Het registratiesysteem is geïntegreerd in het softwarepakket ‘meetingburger.net’ en zorgt ervoor dat u bij de raadpleging van een bekendmaking in dit pakket de datum waarop de beslissing is genomen en de publicatiedatum kan verifiëren met de desbetreffende gepubliceerde notulen of besluitenlijst van het bevoegde orgaan.

Openbare zitting

 

 

 

DE GEMEENTERAAD:

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         de Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4

         het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019

         het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 41,14° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56, § 3, 7°, inzake de bevoegdheid van het college om beslissingen te nemen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen

         het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones

         de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019

         het besluit van de gemeenteraad van 12 december 2019 " belastingreglement op dragende verticale constructies voor aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Het belastingreglement op dragende verticale constructies, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 december 2019, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021 en integraal vervangen door dit belastingreglement op masten en pylonen dat van kracht is vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Het voorgaande belastingreglement werd geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen. Zo worden de begrippen ‘masten’ en ‘pylonen’ gehanteerd in plaats van het begrip dragende verticale constructies. Het is immers aangewezen om het belastbaar feit en de doelgroep van belastingplichtigen duidelijk te definiëren en af te bakenen in overeenstemming met het doel van de belasting om het detectieproces door de gemeentelijke diensten te vereenvoudigen. 

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om ten laste van de eigenaars van masten en pylonen een belasting te heffen om bij te dragen in de algemene financiering van de gemeentelijke uitgaven.

 

Het is aangewezen om masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Heusden-Zolder te beperken, ter vrijwaring van de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en toeristische bestemming en wegens de visuele vervuiling, de landschapsverstoring en het doorbreken van de vrije open ruimte.

 

Het landschapsverstorend karakter van masten en pylonen dienstig om groene energie te produceren, voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen, wordt voldoende gecompenseerd door het maatschappelijk belang, zodat hiervoor vrijstelling kan worden verleend.

 

Het is verantwoord om vrijstelling te voorzien voor constructies louter voor recreatief gebruik, gezien het niet-bedrijfsmatig oogmerk en karakter van de constructie, waarbij hobby en amateur met betrekking tot het gebruik van de mast of pyloon centraal staan, en de constructie niet voor lucratieve doeleinden is bestemd. Deze constructies voor recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van de constructies van andere commerciële ondernemingen, gezien de afwezigheid van een bedrijfsmatig aspect, waardoor de bijdragecapaciteit voor eigenaren van constructies bestemd voor hobby en amateur niet vergelijkbaar is met de andere commerciële ondernemingen die wel onder het toepassingsgebied van het belastingreglement vallen.

 

De gemeente is genoodzaakt om belastingen te heffen omwille van haar financiële toestand en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden. De bedragen zijn redelijk en, gezien de financiële behoeften van de gemeente, aldus verantwoord.

 

De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

 

BESLUIT

 

 

  • 24 stemmen voor: Mario Borremans, Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Lode Schops, Funda Oru, Yasin Gül, Tony Lespoix, Nico Geeraerts, Annette Palmers, Kristof Was, Arif Birinci, Britt Custers, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Swa Vanderaerden, Tonny Vanhamel, Marten Frederix, Zihni Aktepe, Elif Sanli, Eddy Pools en Anny Jaspers
  • 3 stemmen tegen: Ann Leyssens, Hans Zegers en Steven Goris
  • 1 onthouding: Jan Jans

 

Artikel 1:

Het belastingreglement op dragende verticale constructies, vastgesteld door de gemeenteraad van 12 december 2019, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021 en integraal vervangen door dit belastingreglement op masten en pylonen dat van kracht is vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Artikel 2: Heffingstermijn en belastbaar feit

Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente Heusden-Zolder een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op masten  en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

 

Artikel 3: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

         een mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter bedraagt.

 

         een pyloon: een individuele verticale constructie opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.

 

Artikel 4: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon.  

 

Artikel 5: Berekeningsgrondslag en tarief

De belasting bedraagt € 3.000,00 per jaar per mast of pyloon en is ondeelbaar voor het hele jaar verschuldigd.

 

Artikel 6: Vrijstellingen

Zijn van de belasting vrijgesteld :

 

1° Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom

2° Constructies voor louter recreatief gebruik

3° Constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen

 

Artikel 7: Aangifteplicht

Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste 31 december van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.

 

Artikel 8: Ambtshalve belasting

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 10 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding.

 

Bij volgende overtredingen zal een verhoging van 20 %, 50 % of 100 % worden toegepast bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding. Vanaf de vijfde overtreding zal de belastingverhoging 200 % bedragen.

 

Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld voor de laatste twee opeenvolgende aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt aldus de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9: Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10: Betaling

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11: Bezwaar

Op grond van het Decreet van 30 mei 2008 en volgens de daar beschreven voorwaarden kan tegen deze belasting een bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Behoudens latere wijzigingen bepaalt het Decreet dat het bezwaar schriftelijk moet worden ingediend, en ondertekend en gemotiveerd moet zijn. Het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 12: Vestiging, invordering en geschillenprocedure

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

 

Artikel 13: Bekendmaking en inwerkingtreding

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Dit reglement vervangt vanaf 1 januari 2021 het reglement op de belasting op dragende verticale constructies, vastgesteld door de gemeenteraad van 12 december 2019.