Gemeente Heusden-Zolder

 

Notulen gemeenteraad

15 december 2022 19:05

 

AANWEZIG:

 

 

Voorzitter:

Mario Borremans

 

Schepenen:

Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Lode Schops en Nico Geeraerts

 

Raadsleden:

Jan Jans, Tony Lespoix, Funda Oru, Annette Palmers, Ann Leyssens, Kristof Was, Arif Birinci, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Hans Zegers, Swa Vanderaerden, Tonny Vanhamel, Marten Frederix, Zihni Aktepe, Elif Sanli, Eddy Pools, Herwig Hermans, Anny Jaspers en Steven Goris

 

Algemeen directeur:

Rony Herlitska

 

VERONTSCHULDIGD:

 

 

Schepen:

Yasin Gül

 

Raadsleden:

Mohamed Ahmidouch, Britt Custers en Metin Karabas

 

Engin Ozdemir, schepen, verlaat de vergaderzaal vanaf punt OZ.4.

Engin Ozdemir, schepen, is terug aanwezig vanaf punt OZ.5.

 

Overzicht punten

OZ.1.

Secretariaat en juridische zaken - notulen gemeenteraad - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Artikel 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.

 

Feiten en context

De algemeen directeur legt de notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad voor ter goedkeuring.

 

Elk gemeenteraadslid heeft het recht opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.

 

Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren. Het bedrag van € 2,5 miljoen wordt in het zittingsverslag bij O.Z.13 aangepast naar € 3,3 miljoen subsidie van Erfgoed op vraag van raadslid Herwig Hermans.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vorige vergadering goed en het aangepaste zittingsverslag.

 

Bijlagen

Bijlage 1: notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.2.

Secretariaat en juridische zaken - mededelingen

 

Er zijn geen mededelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.3.

Politie - openstelling 1 HINP (polyvalent) - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         artikel 40 en 41 decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         wet van 7 december 1998 tot organisatie van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus

         KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

         KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten

         ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones

         ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten

         gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2022 betreffende de formatie van het operationeel personeel en het administratief en logistiek personeel

 

Feiten en context

De lokale politie vraagt aan de gemeenteraad de goedkeuring voor de openstelling van één betrekking van hoofdinspecteur van politie (polyvalent).

 

Adviezen

Er werd gunstig advies verkregen van de dienst financiën op 22 november 2022.

 

Argumentatie

Ter vervanging van een hoofdinspecteur van politie die vanaf 16 januari 2023 een afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden zal opnemen, wenst de lokale politie een plaats voor hoofdinspecteur van politie (polyvalent) open te stellen.


Aangezien het een vervanging van een collega betreft die een onbezoldigd verlofstelsel opneemt, zijn de nodige kredieten voorzien in de begroting over 2023.


Voor het opvullen van deze betrekking zal een beroep gedaan worden op de mobiliteit.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad besluit om één betrekking van hoofdinspecteur van politie (polyvalent) vacant te verklaren via mobiliteit, met het profiel dat werd toegevoegd als bijlage.

 

Artikel 2:

Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Algemene Directie Personeel van de Federale Politie.

 

Bijlagen

bijlage 1 profiel hoofdinspecteur van politie (polyvalent)

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.4.

Ruimtelijk beheer en woonbeleid - zaak der wegen Beemdenstraat (deel) - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald art. 2 en 40.

         De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald art. 4.2.25.

         Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, meer bepaald art. 31.

         Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

         Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, meer bepaald art. 47.

 

Feiten en context

De gemeente Heusden-Zolder ontving op 10 augustus 2022 de aanvraag voor een omgevingsvergunning aangevraagd door landmeter-expert Rik Appeltans, gevestigd te Kattendansstraat 68 te 3500 Sint-Lambrechts-Herk (Hasselt). De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 5 loten, waarvan 2 bebouwbare loten voor halfopen bebouwing en de opmaak van een rooilijnplan voor dit deel van de Beemdenstraat. (ref. omgevingsloket: OMV_2022104225 en intern dossiernummer: 2022/019). De aanvraag is nog lopende.

 

De aanvraag heeft betrekking op percelen met als kadastrale omschrijving 1ste afd., sectie A, nummers 175k, 175l en 175m.

 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 tot en met 14 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden. Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 oktober tot en met 11 november 2022. Er werden 0 bewaarschriften ingediend naar aanleiding van dit onderzoek.

Het openbaar onderzoek van het rooilijnplan werd bijgevolg geïntegreerd in het openbaar onderzoek van de omgevingsvergunning.

 

De percelen van de aanvraag zijn niet gelegen binnen de afbakening van een BPA, RUP of goedgekeurde niet vervallen verkaveling.

 

De percelen van de aanvraag maken deel uit van het rooilijnplan dat opgemaakt werd naar aanleiding van de aanleg van riolering en verbetering van de Halvijvers en Beemdenstraat, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 april 2001.

 

Artikel 12 van het decreet Gemeentewegen maakt het mogelijk om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, op voorwaarde dat het gevraagde past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt volgens het decreet slechts voor zover de omgevingsaanvraag een ontwerp van rooilijnplan bevat, dat voldoet aan de decretale eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover de aanvraag een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

 

Voorliggende aanvraag bevat een rooilijnplan en de gemeenteraad kan derhalve een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

De rooilijn van dit deel van de Beemdenstraat bestaat in feiten en is niet vastgelegd in een rooilijnplan. De grondafstand duidt op de verlegging van de feitelijke rooilijn, waardoor de gemeenteraad bevoegd is om zich uit te over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg voorafgaand aan de afgifte van de vergunning. Hiertoe werd aan de aanvraag een ŗooilijnplan toegevoegd cf. artikel 12, Ş2 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

 

Argumentatie

Ter hoogte van de woning met adres Beemdenstraat nr. 30 splitst de Beemdenstraat in 2 delen: één deel loopt door tot op de Schansstraat, het ander deel is een doodlopende weg welke momenteel 4 huizen ontsluit.

 

De percelen van de verkavelingsaanvraag zijn gelegen langs het doodlopende deel van de Beemdenstraat. Dit deel van de Beemdenstraat is een gemeenteweg met een private wegzate: een openbare weg (die iedereen mag gebruiken) welke beheerd wordt door de gemeente en welke gelegen is op privaat eigendom.

 

Bij de aanvraag werd een rooilijnplan toegevoegd. Dit rooilijnplan beoogt de toekomstige overdracht van een deel van de wegenis aan de gemeente Heusden-Zolder en alle daarbij horende inrichtingen aan het openbaar domein (lot 3 volgens het verkavelingsplan met een oppervlakte van 2a 24ca).

