Het registratiesysteem is geïntegreerd in het softwarepakket ‘meetingburger.net’ en zorgt ervoor dat u bij de raadpleging van een bekendmaking in dit pakket de datum waarop de beslissing is genomen en de publicatiedatum kan verifiëren met de desbetreffende gepubliceerde notulen of besluitenlijst van het bevoegde orgaan.

Openbare zitting

 

 

 

DE GEMEENTERAAD:

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

         decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

         decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

         artikelen 40 en 41, decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II)

         besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd

         besluit van de gemeenteraad van 13 december 2018 “ Gemeentebelasting op de vergunningsplichtige voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten – opheffing beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2013 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2019 “

 

Feiten en context

Het voorstel is om een aantal wijzigingen in het reglement op te nemen:

         opheffing vorig belastingreglement en vaststelling nieuw belastingreglement, beide vanaf 1 januari 2020

         wijziging van de term “vergunningsplichtige" naar “vergunningsplicht"

         wijziging rubrieknummers ingedeeld als klasse 3 voor “standaardgarages en carrosseriebedrijven” en “standaardhoutbewerkingsbedrijven”

         toevoeging vrijstelling

         verduidelijking dat de belasting ondeelbaar voor het hele jaar verschuldigd is

 

Argumentatie

Sinds 1 oktober 2019 is de rubriekenlijst uit bijlage 1 van Vlarem II gewijzigd.

De inrichtingen of activiteiten door het VLAREM II ingedeeld als klasse 3 en waarop rubriek 15.5

“standaardgarages en –carrosseriebedrijven“ of rubriek 19.8. “standaardhout- bewerkingsbedrijven" van toepassing was, worden vanaf 1 oktober 2019 respectievelijk ingedeeld in rubriek 15.2 en rubriek 19.3.1.

Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur en waterwinningen voor de openbare drinkwatervoorziening zijn vrijgesteld door het algemeen belang.

De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het beste aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

 

BESLUIT

 

 

  • 25 stemmen voor: Mario Borremans, Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Funda Oru, Yasin Gül, Simonne Janssens-Vanoppen, Nico Geeraerts, Annette Palmers, Ann Leyssens, Kristof Was, Mohamed Ahmidouch, Arif Birinci, Britt Custers, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Hans Zegers, Swa Vanderaerden, Marten Frederix, Zihni Aktepe, Elif Sanli, Eddy Pools en Herwig Hermans
  • 3 onthoudingen: Jan Jans, Tony Lespoix en Anny Jaspers

 

Artikel 1:

Het belastingreglement op de vergunningsplichtige voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2018, wordt met ingang van 1 januari 2020 opgeheven.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van een belasting op de vergunningsplicht voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten met ingang van 1 januari 2020 goed.

Artikel 3:

Er wordt voor aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente Heusden-Zolder een jaarlijkse belasting gevestigd op de vergunningsplicht voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).

Artikel 4:

De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting of activiteit op 1 januari van het aanslagjaar. De eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 5:

De belasting bedraagt :

         € 350,00 voor de inrichtingen of activiteiten door het VLAREM II ingedeeld als klasse 1

         € 165,00 voor de inrichtingen of activiteiten door het VLAREM II ingedeeld als klasse 2

         € 165,00 voor de inrichtingen of activiteiten door het VLAREM II ingedeeld als klasse 3 en waarop

          rubriek 15.5. “ standaardgarages en –carrosseriebedrijven “ of rubriek 15.2

          rubriek 19.8. “ standaardhoutbewerkingsbedrijven “ of rubriek 19.3.1

van toepassing is.

De belasting is ondeelbaar voor het hele jaar verschuldigd.

Artikel 6:

Zijn van de belasting vrijgesteld :

- vennootschappen met taken van algemeen belang inzonderheid rioolwaterzuiveringsinfrastructuur en waterwinningen voor de openbare drinkwatervoorziening

- de inrichtingen of activiteiten geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen

- een project dat uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat als vermeld in artikel 5.1.1, 11° van het DABM

- de inrichtingen of activiteiten door het VLAREM II ingedeeld als klasse 2 geëxploiteerd door een vereniging zonder winstoogmerk

- de inrichtingen of activiteiten in het kader van het stimuleringbeleid rond rationeel energieverbruik en hernieuwbare energie, voor zover ze ingedeeld zijn in klasse 2 (VLAREM II), nl.

1. “ Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie ”, als bedoeld in rubriek 20.1.6 van VLAREM.

2. “ Boren van grondwaterwinningputten en grondwaterwinning die gebruikt wordt voor koude-warmtepompen ”, als bedoeld in rubriek 53.6 van VLAREM.

3. “ Verticale boringen ten behoeve van de aanleg van peilputten en voor andere doeleinden, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53, 54 en 55.2 ”, als bedoeld in rubriek 55.1 van VLAREM wanneer deze gebruikt worden voor warmtepompen.

4. “ Transformatoren ” als bedoeld in rubriek 12.2 wanneer deze gebruikt worden bij elektriciteitsproductie op basis van zonne-energie.

Artikel 7:

Voor de toepassing van artikel 6 dient de belastingschuldige binnen de drie maanden na verzending van het aanslagbiljet de nodige bewijsstukken binnen te brengen, samen met een verzoek om zijn belastingaanslag te herzien. Aan laattijdige aanvragen kan geen gevolg gegeven worden.

Artikel 8:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 9:

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

Artikel 10:

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.