Openbare zitting
DE GEMEENTERAAD:
MOTIVERING
Juridische gronden
• artikelen 40 en 41, decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
• artikelen 465 tot en met 470bis, Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
• artikelen 5/1, §1, 1° en 5/3, §2, bijzondere wet van 6 januari 2014 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten
• besluit van de gemeenteraad van 17 december 2015 “ aanvullende belasting op de personenbelasting, aanslagjaar 2016 t.e.m. 2019 – opheffing beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2013 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2016 “
Feiten en context
Het voorstel is om een aantal wijzigingen in het reglement op te nemen:
• opheffing vorig reglement en vaststelling nieuw reglement, beide vanaf 1 januari 2020
• daling tarief
Argumentatie
Het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing stijgt, maar de aanvullende belasting op de personenbelasting daalt, dit om het inkomen uit arbeid te bevoordeligen ten opzichte van eigendom. Door deze taks shift is er een eerlijkere belasting, omdat bepaalde inkomsten niet belast worden door de personenbelasting en hierdoor niet bijdragen aan de gemeentelijke financiën.
BESLUIT
- 25 stemmen voor: Mario Borremans, Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Funda Oru, Yasin Gül, Simonne Janssens-Vanoppen, Nico Geeraerts, Annette Palmers, Ann Leyssens, Kristof Was, Mohamed Ahmidouch, Arif Birinci, Britt Custers, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Hans Zegers, Swa Vanderaerden, Marten Frederix, Zihni Aktepe, Elif Sanli, Eddy Pools en Herwig Hermans
|
- 3 onthoudingen: Jan Jans, Tony Lespoix en Anny Jaspers
|
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2015 “ aanvullende belasting op de personenbelasting, aanslagjaar 2016 t.e.m. 2019 – opheffing beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2013 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2016 “, wordt met ingang van 1 januari 2020 opgeheven.
Artikel 2:
De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van de aanvullende belasting op de personenbelasting met ingang van 1 januari 2020 goed.
Artikel 3:
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die in de gemeente belastbaar zijn in de personenbelasting op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 4:
De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het jaar voor het aanslagjaar.
Artikel 5:
De vestiging en de inning van de aanvullende gemeentebelasting gebeuren door toedoen van het Bestuur der Directe Belastingen, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 466 en volgende van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992.
Artikel 6:
Van dit reglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het reglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.