presentiegelden per dag voor elke bijgewoonde vergadering van de raad of commissie is toegestaan.

 

§2. Met ingang vanaf 1 januari 2019 ontvangen de gemeenteraadsleden een presentiegeld van

€ 124,98, gekoppeld aan de spilindex 138,01:

- per vergadering van de gemeenteraad die zij bijwonen ;

- per vergadering van de gemeenteraad waarvoor men in principe recht heeft op presentiegeld maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt.

 

Met ingang vanaf 1 januari 2019 ontvangen de gemeenteraadsleden voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies waarvan zij stemgerechtigd lid zijn een presentiegeld voor de raadsleden ad € 62,49 en voor de voorzitter van een gemeenteraadscommissie ad € 124,98, bedragen gekoppeld aan de spilindex 138,01.

 

Artikel 42 §1. Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse gemeenteraadsfracties alle nodige informatie inkijken.

 

§2. Gemeenteraadsleden, inbegrepen de leden van het college van burgemeester en schepenen, kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.

 

De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.

 

De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar. (art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018)

 

§3. Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.

 

De reis- en verblijfskosten, alsook de maaltijdvergoedingen en representatiekosten van de gemeenteraadsleden, inbegrepen de leden van het college van burgemeester en schepenen, die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat, worden alleen terugbetaald na voorafgaande goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen en mits de nodige bewijsstukken worden bijgebracht.

 

De dienstverplaatsingen in uitvoering van het mandaat van gemeenteraadslid in opdracht van het bestuur, worden terugbetaald door het gemeentebestuur indien die kosten niet worden terugbetaald door een andere instantie, met uitzondering van de verplaatsingen van en naar het gemeentehuis om de vergaderingen van de bestuursorganen en commissies bij te wonen en voor te bereiden.

 

Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.

 

§4. De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden, inbegrepen de leden van het college van burgemeester en schepenen. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden, inbegrepen de leden van het college van burgemeester en schepenen, overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt. (art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)

 

De gemeente sluit ten behoeve van de leden van het college van burgemeester en schepenen een polis omnium dienstverplaatsingen voor stoffelijke schade aan het eigen voertuig bij een toegelaten verzekeringsmaatschappij. De polis dienstverplaatsingen bij Ethias (polisnummer 2.720.208) is in voege en blijft gelden tot op het moment van opzegging.

 

§5. Ter ondersteuning van gemeenteraadsfracties wordt jaarlijks aan elke fractie, vertegenwoordigd in de gemeenteraad, een toelage ten laste van de gemeente verstrekt onder volgende modaliteiten:

- de toelage wordt uitgereikt aan de fractie, zoals deze is samengesteld op 02 januari 2019;

- een wijziging in het aantal leden van een fractie blijft zonder gevolg voor de toelage voor de fractie, die gedurende de volledige legislatuur te verstrekken blijft aan de fractie zoals die is bepaald op 2 januari 2019;

- per fractielid is het bedrag van de toelage vastgelegd op €150 voor zover dat fractielid een minimumaanwezigheid van de helft van de raadzittingen in dat jaar bereikt heeft.

 

De fractie kan de ontvangen toelage enkel gebruiken voor de ondersteuning van de eigen werking en voor de werking van de raden waar zij deel van uitmaakt. De middelen mogen niet gebruikt worden voor partijwerking, verkiezingen of ter compensatie van presentiegeld, wedde enz.

 

Op het einde van het werkjaar licht de fractie in een nota met bewijsstukken toe hoe ze de ontvangen middelen gebruikte.

 

Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de aanwending van alle middelen voor de ondersteuning van de fracties. Dat overzicht is openbaar.

 

Wanneer een fractie financiële middelen aanwendde voor andere doeleinden dan de ondersteuning van de eigen werking, dan zal het gemeentebestuur dit bedrag in mindering brengen van de toelage van het volgende werkjaar.

(art. 17, §3 DLB en art. 36 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris

 

Verzoekschriften aan de gemeente(raad)

Artikel 43 §1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. (art. 304, §2 DLB)

De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.

