Openbare zitting
DE OCMW RAAD:
MOTIVERING
Juridische gronden
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• besluit van de OCMW-raad van 25 juni 2020 betreffende de aanpassing van de rechtspositieregeling
• besluit van het vast bureau van 9 september 2020 over de uitvoering van het sectoraal akkoord lokale en provinciale besturen 2020
• sectoraal akkoord van lokale en provinciale besturen van 8 april 2020
• omzendbrief lokale en provinciale besturen van 29 mei 2020 (KB/ABB 2020/2)
Feiten en context
Op 8 april sloten de VVSG, de VVP, de drie representatieve vakorganisaties en de Vlaamse regering een sectoraal akkoord af voor de personeelsleden van de lokale en provinciale besturen. Het betreft zowel de VIA-medewerkers (de zorg, de culturele sector en de lokale economie) als de andere personeelsgroepen. Politie en brandweer vallen niet onder het akkoord, omdat voor hen federale regels gelden. Het akkoord is evenmin van toepassing op het personeel in het gemeentelijk onderwijs, dat rechtstreeks bezoldigd wordt door het departement onderwijs van de Vlaamse overheid.
Het akkoord bevat twee grote luiken: een koopkrachtverhoging voor het personeel van globaal 1,1% vanaf 1 januari 2020 en een engagement van de sociale partners om verder werk te maken van een hedendaags personeelsbeleid.
Wat betreft de koopkrachtverhoging zijn er drie elementen:
het optrekken van de tweede pensioenpijler naar minstens 2,5% op het salaris.
het optrekken van de maaltijdcheque tot het maximum van 8,00 euro per cheque, zonder verplichting voor het bestuur om de maaltijdcheques op jaarbasis per VTE met meer dan 100,00 te verhogen.
het toekennen van 'cheques allerhande' ter waarde van 200,00 euro per jaar per VTE.
Het is aan het lokaal bestuur om uitvoering te geven aan deze drie punten.
Adviezen
Het managementteam van 28 juli 2020 gaf een positief advies over onderstaand voorstel.
De financieel directeur verleende op 2 september een voorwaardelijk gunstig visum (onder voorbehoud van een budgetwijziging).
Het vast bureau van 9 september 2020 ging principieel akkoord met het voorstel vanuit Personeel & HR.
Tijdens het Bijzonder Onderhandelingscomité van 16 september 2020 werd een protocol van akkoord afgesloten.
Argumentatie
Het optrekken van de tweede pensioenpijler naar minstens 2,5% op het salaris.
In het lokaal bestuur wordt minimaal 3% gebruikt voor de tweede pensioenpijler voor contractanten. Voor het OCMW-personeel in de VIA-diensten is er een bonus-percentage voorzien van 2% (omwille van de verminderde verlof- en feestdagenregeling). Bijgevolg heeft het lokaal bestuur hier geen bijkomende verplichtingen.
Het optrekken van de maaltijdcheque tot het maximum van 8,00 euro per cheque, zonder verplichting voor het bestuur om de maaltijdcheques op jaarbasis per VTE met meer dan 100,00 te verhogen.
In het lokaal bestuur wordt 7,00 euro aan maaltijdcheques voorzien met een werkgeversbijdrage van 5,91 euro. Door deze te verhogen met 0,50 euro per maaltijdcheque aan gemiddeld 200 maaltijdcheques per jaar voor een voltijdse wordt 100,00 euro koopkrachtverhoging gerealiseerd. Om de voorbije maanden van 2020 af te dekken, hetgeen niet retroactief kan met maaltijdcheques, kan éénmalig een eco-cheque voorzien worden voor het respectievelijke bedrag. Deze regeling van koopkracht verhoging is niet mogelijk voor de begeleiders in de buitenschoolse kinderopvang voor wie momenteel een maaltijdcheque van 8,00 euro wordt voorzien omwille van o.a. de gebroken dienstregeling in combinatie met halftijdse prestaties.
budgettair:
gemeente: 223VTE x 100,00 euro = 22.300,00 euro
OCMW: 137VTE x 100,00 euro = 13.700 euro
lokaal bestuur: 360VTE x 100,00 euro = 36.000,00 euro
Hier tegenover staan nog een aantal inkomsten vanuit de VIA-middelen. Deze cijfers zijn pas in het najaar bekend volgens de informatie van GSD-V, die deze middelen beheert.
Het toekennen van 'cheques allerhande' ter waarde van 200,00 euro per jaar per VTE.