Bij de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de gronden werd een belofte van gratis grondafstand van de wegzate van de voorgelegen ontsluiting zodat deze gevoegd kan worden bij het openbaar domein, ondertekend door de eigenaars van de privéweg, liggend op de percelen Beemdenstraat 25 (Afd. 1 Sie A nr 175L, 175M en 175K).

 

Het opstellen van het roolijnplan geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet gemeentewegen van 1  september 2019.

 

De voorgestelde maatregel houdt geen wijziging van de ontsluiting van aanpalende percelen in.

 

Inzake verkeersveiligheid wordt met deze maatregel geen knelpunten inzake verkeersveiligheid opgelost, noch gecreëerd. 

 

Het wijzigen van rooilijnen als scheiding tussen openbaar domein en privaat domein, alsook de opname van het verworven deel garandeert het openbaar gebruik van een deel van de gemeenteweg.

 

Het ontwerp van rooilijnplan brengt geen wijziging van deze gemeenteweg met zich mee.

De nutsleidingen welke momenteel op privaat domein liggen komen op openbaar domein te liggen.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt naar aanleiding van de aanvraag ingediend door landmeter-expert Rik Appeltans voor het verkavelen van een grond in 5 loten, waarvan 2 bebouwbare loten voor halfopen bebouwing, met vastlegging van een nieuwe rooilijn, op een terrein gelegen Beemdenstraat en met als kadastrale omschrijving: afd. 1, sectie A, nrs. 175k, 175l en 175m kennis van het feit dat, naar aanleiding van het openbaar onderzoek 0 bezwaarschriften werden ingediend.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om principieel akkoord te gaan om de gemeenteweg Beemdenstraat gedeeltelijk te wijzigen zoals aangeduid op het ontwerp van rooilijnplan.

Artikel 3:

De gemeenteraad besluit de zaak van de wegenis, met inbegrip van de vaststelling van het rooilijnplan in deze aanvraag voor een omgevingsvergunning goed te keuren in toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet en artikel 47 van het besluit tot uitvoering van het decreet van de omgevingsvergunning.

Artikel 4:

De gemeenteraad gaat principieel akkoord met opname van lot 3, zoals ingetekend op het verkavelingsplan nieuwe toestand, in het openbaar domein van de gemeente Heusden-Zolder.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.5.

Leefomgeving - tarievenreglement recyclagepark - bekrachtiging - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen(Materialendecreet)

         het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema)

         het besluit van de Vlaamse regering van 9 december 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan huishoudelijk en gelijkaardig bedrijfsafval

         de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverand Limburg.net

 

Feiten en context

De raad van bestuur van Limburg.Net keurde op 26 oktober 2022 het "Reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET" goed.

 

Argumentatie

Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door Limburg.net beheerde recyclageparken rekent Limburg.net een rechtstreekse vergoeding (tarief) aan de bezoeker van het recyclagepark.

 

Een tarief kan enkel aangerekend worden voor de huishoudelijke afvalstoffen die niet vallen onder de belaste basisdienst en de contantbelastingen zoals vastgesteld in het Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

 

De tarieven die de bezoeker aan Limburg.net betaalt, zijn een rechtstreekse vergoeding ten behoeve van Limburg.net en geen belasting ten behoeve van de gemeente.

 

Het reglement bepaalt ook wie toegang heeft tot de Limburg.net parken, evenals de wijze van aanrekening van de toegangsbadge en van de geldende tarieven.

 

Naar aanleiding van de gestegen kosten, de dalende subsidies en in sommige gevallen oneigenlijk gebruik van compostvaten en compostbakken, besliste de Raad van bestuur Limburg.Net  op 26/10/2022 om het tarief dat wordt aangerekend aan de burger te verhogen: 

- compostvat: € 15 > € 30 

- compostbak: € 35 > € 60 

Er wordt ook een begrenzing opgenomen van het aantal compostvaten of compostbakken dat een gezin op een periode van 5 jaar kan aankopen om een eerlijke verdeling van de subsidies te bekomen. Er worden ook enkele tekstuele aanpassingen doorgevoerd m.b.t. de aangetekende herinnering naar aanleiding van een aangepast aanmaningenproces.  

 

De raad van bestuur van Limburg.net keurde op 26 oktober 2022 het aangepast reglement goed.

Limburg.Net vraagt aan de gemeenteraad om het reglement te bekrachtigen.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Het in bijlage gevoegde reglement "betreffende de tarieven op de aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET", dat op 26 oktober 2022 door de raad van bestuur van Limburg.Net werd goedgekeurd en in werking treedt vanaf 1 januari 2023, wordt bekrachtigd.

 

Bijlagen

Reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.6.

Leefomgeving - tarievenreglement asbestinzameling - bekrachtiging - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41

         het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen(Materialendecreet)

         het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema)

         het besluit van de Vlaamse regering van 9 december 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan huishoudelijk en gelijkaardig bedrijfsafval

         de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverand Limburg.net

 

Feiten en context

De raad van bestuur van Limburg.Net keurde op 26 oktober 2022 het reglement "betreffende  het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers" goed.

 

Argumentatie

De organisatie van de dienstverlening kadert in het versneld asbestafbouwbeleid zoals uitgewerkt door de OVAM dat streeft naar een versnelling in de afbouw van alle risicovolle asbesthoudende materialen uit onze leefomgeving binnen het Vlaamse Gewest.

 

De organisatie van de aanvraag en de inzameling van de asbestcontainers – en platenzakken of bigbags gebeurt door Limburg.net waarbij de aanvraag- en aanbiedingsvoorwaarden zoals vastgelegd door Limburg.net dienen nageleefd te worden.

Het huidige tarievenreglement voor de bronophaling asbest loopt af op 31 december 2022. Limburg.net ontving intussen de goedkeuring van OVAM voor een nieuw asbestdossier zodat deze dienstverlening verder loopt vanaf 2023. Limburg.net voorziet een nieuw tarievenreglement voor de bronophaling asbest. 

Er zijn geen aanpassingen voorzien aan de tarieven die de burger betaalt voor een bronophaling, enkel de aanvraagregels worden licht versoepeld. Voor de nieuwe projectperiode kan een aanvrager - gespreid (dus 1 aanvraag per keer) - 2 aanvragen plaatsen (in plaats van één aanvraag per aanvrager en per ophaaladres in de vorige projectperiode 2020-2022). 

 

De raad van bestuur van Limburg.net keurde op 26 oktober 2022 het aangepast reglement goed.

Limburg.Net vraagt aan de gemeenteraad om het reglement te bekrachtigen.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Het reglement "betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers", dat op 26 oktober 2022 door de raad van bestuur van Limburg.Net werd goedgekeurd en in werking treedt op 1 januari 2023, wordt bekrachtigd.

 

Bijlagen

Reglement betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.7.