De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht

 

§2. De verzoekschriften en voorstellen worden aan de gemeente gericht. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift of voorstel moet de vraag duidelijk zijn.

Een verzoek is geen klacht; klachten worden behandeld volgens het klachtenbehandelingsysteem.

 

§3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.

 

Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift of voorstel beschouwd als:

1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

2° het loutere mening is en geen concreet verzoek;

3° als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend;

4° het taalgebruik beledigend is.

 

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan van de gemeente aan wie het verzoek is gericht, doet deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

 

Artikel 44 §1. De voorzitter van de gemeenteraad plaatst het verzoekschrift voor de gemeenteraad op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het verzoekschrift minstens 30 dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

 

§2. De behandeling van de verzoekschriften tijdens de vergadering van de gemeenteraad volgt steeds na de eventuele bijkomende agendapunten van de gemeenteraadsleden.

 

§3. De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

 

§4. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de gemeenteraad of een orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

 

§5. De gemeenteraad of het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

Eretitel gemeenteraadsleden, voorzitter van de gemeenteraad en schepenen

Artikel 45 De gemeenteraad kan machtiging tot het voeren van de eretitel verlenen aan de gemeenteraadsleden, de voorzitter van de gemeenteraad en schepenen onder de hieronder vermelde voorwaarden.

 

De eretitel kan slechts verleend worden voor het laatst uitgeoefende mandaat, waarvoor betrokken mandataris aftredend is.

 

Wanneer een gemeenteraadslid of schepen gelijk aftreedt als mandataris in de gemeente en als mandataris in het OCMW, dan geeft dit slechts recht op één eretitel, te verlenen door of de gemeente of het OCMW. Betrokken mandataris dient dan een schriftelijk voorstel in bij de gemeente indien de mandataris een gemeentelijke eretitel wenst ofwel bij het OCMW indien de mandataris een eretitel vanuit het OCMW wenst.

 

De hoger vermelde eretitels mogen niet worden gevoerd:

1° gedurende de periode dat een mandaat in de gemeente wordt uitgeoefend of een mandaat wordt uitgeoefend in het OCMW;

2° door een door een gemeente of OCMW bezoldigde persoon.

 

Bij de berekening van de dienstanciënniteit als raadslid, voorzitter van de gemeenteraad of schepen wordt ook een aansluitend daaraan voorafgaand of op volgend mandaat in dezelfde gemeente als burgemeester, voorzitter van de OCMW-raad of OCMW-raadslid in aanmerking genomen.

 

- Voor het verlenen van de eretitel van gemeenteraadslid voor een gemeenteraadslid dienen onderstaande voorwaarden cumulatief verder voldaan te zijn:

 a) aftredend lid zijn van de gemeenteraad;

 b) minstens 18 jaar dienstanciënniteit in de gemeenteraad hebben;

 c) een recent bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen;

 d) een instemmingsverklaring van betrokkene voorleggen.

 

- Voor het verlenen van de eretitel van schepen verlenen aan een aftredende schepen, dienen verder  onderstaande voorwaarden cumulatief voldaan te zijn:

 a) aftredend schepen zijn;

 b) dienstanciënniteit:

1° ofwel het schepenmandaat gedurende minstens 10 jaar al dan niet achtereenvolgend uitgeoefend hebben in dezelfde gemeente;

2° ofwel het schepenmandaat gedurende minstens een legislatuur of zes jaar in dezelfde gemeente uitgeoefend hebben en aansluitend daaraan voorafgaand of op volgend nog 12 jaar als gemeenteraadslid gezeteld hebben in dezelfde gemeente;

 c) een recent bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen;

 d) een instemmingsverklaring van betrokkene voorleggen.