Hiervoor is momenteel niets voorzien binnen het lokaal bestuur en de uitgifte van een ecocheque van maximaal 200,00 euro per VTE per jaar is hierin mogelijk. De huidige leverancier van de maaltijdcheques, Sodexo Pass Belgium NV, kan deze eco-cheques op de bestaande maaltijdchequekaarten toevoegen zodat hiervoor geen extra kosten voor zijn. Voor deze uitbreiding van dienstverlening wordt het gemeente- en OCMW-bestuur elk gevraagd een addendum bij het bestaande contract te onderschrijven.
budgettair:
gemeente: 223VTE x 200,00 euro = 44.600,00 euro + 0,5% kost Sodexo = 44.823 euro
OCMW: 137VTE x 200,00 euro = 27.400 euro + 0,5% kost Sodexo = 27.537 euro
lokaal bestuur: 360VTE x 200,00 euro = 72.000,00 euro + 0,5% = 72.360,00 euro
Hier tegenover staan nog een aantal inkomsten vanuit de VIA-middelen. Deze cijfers zijn pas in het najaar bekend volgens de informatie van GSD-V, die deze middelen beheert.
Financiële gevolgen
Uitgaven:
Geraamde uitgaven:
gemeente: 67.123,00 euro
OCMW: 41.237,00 euro
lokaal bestuur: 108.360,00 euro
Een budgetwijziging is hiervoor nodig.
Ontvangsten:
Geraamde ontvangsten: VIA-middelen sectoraal akkoord, nog te bepalen
Bijlagen
• Sectoraal akkoord van 8 april 2020
• Omzendbrief van 29 mei 2020
• Visum van de financieel directeur van 2 september 2020
• Protocol van akkoord van 16 september 2020
BESLUIT
eenparig aangenomen.
Artikel 1:
De OCMW-raad besluit tot uitvoering van het sectoraal akkoord voor lokale en provinciale besturen 2020 als volgt:
1) verhoging van de werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheque tot 6,41 euro vanaf 1 juli 2020.
2) voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 wordt éénmalig een eco-cheque voorzien ter waarde van 50,00 euro per VTE.
3) invoering van ecocheques voor maximum 200,00 euro per VTE vanaf 2020.
Artikel 2:
De OCMW-raad keurt onderstaande modaliteiten voor het verkrijgen van eco-cheques goed en bekrachtigt de uitbreiding van de bestaande dienstverlening door Sodexo Pass Belgium NV om de ecocheques te voorzien op de dragers van de maaltijdcheques.
1) De eco-cheques worden elektronisch uitgegeven door Sodexo Pass Belgium NV en bedragen maximum 200,00 euro voor voltijdse en volledig gelijkgestelde prestaties in de referentieperiode.
2) Voor deeltijdse personeelsleden wordt een pro rata berekening toegepast.
3) De referentieperiode, voor de berekening van het aantal eco-cheques, loopt van 1 januari tot en met 30 september van het lopende kalenderjaar.
4) Alle periodes gedekt door loon komen in aanmerking voor de toekenning van eco-cheques alsook:
1) de dagen moederschapsverlof zoals bedoeld in art. 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971.
2) de eerste 30 kalenderdagen gewaarborgd loon bij ziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval of beroepsziekte.
Voor statutairen met ziektekredietdagen worden eveneens enkel de eerste 30 kalenderdagen in aanmerking genomen (bij ziekte eventueel nog een saldo in disponibiliteit).
3) de dagen van jeugd- of seniorenvakantie, Europees verlof, tijdelijke werkloosheid-Corona en onbetaald verlof als gunst voor wat betreft de 20 dagen per kalenderjaar.
5) Alle andere periodes van onbezoldigde afwezigheden worden niet in aanmerking genomen.
6) De toekenning van eco-cheques is enkel van toepassing op de personeelsleden die verbonden zijn met een reguliere arbeidsovereenkomst of eenzijdig statutair aangesteld zijn door het lokaal bestuur. Zij moeten bovendien ook effectief ten laste zijn van de respectievelijke payroll.
7) De personeelsleden in tijdelijke werkervaring (art.60§7 OCMW-wet) komen niet in aanmerking voor de toekenning van eco-cheques.
8) Voor het kalenderjaar 2020 komen uitzonderlijk enkel de op 1 juni 2020 in dienst zijnde personeelsleden in aanmerking voor de toekenning en berekening van eco-cheques (28 mei 2020 goedkeuring omzendbrief en in voege treden van het sectoraal akkoord).
9) De eco-cheques worden jaarlijks uitgegeven in de loop van de maand november.
Artikel 3:
De rechtspositieregeling wordt met het bovenstaande in overeenstemming gebracht, i.c artikel 210 over de maaltijdcheques en de toevoeging van artikel 210bis over de eco-cheques.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.