Leefomgeving - verkoop visvijver Vrunstraat - intrekking besluit

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40, 41 en 293.

         Het Burgerlijk Wetboek, art. 1582 tot 1701.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten, van mevrouw Liesbeth Homans, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding.

 

Feiten en context

Tijdens zijn vergadering van 25 augustus 2022 besloot de raad tot definitieve goedkeuring van de openbare verkoop van een visvijver met bijhorende grond in de Vrunstraat, groot 01ha 67a 76ca, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 4de afdeling, sectie D, nr. 251B, 257A en 258B, mits de minimum te behalen verkoopprijs van € 36.000,00.

Tijdens zijn vergadering van 16 november 2022 besloot het college van burgemeester en schepenen de verkoop voorlopig in te trekken om de vijver (deels) op te vullen en aansluitend het terrein te bebossen in het kader van boscompensatie, en pas vervolgens tot verkoop over te gaan.

 

Argumentatie

Het terrein kan in eerste instantie aangewend worden in het kader van boscompensatie, waarbij eerst de vijver (deels) opgevuld zal worden en aansluitend het terrein bebost zal worden, waarna vervolgens tot verkoop kan worden overgegaan.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Het besluit van de raad van 25 augustus 2022 tot openbare verkoop van een visvijver met bijhorende grond in de Vrunstraat, groot 01ha 67a 76ca, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 4de afdeling, sectie D, nr. 251B, 257A en 258B, wordt ingetrokken om de vijver (deels) op te vullen en aansluitend het terrein te bebossen in het kader van boscompensatie, en pas vervolgens tot verkoop over te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.8.

Leefomgeving - uitbreiding erfpacht VZW Stijn

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40, 41 en 293.

         Het Burgerlijk Wetboek, art. 1582 tot 1701.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten, van mevrouw Liesbeth Homans, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding.

 

Feiten en context

Op 25 april 1986 werd een erfpachtovereenkomst afgesloten met de VZW Dienstencentrum St.-Oda voor de bouw van een dienstencentrum langs de huidige Domherenstraat.

Bij akte van 4 juni 1991 werd de zate van de toegangsweg uit de overeenkomst gesloten  en bij akte van 27 december 1991 werd de erfpachtovereenkomst, samen met de opgerichte gebouwen, overgedragen aan de VZW Dienstencentrum ’t Weyerke.

Momenteel is de VZW Stijn, Breugelweg 200 in 3900 Pelt, de overkoepelende vereniging.

Bijgevolg is de VZW Stijn momenteel erfpachter van de gronden, groot volgens de overeenkomst 06ha 54a 50ca en volgens kadaster 06ha 62a 86ca, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 3de afdeling, sectie A, nr. 1376A, 1432L3 en 1432M, eindigend op 24 april 2085.

Voor de bouw en exploitatie van een therapieboerderij, verzoekt de VZW Stijn ons nu de bestaande erfpachtovereenkomst uit te breiden met de percelen, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 3de afdeling, sectie A, nr. 1438 en 1439, groot 39a 70ca respectievelijk 43a 40ca.

 

De bedoelde grond werd echter onder een grotere oppervlakte bewerkt door de heer Theo Franssen, Bremstraat 14 in 3560 Lummen.

De verpachting van de percelen, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 3de afdeling, sectie A, nr. 1438 en 1439, dient bijgevolg beëindigd te worden.

De pachter heeft inmiddels deze percelen verlaten en terug ter beschikking gesteld, en bevestigt geen enkele aanspraak op vergoeding te bezitten of te laten gelden, noch hoofdens beplantingen en gebouwen, noch hoofdens uitwinning ten gewone of buitengewone titel, noch hoofdens pachtverbreking in het algemeen, en reeds geruime tijd tot deze bevinding en beslissing te zijn gekomen.

 

Argumentatie

Door de uitbreiding van de erfpachtovereenkomst en de beëindiging van de verpachting wordt voor de VZW Stijn de mogelijkheid gecreëerd over te gaan tot de bouw en exploitatie van een therapieboerderij.

 

Er is geen bezwaar tegen deze uitbreiding van de bestaande erfpachtovereenkomst, met dien verstande dat alle aktekosten, met inbegrip van de leveringskosten, ten laste vallen van de VZW Stijn.

De VZW Stijn betaalt nu jaarlijks € 977,37 (geïndexeerd bedrag voor 2022) als erfpachtvergoeding, en pro rata de oppervlakte zou dat een jaarlijkse verhoging met zich meebrengen van afgerond € 100.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De verpachting van de percelen, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 3de afdeling, sectie A, nr. 1438 en 1439, aan de heer Theo Franssen, Bremstraat 14 in 3560 Lummen, wordt beëindigd.

 

Artikel 2:

Voor de bouw en exploitatie van een therapieboerderij, wordt de bestaande en op 24 april 2085 eindigende erfdienstbaarheidsovereenkomst met de VZW Stijn, Breugelweg 200 in 3900 Pelt, uitgebreid met de percelen, kadastraal gekend Heusden-Zolder, 3de afdeling, sectie A, nr. 1438 en 1439, groot 39a 70ca respectievelijk 43a 40ca.

 

Artikel 3:

Alle aktekosten, met inbegrip van de leveringskosten, vallen ten laste van de VZW Stijn.

 

Artikel 4:

De raad besluit de huidige jaarlijkse erfpachtvergoeding te verhogen met € 100,00.

 

Artikel 5:

De financieel directeur wordt gemachtigd om de A.A.P.D. ervan te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.

 

Bijlagen

ontwerpakte van uitbreiding van de erfpacht met VZW Stijn

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.9.

Financiën - belastingreglement huishoudelijke afvalstoffen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

         decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

         wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen (Invorderingswetboek) van 13 april 2019, zoals gewijzigd

         besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

         besluit van de gemeenteraad van 16 december 2021 “ belastingreglement op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2020 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2022 - goedkeuring “

 

Feiten en context

Er is een lidmaatschap van de gemeente bij Limburg.net, namelijk een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

Uit de statuten van Limburg.net en in het bijzonder artikel 3 blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en –verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van Limburg.net.

Op 17 december 2015 werd er een convenant gesloten tussen de gemeente Heusden-Zolder en Limburg.net, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval zoals door de raad van bestuur van Limburg.net wordt uitgewerkt, toe te passen.

Volgens dit convenant werd Limburg.net ook gemachtigd om de afvalbelasting te innen. Deze inning wordt algemeen aangeduid met de term "directe inning".