 

- Voor het verlenen van de eretitel van voorzitter van de gemeenteraad aan een aftredende voorzitter van de gemeenteraad dienen verder onderstaande voorwaarden cumulatief voldaan te zijn:

 a) aftredend voorzitter van de gemeenteraad zijn;

 b) dienstanciënniteit:

1° ofwel het mandaat van voorzitter van de gemeenteraad gedurende minstens 10 jaar al dan niet achtereenvolgend uitgeoefend hebben in dezelfde gemeente;

     2° ofwel het mandaat van voorzitter van de gemeenteraad gedurende minstens een  legislatuur of ten minste zes jaar in dezelfde gemeente uitgeoefend hebben en aansluitend daaraan voorafgaand of op  volgend nog 12 jaar als gemeenteraadslid gezeteld hebben in dezelfde gemeente;

 c) een recent bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen;

 d) een instemmingsverklaring van betrokkene voorleggen.

 

Slotbepaling

Artikel 46 De materies in dit reglement behandeld, zijn van toepassing voor zover ze niet gewijzigd of geregeld worden door wetten, decreten of besluiten van een hogere overheid. Voor zover een aantal situaties niet uitdrukkelijk geregeld werden door dit huishoudelijk reglement blijven de bepalingen van het decreet lokaal bestuur onverkort gelden.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.36.

Secretariaat en juridische zaken - geactualiseerd overzicht vertegenwoordigingen 2021

 

 

De raad neemt kennis van het actueel overzicht van de afvaardigingen in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vzw's, enz... tot en met september 2021.

 

Bijlagen

1. geactualiseerd overzicht van vertegenwoordiging in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vzw's, enz... tot en met september 2021

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.37.

Secretariaat en juridische zaken - bekrachtiging besluit burgemeester 12 oktober 2021

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 28, 74 en 63 e.v.

         Nieuwe gemeentewet, art. 133,134§1 en 135

         Ministerieel besluit van 13 maart 2020, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 28 oktober 2020, houdende de afkondiging van de federale fase van het nationaal noodplan betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19

         Ministerieel besluit van 25 augustus 2021, dat het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 wijzigt

         Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 houdende de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen

 

Feiten en context

De federale richtlijnen die gelden om de gevolgen en verspreiding van COVID-19 te beperken zijn nog steeds van toepassing.

Op 23 september 2021 werd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur gecommuniceerd dat tot nader order de eerdere richtlijnen voor het organiseren van de gemeente- en OCMW-raden worden opgeheven.

 

In de centrale gemeenteraadscommissie van 4 oktober 2021 is afgesproken met de fractieleiders om voortaan zonder verdere beperkingen de vergaderingen van de gemeente- en OCMW-raad fysiek te laten doorgaan in de raadzaal van het gemeentehuis.

 

Argumentatie

Bij besluit van de burgemeester van 12 oktober 2021 werd volgende beslist:

Juridische gronden

•Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 28, 74 en 63 e.v.

•Nieuwe gemeentewet, art. 133,134§1 en 135

•Ministerieel Besluiten van 13 maart 202, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 28 oktober 2020, houdende de afkondiging van de federale fase van het nationaal noodplan betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19

•Ministerieel besluit van 25 augustus 2021, dat het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 wijzigt

•Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 houdende de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen

•besluit van 2 september 2021 betreffende de digitale vergadering van de raden gedurende de federale fase hoger genoemd

 

Feiten en context

De federale richtlijnen die gelden om de gevolgen en verspreiding van COVID-19 te beperken zijn nog steeds van toepassing.

Op 23 september 2021 werd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur gecommuniceerd dat tot nader order de eerdere richtlijnen voor het organiseren van de gemeente- en OCMW-raden worden opgeheven.

 

In de centrale gemeenteraadscommissie van 4 oktober 2021 is afgesproken met de fractieleiders om voortaan zonder verdere beperkingen de vergaderingen van de gemeente- en OCMW-raad fysiek te laten doorgaan in de raadzaal van het gemeentehuis.

 

Argumentatie

De beperkingen voor de organisatie van de vergaderingen van OCMW- en gemeenteraad door het Agentschap Binnenlands Bestuur eind september 2021 tot nader order zijn opgeheven en in de centrale commissie van 4 oktober 2021 is afgesproken om bijgevolg terug in de raadzaal van het gemeentehuis te vergaderen zonder beperkingen voor de bezoekers.