Het voorstel is om een aantal wijzigingen in het reglement op te nemen:

         opheffing vorig belastingreglement en vaststelling nieuw belastingreglement, beide vanaf 1 januari 2023

         enkele kleine redactionele aanpassingen naar aanleiding van opmerkingen van ABB

         verlaging van het tarief voor snoeihoutophaling op afroep

 

Argumentatie

De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het beste aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

Dit belastingreglement is opgemaakt aan de hand van het modelreglement van Limburg.net die van toepassing zijn voor de gemeenten die het Optimo-ophaalsysteem toepassen.

 

BESLUIT eenparig aangenomen.
 

 

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEGRIPPEN VAN DE BELASTING

 

Artikel 1: Algemene bepalingen

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.

 

Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:

         Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.

 

         Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door Limburg.net van de huishoudelijke afvalstoffen, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.

 

De tarieven die verschuldigd zijn voor de afgifte van afval op het recyclagepark van de gemeente worden door de raad van bestuur van Limburg.net vastgelegd in een afzonderlijk tarievenreglement. Deze tarieven maken geen deel uit van het belastingreglement.

 

Artikel 2: Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied

In alle gemeenten in het bedieningsgebied van Limburg.net waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door Limburg.net uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.

 

Dit houdt in:

         dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd.

         dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement.

 

Artikel 3: Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

 

  huishoudelijke afvalstoffen: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

  huisvuil: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, keuken- en tuinafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

  Limburg.net: de opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.

Limburg.net heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. Limburg.net treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.

Limburg.net wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.

 

  het bedieningsgebied: het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan Limburg.net hebben overgedragen.

 

  afvalreglement: de gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.

 

  gezin: voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:

         hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid

         hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven.

         hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijksregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden). 

 

Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.

 

  onderneming: elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.

 

  ophaalpunt: elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van Limburg.net huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.

 

  basisdienst: het geheel van diensten verleend door Limburg.net waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied. De basisdienst omvat:

 

- voor de huis-aan-huisophaling:

-> van het huisvuil:

=> wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven huisvuilcontainer:

* de beschikking per gezin over standaard één huisvuilcontainer uitgerust met een gegevens-chip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in artikel 3 - 11°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

* de huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen en in maximaal 12 ophaalbeurten per jaar en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil in inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

o 1 persoonsgezin: 60 kg huisvuil

o 2 persoonsgezin: 120 kg huisvuil

o 3 persoonsgezin: 150 kg huisvuil

o 4 persoonsgezin en meer: 180 kg huisvuil

 

Er kan per gezin maximum 60 kg huisvuil worden overgedragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat er minimaal 1 ophaalbeurt van het huisvuil heeft plaats gevonden.

 

=> wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak:

 

* De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

o 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

o 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

o 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 2 rollen grote zakken + 1 rol kleine zakken (of equivalent)

o 4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent)

De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekeninghoudend met de openingsdata van de verdeelpunten.

 

=> wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een ondergrondse container van Limburg.net:

* de beschikking per gezin over standaard één pas die toegang geeft tot de ondergrondse huisvuilcontainer. De toegangspas is uitgerust met een gegevens-chip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 11°. De gegevens worden gelezen bij het openen van de trommel.

* Per gezin is een jaarlijks quotum huisvuil inbegrepen om in de ondergrondse container te deponeren, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

o Voor een 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 20 openingen van de trommel

o Voor een 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 40 openingen van de trommel

o Voor een 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 50 openingen van de trommel

o Voor een 4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 60 openingen van de trommel

Overdracht van resterende kilo’s naar het jaar nadien kan maar gebeuren indien minimum 1 lediging in het dienstjaar is uitgevoerd en is geplafonneerd tot maximum 20 openingen.

 

=> wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamenlijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):

 

o de toegang tot een of meerdere containers waarnaar het jaarlijks quotum huisvuil (uitgedrukt in kilogram zoals hierboven omschreven) van meerdere gezinnen zijn omgezet.

 

Het jaarlijks recht van de gezamenlijke container is de som van alle rechten waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.

 

Overdracht van resterende kilo’s is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafonneerd op een maximum van 60 kg.

 

-> Voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:

=> De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor de registratie van de DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 11°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

 

- voor het aan huis ophalen op afroep:

-> De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.

 

- Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door Limburg.net beheerde inzamelpunten:

-> Voor de recyclageparken:

=> De toegang tot de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat, voor de gezinnen die toegang nemen tot het recyclagepark met hun E-Identiteitskaart en voor zover het reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van Limburg.net wordt gerespecteerd.

=> Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen volgens het door de raad van bestuur van Limburg.net goedgekeurde reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van Limburg.net en voor zover dit reglement wordt gerespecteerd. Ondernemingen genieten deze quota niet, met uitzondering van het afval waarvoor het 0-tarief geldt, waar zij eveneens gerechtigd zijn gratis aan te leveren.

=> De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

-> Voor de straat- of wijkcontainers:

=> Het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.

 

De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.

 

10° tarieven: Limburg.net legt in een afzonderlijk reglement de vergoedingen (tarieven) vast die door Limburg.net zullen aangerekend worden voor het aanbrengen van fracties huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken die door Limburg.net worden uitgebaat. Het tarievenreglement wordt vastgelegd door de raad van bestuur van Limburg.net die de indeling per prijzencategorie bepaalt, evenals de quota en de tarieven bij overschrijding van de quota.

 

In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken uitgebaat door Limburg.net enkel die fracties begrepen die onder de hierna vastgelegde quota liggen:

 

Tarief

Fracties

Quotum

€ 0,00/kg

alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, glas (vlak+hol), pmd, kga, aeea, autobanden (4 autobanden per gezin/jaar), gemengde kunststoffen, kaars- en kurkresten, metalen, textiel, eps, kringloopgoederen,...

 

€ 0,025/kg

zuiver bouwpuin

1000 kg/gezin

€ 0,05/kg

tuinafval

400 kg/gezin

€ 0,08/kg

asbest, gemengd bouwpuin, gipsplaten

asbest: 600 kg/gezin

geen quotum voor gemengd bouwpuin, gipsplaten

€ 0,11/kg

houtafval

nihil

€ 0,18/kg

grofvuil, roofing en treinbielzen (C-hout)

nihil

 

In het tarievenreglement legt de raad van bestuur van Limburg.net tevens het tarief vast van de toegangsbadge en de goederen die op het recyclagepark te koop worden aangeboden.

 

Het tarievenreglement maakt geen voorwerp uit van het belastingreglement.

 

11° CARDS: de databank waarin Limburg.net per gezin of per onderneming registreert:

- de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in artikel 4.

- de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

- alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingreglement en het tarievenreglement van Limburg.net.

- de rekenstaat van het gezin of de onderneming.

- Indien van toepassing, de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.

- indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamenlijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).

 

12° referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

- voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.

- voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.