 

Dit is het principe dat in het huishoudelijk reglement steeds is voorzien.

 

Indien de richtlijnen vanuit Vlaanderen of van de federale overheid terug beperkingen opleggen, zal het lokaal bestuur Heusden-Zolder zich hiernaar schikken en zal er indien mogelijk nog fysiek vergaderd worden met beperking van het aantal bezoekers in het congresscentrum van het Circuit Zolder of elders indien deze vergaderruimte niet beschikbaar is. Het maximum aantal toegestane bezoekers om de social distancing na te leven is 20 personen, naast pers en politie. Voor een ordelijke organisatie van de publieke gedeelten van de zittingen is het aangewezen dat geïnteresseerden zich op voorhand inschrijven en dat de inschrijvingen worden afgesloten als het maximum aantal bezoekers bereikt is. De webtoepassing van de gemeente vermeldt dat ook duidelijk.

 

Indien de richtlijnen vanuit Vlaanderen of van de federale overheid het fysiek vergaderen zelfs met beperking van het aantal toegestane bezoekers niet meer mogelijk maken, zal er digitaal vergaderd worden volgens de bepalingen voorzien in het huishoudelijk reglement van de raden.

 

Het besluit van 2 september 2021 dient in die zin aangepast te worden.

 

Besluit:

 

Artikel 1:

De burgemeester heft met ingang vanaf heden het besluit van 2 september op inzake de fysieke raden met beperking van het bezoekersaantal en voorinschrijvingen.

 

Artikel 2:

§1 De zittingen van de gemeenteraad en OCMW-raad gaan fysiek door in de raadzaal van het gemeentehuis zoals principieel bepaald is in de huishoudelijke reglementen, zonder beperking van het bezoekersaantal.

 

§2. Indien de richtlijnen van de Vlaamse overheid of van de federale overheid terug strenger worden, zullen de vergaderingen van de gemeenteraad en OCMW-raad fysiek worden georganiseerd tot nader order in het congresscentrum van Circuit Zolder of in een andere door de voorzitter van de raden te bepalen vergaderlocatie zo het congresscentrum niet beschikbaar is, met inachtneming van de regels die op dat moment zullen gelden en met beperkt bezoekersaantal van maximum 20 personen exclusief pers en politie voor het publieke gedeelte van de zittingen.

 

§3. Indien de de richtlijnen van de Vlaamse overheid of van de federale overheid het fysiek vergaderen van de raden, zelfs met beperking van het bezoekersaantal en eventueel andere maatregelen die zouden worden opgelegd, niet meer mogelijk maken, wordt er terug digitaal vergaderd zoals bepaald is in het huishoudelijk reglement van de raden.

 

Artikel 3:

Deze verordening vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de

gemeenteraad wordt bekrachtigd.

 

Om deze en toekomstige raden fysiek al dan niet met het opleggen van beperkingen of digitaal te kunnen laten plaatsvinden, moet het besluit van de burgemeester bekrachtigd worden.

 

BESLUIT

 

eenparig aangenomen.
 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 12 oktober 2021 luidende als volgt:

Artikel 1:

De burgemeester heft met ingang vanaf heden het besluit van 2 september op inzake de fysieke raden met beperking van het bezoekersaantal en voorinschrijvingen.

 

Artikel 2:

§1 De zittingen van de gemeenteraad en OCMW-raad gaan fysiek door in de raadzaal van het gemeentehuis zoals principieel bepaald is in de huishoudelijke reglementen, zonder beperking van het bezoekersaantal.

 

§2. Indien de richtlijnen van de Vlaamse overheid of van de federale overheid terug strenger worden, zullen de vergaderingen van de gemeenteraad en OCMW-raad fysiek worden georganiseerd tot nader order in het congresscentrum van Circuit Zolder of in een andere door de voorzitter van de raden te bepalen vergaderlocatie zo het congresscentrum niet beschikbaar is, met inachtneming van de regels die op dat moment zullen gelden en met beperkt bezoekersaantal van maximum 20 personen exclusief pers en politie voor het publieke gedeelte van de zittingen.

 

§3. Indien de de richtlijnen van de Vlaamse overheid of van de federale overheid het fysiek vergaderen van de raden, zelfs met beperking van het bezoekersaantal en eventueel andere maatregelen die zouden worden opgelegd, niet meer mogelijk maken, wordt er terug digitaal vergaderd zoals bepaald is in het huishoudelijk reglement van de raden.

 

Artikel 3:

Deze verordening vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de

gemeenteraad wordt bekrachtigd.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021
Overzicht punten

OZ.38.

Secretariaat en juridische zaken - varia

 

Conform het huishoudelijk reglement hebben de raadsleden het recht om aan het einde van de openbare zitting, na afhandeling van de agenda, vragen te stellen over aangelegenheden van het lokaal bestuur.

 

Raadslid Herwig Hermans krijgt het woord en merkt op dat hij is opgeschrikt door het persbericht over het rapport staatsveiligheid van de moskee. Hij vraagt of er een doorlichting is van de vzw's op en rond de Koolmijnlaan. Hij had die vraag ook gesteld naar aanleiding van de problemen van schepen Yasin Gül, maar dat is niet gebeurd. Hij vraagt wat de burgemeester heeft kunnen doen om zelf een beter zicht te krijgen van de vzw's. Wat gaat er in de toekomst gebeuren?

Hierop antwoordt voorzitter Mario Borremans dat hij het rapport ook niet gezien heeft totdat de pers hem contacteerde.

Als burgemeester is hij naar het kabinet van minister Somers geweest en er zijn afspraken gemaakt met staatsveiligheid en de moskee in het kader van het nieuwe erkenningsdecreet geloofsgemeenschappen.

De vzw's doorlichten is niet onze taak. Er gaat periodiek een overleg zijn met de moskeeverenigingen en de schepen van samenleving.

 

Raadslid Steven Goris krijgt het woord en zegt dat op 28 mei 2021 VITO in verband met A.P.L. een uiteenzetting heeft gedaan. De gemeente zou nieuwe onderzoeken gaan doen. Zijn er al actieplannen vanuit de gemeente?

Voorzitter Mario Borremans antwoordt hierop dat dit is doorgeschoven naar 2022. Het gaat wel om dezelfde plaatsen als aangekondigd en uitgebreider.

 

Raadslid Steven Goris krijgt het woord en merkt op dat er door de werken op de Terlaemenlaan veel verkeer is in Boekt en Viversel. Er is weinig communicatie vanuit verkeersveiligheid voor de scholen op de Westlaan. De school heeft zelf een werkgroep opgericht rond verkeersveiligheid en hebben een wandelpool opgericht.

Hierop antwoordt schepen Lode Schops dat er met al de scholen contact is opgenomen, maar dat de school in Viversel hier niet is op ingegaan. De gemeente heeft ook geen tegenvoorstel gekregen.

 

Raadslid Steven Goris krijgt het woord en zegt dat de fractie, zoals voorgesteld tijdens de vorige raad, is gaan bloed doneren.

Ook meldt raadslid Steven Goris dat Sint-Vincentius een opendeurdag heeft gehouden waar veel pers aanwezig was. 'Groei' is een pijler van Sint-Vincentius. Het doel is de leerachterstand weg te werken door wekelijks 1 op 1 bezoeken. Dit project loopt vrij goed, maar kan niet rekenen op subsidies. De zomerscholen krijgen wel subsidie en kunnen een meerwaarde zijn. Er zijn vrijwilligers gevonden voor de zomerscholen en de basis is gelegd voor 2022. Hij vraagt een gesprek met de schepen van onderwijs.

Schepen Marleen Hoydonckx wil hier graag op ingaan.

 

 

Publicatiedatum: 30/11/2021