 

13° rekenstaat: de rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

- de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting

- de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen

- de volgens het tarievenreglement van Limburg.net verschuldigde tarieven op de recyclageparken evenals de reeds betaalde bedragen of voorschotten

 

Op de rekenstaat worden de verschuldigde bedragen ingevolge bezoeken aan het recyclagepark (tarieven) of diensten op basis van huidig belastingreglement (contantbelastingen) afzonderlijk vermeld.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld/het voorschot en/of het quotum is van het gezin of de onderneming.

 

Artikel 4: Bepalingen inzake de CARDS-databank

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen en/of om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de Limburg.net CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert Limburg.net de registratie uit op basis van deze gegevens.

 

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in artikel 9 van dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

 

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het Limburg.net-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

 

In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:

         het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

         de (extra) toegangsbadges voor het recyclagepark die werden verleend.

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.

 

De gegevens van de CARDS-databank kunnen door Limburg.net worden aangewend voor het versturen van de betalingsuitnodigingen op grond van het tarievenreglement voor de aan Limburg.net verschuldigde tarieven op de recyclageparken.

 

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan Limburg.net sluit Limburg.net de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. Limburg.net vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen en / of tarieven of door betaling van het onbestede quotum op het rekeningnummer van de referentiepersoon. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten en de toegangsbadges tot het recyclagepark worden automatisch geblokkeerd.

 

Artikel 5: Het ter beschikking stellen van huisvuilcontainers

De containers te gebruiken als recipiënt voor huisvuil worden ter beschikking gesteld op basis van volgende bepaling:

1° Voor wooncomplexen vanaf acht gezinnen in appartementen of studio’s kan een gezamenlijke container van 1.100 liter met gesolidariseerd quotum (in principe 1.100 liter) worden voorzien. Ook kan voorzien worden in het gebruik van een container van 1.100 liter voor ophaalpunten ten behoeve van openbare diensten. De aanvraag tot het bekomen van een gezamenlijke container wordt ingediend bij Limburg.net.

Zelfstandige ondernemers hebben geen recht op een bijkomende container voor het afval uit hun zelfstandige activiteit.

 

De containers zijn verbonden aan het ophaalpunt. Ingeval van verhuis moeten de afvalcontainers in goede en gereinigde staat in een overdekt lokaal aan het ophaalpunt achtergelaten worden.

 

Artikel 6: Het ter beschikking stellen van (gezamenlijke) huisvuilcontainers of toegangspassen voor een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net

Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien: 

­ In samenspraak met Limburg.net kan een ondergronds inzamelsysteem voorzien worden door Limburg.net. In dat geval ontvangt het gezin standaard 1 toegangspas voor het ondergronds inzamelsysteem. Per extra toegangspas die geleverd moet worden aan het gezin wordt € 15,00 aangerekend.

­ Aan wooncomplexen vanaf acht wooneenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamenlijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.

 

Indien gewenst kan een hangslot worden worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van € 36,25 per slot.

 

Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

 

Artikel 7: Toegangsbadges voor recyclageparken

De leden van het gezin die beschikken over een elektronische identiteitskaart (eID) krijgen hiermee toegang tot het recyclagepark.

 

Gezinnen en ondernemingen kunnen bij Limburg.net extra toegangsbadges bekomen, na betaling van het tarief zoals vastgelegd in het tarievenreglement. Er bestaan 2 types van toegangsbadges:

         Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘gezin’

         Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘onderneming’

 

HOOFDSTUK 2 – DE KOHIERBELASTING

 

Artikel 8: Algemene beginselen

De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door Limburg.net. Limburg.net brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

 

Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting volgende bepalingen nog van toepassing :

- de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

- het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 9: De belastingplichtige

De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft. De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.

 

Artikel 10: Het bedrag van de kohierbelasting

Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:

         € 104,59 voor een eenpersoonsgezin

         € 117,09 voor een tweepersoonsgezin

         € 123,34 voor een driepersoonsgezin

         € 129,59 voor een vierpersoonsgezin en meer

 

In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van € 39,59 zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:

         € 65,00 voor een eenpersoonsgezin

         € 77,50 voor een tweepersoonsgezin

         € 83,75 voor een driepersoonsgezin

         € 90,00 voor een vierpersoonsgezin en meer

 

Artikel 11: Vrijstellingen en verminderingen

         Vrijstellingen

 

Er wordt een vrijstelling voorzien voor de gezinnen met een referentieadres ( toestand 1 januari van het belastingjaar ).

 

         Verminderingen

 

Er wordt voorzien in vermindering van € 40,00 indien een gezinslid recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming op 1 januari van het belastingjaar op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 - artikel 37. Indien meerdere gezinsleden recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming, wordt de vermindering slechts 1 keer verrekend. 

 

Artikel 12: Sancties bij niet-betaling

Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten uit artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Artikel 13: Ondeelbaarheid

De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.

 

Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:

         Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.

Daarbij zal gelden:

         dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum in kilogram.

         dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.

 

         Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen, blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.

 

         De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van een gezin.

 

Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamenlijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet van toepassing.

 

Artikel 14: De inkohiering en de inning

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aangeslagen jaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door Limburg.net, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan Limburg.net, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

 

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door Limburg.net.

 

Artikel 15: De mogelijkheid van bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.

 

Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

 

Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

 

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk Limburg.net via de CARDS databank.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 16: Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft

 

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2023.

 

HOOFDSTUK 3 – DE CONTANTBELASTING

 

AFDELING I - BEGINSELEN

 

Artikel 17: Algemene beginselen

In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door Limburg.net of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.

 

De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:

         De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.

         Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

         De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.

         Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van Limburg.net, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.

         De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door Limburg.net en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.

         Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.

         De vergoedingen die op de Limburg.net recyclageparken worden aangerekend betreffen geen contantbelastingen. Zij worden vastgelegd in een tarievenreglement goedgekeurd door de raad van bestuur van Limburg.net en bekrachtigd door de betrokken gemeenteraad.

 

Artikel 18: Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting

Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, noch onder het tarievenreglement van toepassing op de recyclageparken, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:

         in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):

         huisvuil  (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval;

         keukenafval

         pmd

         textiel

         tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst.

         in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):

         grofvuil

         snoeihout

 

AFDELING II – DE BEDRAGEN VAN DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 19: De bedragen voor de aan huis inzameling

Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:

         Contantbelasting: huisvuil en tuinafval

         1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: € 12,50 /rol

         1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: €   6,25 /rol

         1 rol van 10 tuinafvalzakken: € 2,50/rol

 

Indien gebruik gemaakt wordt van specifieke inzamelsystemen:

TYPE CONTAINER

AFVALSOORT

EUR PER AANBIEDING

EUR PER KG

1.100 liter

huisvuil

3,21

0,18

Container met gezamenlijk

quotum (tarief van toepassing van zodra quotumkilo's opgebruikt zijn)

huisvuil

0,00

0,18

Gezamenlijk ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net

huisvuil

0,63 (per opening van de trommel)

0,00

 

         Contantbelasting: pmd, keukenafval, textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal.

 De contantbelasting bedraagt:

FRACTIE

EENHEID

CONTANTBELASTING

Pmd

1 rol van 20 zakken van 60 L

€ 3,00 per rol

keukenafval

1 rol van 13 zakken van 17 L

€ 2,00 per rol

textiel- en lederwaren

1 rol van 10 zakken van 50 L

€ 1,00 per rol

papier en karton

 

€ 0,00

hol glas

 

€ 0,00

metaal

 

€ 0,00

 

Artikel 20: De bedragen voor de inzameling op afroep

Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op € 20,00 per ophaalbeurt van 2m³.

Voor het ophalen van snoeihout op afroep wordt de contantbelasting vastgelegd op € 5,00 per ophaalbeurt van 2m³.            

 

AFDELING III – DE HEFFING

 

Artikel 21: De heffing van de contantbelasting

Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.

 

Voor het grofvuil (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de grofvuilaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).

 

Voor snoeihout (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de snoeihoutaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).

 

Artikel 22: Belastingschuldige

Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Artikel 23: Voorschotaanrekening

§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.

De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.

De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.

De krachtens het tarievenreglement betaalde voorschotten op de recyclageparken kunnen gecumuleerd worden met de voorschotaanrekening op grond van dit belastingreglement.

De krachtens het tarievenreglement verschuldigde tarieven op de Limburg.net recyclageparken kunnen eveneens in mindering gebracht worden op de betaalde voorschotten.

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting / tarieven wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.

De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst.

De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.

De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van het gezin / de onderneming / verantwoordelijke van een wooncomplex met gesolidariseerd quotum in de CARDS-databank.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

§ 2 Voor elk wooncomplex met gesolidariseerd quotum wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:

         per gezamenlijke container van 1.100 liter: € 180,00

         in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: € 30,00

 

§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:

         een container van 1.100 liter: € 40,00

         in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: € 10,00

 

Wanneer een wooncomplex met gesolidariseerd quotum meerdere gezamenlijke containers ter beschikking heeft, is het drempelbedrag de opstelsom van alle containers die ter beschikking zijn.

 

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.

 

§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.

 

§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:

         een container van 1.100 liter: € 20,00

 

Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:

         de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker

         de datum van het bezoek aan het recyclagepark met aangeboden fracties boven de quota

 

§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot en vermeldt of het bedrag aangerekend werd als een contantbelasting volgens dit reglement dan wel als een tarief volgens het tarievenreglement van Limburg.net.

 

§ 7  Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingschuldige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.

 

Artikel 24: Overzicht van de stand van de rekenstaat

Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contantbelasting (via containers aan huis of via een ondergronds inzamelsysteem).

 

Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamenlijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis aan huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARDS geregistreerd werd (bv. een syndicus).

 

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

AFDELING IV – DIVERSE BEPALINGEN INZAKE DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 25: Sociale correcties

In volgende gevallen worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld:

         Voor gezinsleden jonger dan 3 jaar op 1 januari van het aanslagjaar wordt een vermeerdering van het jaarlijks quotum huisvuil per betreffend gezinslid toegepast. Kinderen die geboren worden in de loop van het aanslagjaar geven eveneens recht op een vermeerdering van het jaarlijks quotum huisvuil. Elk gezin ontvangt per jaar per kind onder de 3 jaar 1 rol met 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk extra.

         Eveneens wordt een vermeerdering van het jaarlijks quotum huisvuil per betreffende inwoner van de gemeente toegestaan aan personen die omwille van medische redenen meer afval produceren en zulks mits voorlegging van een doktersattest waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat de betrokkene om medische redenen beantwoordt aan het criterium voor het bekomen van een vermeerdering van het jaarlijks quotum huisvuil. Dit doktersattest dient overhandigd te worden aan een vertrouwenspersoon die in elke gemeente hiertoe is aangesteld. Personen die aan deze criteria voldoen, ontvangen per jaar 2 rollen van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk OF 4 rollen van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk.

         Gesubsidieerde onderwijsinstellingen kunnen de huisvuilzakken bekomen tegen de helft van de prijs. Het aantal rollen is gebaseerd op het aantal leerlingen en leerkrachten met een afronding naar het hogere tiental.

 

Artikel 26: De verkoop van afvalzakken

De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op het gemeentehuis of op andere door de gemeente en/of door Limburg.net gecommuniceerde plaatsen.

Limburg.net wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.

 

Artikel 27: Beschadiging of verlies van afvalcontainers / badges en hangslot

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container, gegevens-chip of toegangsbadge wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:

         container 1.100 liter met gegevens-chip: € 235,50

         gegevens-chip: € 25,00

 

Indien bij beschadiging de gegevens-chip kan worden hergebruikt, wordt het bedrag van de container aangerekend minus het bedrag van de gegevens-chip.

 

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van de toegangspas voor de ondergrondse container wordt een bedrag van € 15,00 aangerekend voor de verzending van een nieuwe toegangspas. Bij beschadiging door normaal gebruik wordt kosteloos een nieuwe pas opgestuurd, nadat de beschadigde pas werd ingeleverd.

 

Voor het aanleggen van een hangslot op een container wordt een bedrag aangerekend van € 36,25 per slot. Een container met slot wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

De verschuldigde bedragen worden in mindering gebracht van de voorschottenrekening.

 

Indien gedurende een periode van meer dan één jaar geen lediging voor een afvalcontainer geregistreerd werd, kan Limburg.net of de gemeente de betrokken afvalcontainer terugvorderen.

 

Artikel 28: Intrest bij negatief saldo

Wanneer de rekenstaat van het gezin of de onderneming een negatief saldo vertoont, dan zal dit negatief saldo vanaf de eerste aanmaning een nalatigheidsintrest opbrengen gelijk aan de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten en gerekend tot de aanzuivering van het negatief saldo.

 

Artikel 29: De inning

De eventuele voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door Limburg.net, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

De betalingsuitnodigingen en de afrekeningen geven een gedetailleerd overzicht van de aangerekende en betaalde voorschotten, de aangerekende contantbelastingen en de aangerekende tarieven.

 

De inning van de contantbelasting door Limburg.net verloopt volgens de verdere bepalingen.

 

Artikel 30: De mogelijkheid van bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.

 

Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

 

Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan Limburg.net.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan Limburg.net.

 

Artikel 31: Omzetting in een kohierbelasting

Wanneer de rekenstaat een negatief saldo aan contantbelasting(en) vertoont wordt het volledige negatief saldo van contantbelasting(en) op de rekenstaat conform artikel 4, §7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Artikel 32: Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft

De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2023.

 

HOOFDSTUK 4 – DE WIJZE WAAROP LIMBURG.NET DE GEREGLEMENTEERDE BELASTINGEN INT

 

Artikel 33: De aanrekening van de belastingen

Limburg.net is verantwoordelijk en staat in voor:

         de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingschuldige van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;

         het correct bijhouden van de rekenstaten;

         de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.

 

Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:

1° De belastingen worden aan de belastingschuldige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft. Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.

2° De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingschuldige. De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingschuldige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.

3° De tarieven aangerekend door Limburg.net volgens haar tarievenreglement voor het gebruik van het recyclagepark worden aan de gebruiker van het recyclagepark aangerekend op een daartoe geëigend document volgens het tarievenreglement. De aldus aangerekend tarieven mogen door Limburg.net vermeld worden op betalingsdocumenten waarop de contantbelastingen worden aangerekend of op de betalingsuitnodigingen waarmee de voorschotten aangerekend worden. De aangerekende tarieven moeten op deze documenten duidelijk onderscheiden zijn van de aangerekende contantbelasting.

 

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

Artikel 34: De vermeldingen op de betaaldocumenten

§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.

 

Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.

 

§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen gericht aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar. Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal Limburg.net per gewone brief de belastingschuldige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt Limburg.net per gewone brief een tweede aanmaning aan de belastingschuldige. De tweede aanmaning verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingschuldige. Indien de belasting niet volledig binnen de betalingstermijn wordt voldaan, wordt de belastingschuldige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal de belasting met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingschuldige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan omtrent de aangerekende belastingen een bezwaar schriftelijk indienen gericht aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal Limburg.net per gewone brief of per e-mail de belastingschuldige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt Limburg.net per gewone brief een tweede aanmaning aan de belastingschuldige. De tweede aanmaning verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingschuldige. Indien het negatief saldo niet volledig binnen de betalingstermijn wordt voldaan, wordt de belastingschuldige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal het negatief saldo met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

Artikel 35: De aanmaningen

§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt Limburg.net per gewone brief of e-mail een eerste aanmaning voor het nog openstaande bedrag. De aanmaning kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt Limburg.net een tweede aanmaning met een betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

 

Limburg.net kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt Limburg.net per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De aanmaning kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt Limburg.net per gewone brief een tweede aanmaning met een betaaltermijn van 31 dagen.

 

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.

 

Limburg.net kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

Artikel 36: De kostenaanrekening van de dwangbevelen

De kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

 

De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

 

Artikel 37: De betaling

De betalingen gebeuren op de rekening van Limburg.net onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument.

 

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht Limburg.net op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.

 

Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting,  vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten. Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.

Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.

 

Artikel 38: De aanrekening van intresten

De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting worden aangerekend conform artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Artikel 39: Uitzondering op de inningsbevoegdheid

§ 1 Van zodra Limburg.net of door de gemeente of door de belastingschuldige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingschuldige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingschuldige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt Limburg.net het inningsdossier van de belastingschuldige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

§ 2 De belastingschuldige die niet voldoet aan de voorwaarden van § 1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente Limburg.net onverwijld in kennis van die beslissing. Limburg.net draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

HOOFDSTUK 5 – SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

 

Artikel 40: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Artikel 41: Opheffing

Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.

 

Artikel 42: Bekendmaking

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid

overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:

         Limburg.net

         de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

         het Departement Omgeving, Afdeling Handhaving en/of de Vlaamse Minister van Omgeving

         de technische dienst (milieudienst, verantwoordelijke recyclagepark).

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.10.

Financiën - belastingreglement leegstaand gebouw en woning - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

         decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

         Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

         Vlaamse Codex Wonen van 2021

         artikel 2.2, waarbij de gemeente wordt aangeduid als regisseur van het lokale woonbeleid

         artikels 2.9 tot en met 2.14 betreffende de opmaak van een gemeentelijk leegstandsregister

         Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 tot verderzetting van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGSW Woonfocus 2.0 samen met de gemeenten Houthalen-Helchteren en Maasmechelen en projectuitvoerder Stebo vzw, en de goedkeuring van het projectplan IGSW Woonfocus 2.0 voor de projectperiode 2020-2025.

         besluit van de gemeenteraad van 16 december 2021 "belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 20 februari 2020 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2022 - goedkeuring"

         besluit van de gemeenteraad van 16 december 2021 over de goedkeuring van het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen en woningen in Heusden-Zolder

 

Feiten en context

De gemeente engageert zich om leegstaande gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken.

Het voorstel is om het vorig belastingreglement op te heffen en een nieuw belastingreglement vast te stellen, beide vanaf 1 januari 2023.

Een aanpassing van het reglement is aangewezen om twee redenen. Op vraag van Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) dient in de vrijstelling voor nieuwe eigenaars, art. 5, §2, 3°, de uitzondering voor bloed- en aanverwanten geschrapt te worden. De vrijstelling uit artikel 5, §2, 4°, voor eigenaars van 5 of meer woningen, dient aangepast te worden overeenkomstig aanpassingen in het verwaarlozingsreglement. Deze vrijstelling blijft behouden, maar de werkwijze met toelichting op het lokaal woonoverleg wordt aangepast om in overeenstemming te zijn met de timing van behandelen van deze vrijstelling en de timing van het lokaal woonoverleg.

In geval van een aanvraag voor vrijstelling voor renovatiewerken zonder omgevingsvergunning, wordt een renovatienota gevraagd. Deze renovatienota dient een gedetailleerd tijdschema te bevatten, waaruit blijkt dat binnen een bepaalde periode de woning bewoonbaar wordt gemaakt. Deze periode wordt aangepast van 24 naar 36 maanden, om in overeenstemming te zijn met de voorziene termijn van 3 jaar voor deze de vrijstelling. De maximale termijn van de vrijstelling wordt niet gewijzigd. De beschrijving van de renovatienota wordt ook aangepast zodat deze ook van toepassing is op gebouwen.

 

Argumentatie

Het belastingreglement werd in samenspraak met Stebo vzw herschreven.

Één uitzondering op vrijstelling wordt geschrapt op vraag van ABB, 2 vrijstellingen worden geherfomuleerd.

Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden.

Het is wenselijk dat op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwenbestand ook optimaal benut wordt.

De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen heeft meer effect als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting.

Dit belastingreglement is opgesteld, in samenspraak met Stebo vzw, op basis van het voorbeeldreglement van Wonen Vlaanderen en ervaringen in de praktijk.

De vrijstellingen die zijn opgenomen in dit reglement sluiten het beste aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

§ 1. Het belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen, vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2021, wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.

 

Voor het aanslagjaar 2022, voor zover er nog een inkohiering zou moeten gebeuren voor 30 juni 2023, blijven de bepalingen van het belastingreglement vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2021 gelden.

 

§ 2. Woningen, gebouwen en kamers die reeds eerder werden opgenomen in het leegstandsregister, blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke opnamedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglement(en), blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van dit reglement.

 

§ 3. Er wordt met ingang vanaf 1 januari 2023 voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente Heusden-Zolder een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig boek 2, deel 2, titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, betreffende het leegstandsregister (artikels 2.9 tot en met 2.14).

 

§ 4. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, dit wil zeggen 12 maanden na datum van de administratieve akte.

 

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 2:

Begripsomschrijving

In dit reglement wordt verstaan onder:

1. Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister. De gemeente kan hiervoor beroep doen op medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband die worden aangesteld door het college van burgemeester en schepenen.

 

2. Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

 

3. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs

c) een elektronische aangetekende zending

 

4. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

5. Kamer: een woning zoals vermeld in de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 1.3, 25° (een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt).

 

6. Woning: een goed, vermeld in de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 1.3, 66° (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).

 

7. Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

8. Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

9. Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

 

10. Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en opgemaakt zoals beschreven in het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen en woningen in Heusden-Zolder, goedgekeurd door de gemeenteraad van 16 december 2021.

 

11. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen.

 

12. Renovatienota: is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van Burgemeester en Schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:

a) een overzicht van de voorgenomen werken

b) een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 36 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt of het gebouw gebruiksklaar wordt gemaakt

c) offertes en/of facturen ten bedrage van minimaal € 10.000,00 met betrekking tot de voorgenomen werken waarin de verschillende onderdelen duidelijk vermeld worden. Deze offertes en/of facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar.

d) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen.

 

13. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

14. Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom

b) het recht van opstal of van erfpacht

c) het vruchtgebruik.

 

Artikel 3:

Belastingplichtige

§ 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§ 2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht via een aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in de inventaris.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze bevat minstens de volgende gegevens:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris

         nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4:

Tarief van de belasting

De belasting bedraagt:

 

Voor het eerste jaar na opname in het leegstandsregister:

a. € 1.400,00 voor een gebouw of woning

b. € 100,00 voor een kamer

 

Vanaf het tweede jaar na opname in het leegstandsregister:

a. € 2.400,00 voor een gebouw of woning

b. € 200,00 voor een kamer

 

Vrijstellingen schorten de termijn niet op.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Artikel 5:

Vrijstellingen

§ 1. De zakelijk gerechtigde kan beroep doen op de hieronder in § 2 en § 3 vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Deze vrijstellingen moeten, tenzij anders vermeld, elk jaar opnieuw, per aanslagjaar, voor de datum van het verschuldigd zijn van de belasting worden aangevraagd.

 

§ 2. Deze personen/organisaties zijn vrijgesteld van de leegstandsbelasting:

 

1° De belastingplichtige die volle eigenaar is van de woning of het gebouw en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of in een zorgwoning, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling, of elders inwoont in het kader van een zorgsituatie. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling, een melding van zorgwoning of ingeschreven zijn als bewoner van een zorgwoning of een attest van de huisdokter moet worden voorgelegd. Deze vrijstelling loopt totdat deze situatie zich opheft.

 

2° De belastingplichtige die volle eigenaar is van de woning of het gebouw waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt tot zolang de situatie zich aanhoudt. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd.

 

3° De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Dit bewijs moet geleverd worden door de belastingplichtige door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van een notarisakte.

Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap.

 

4° Indien belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil

slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen. De geïnventariseerde woning of geïnventariseerde gebouw moet deel uitmaken van deze sloop-, verbouw- of renovatieplannen.

De belastingplichtige voegt bij zijn aanvraag tot vrijstelling een document met daarin een

gedetailleerde beschrijving van de voorziene werken en de bijhorende planning. De aanvraag tot vrijstelling en het beschrijvende document zal door de administratie worden voorgelegd aan het lokaal woonoverleg. Indien het lokaal woonoverleg of de administratie dit nodig acht, wordt de belastingplichtige uitgenodigd voor een toelichting op het lokaal woonoverleg. Het lokaal woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. Deze vrijstelling kan maximaal verleend worden voor vijf opeenvolgende belastingsjaren, en op voorwaarde dat er jaarlijks voldoende voortgang vastgesteld kan worden op basis van de ingediende documenten.

 

Vrijstellingen vermeld in deze paragraaf zijn persoons-/organisatiegebonden. De administratie kan jaarlijks bewijzen opvragen om de vrijstelling te staven.

 

§ 3. Een vrijstelling wordt verleend als:

 

1° het gebouw of de woning gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

         wanneer het gaat over handelingen die om een omgevingsvergunning vragen: er kan een niet vervallen omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend.

         wanneer het gaat over handelingen die geen omgevingsvergunning vragen: er kan een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door de administratie en dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend.

 

Slechts 1 van bovenstaande vrijstellingen kan worden toegekend binnen een periode van 10 jaar.

 

2° de woning in gebruik is voor een aan het wonen aanverwante functie, waarbij er geen structurele wijzigingen gebeurd zijn aan de woning met het oog op deze functie.

Volgende functies komen voor deze vrijstelling in aanmerking:

         een functie die wordt erkend door een van overheidswege vastgelegde toezichthouder. Deze toezichthouder houdt ook toezicht op de kwaliteit van deze functie

         een zorgverlenende functie

         een vrij beroep.

Het louter hebben van een inschrijving in Kruispuntbank Ondernemingen geeft geen recht op deze vrijstelling. Deze vrijstelling is niet van toepassing voor woningen of gebouwen die aangemeld zijn als toeristisch logies.

 

Na stopzetting van dit gebruik kan de woning terug bewoond of verhuurd worden zonder het uitvoeren van structurele ingrepen. Deze vrijstelling wordt toegekend voor de periode van één jaar en kan jaarlijks hernieuwd worden zolang de woning in gebruik is voor deze functie.

 

3° het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan ongedaan gemaakt wordt of tot de onteigening effectief wordt.

 

4° het gebouw of de woning beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht krachtens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, of opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De periode van vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar en vangt aan op datum van de aanvraag van de vrijstelling.

 

5° het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

6° het gebouw of de woning onmogelijk effectief gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een andere soortgelijke procedure, bijvoorbeeld bij de afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil. De vrijstelling gaat in:

         vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid indien de zaak start na opname in het leegstandsregister

         twee jaar vanaf de opnamedatum indien de procedure gestart is voor opname in het leegstandsregister.

De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting.

 

7° het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30 §2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

8° het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 5.82 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

9° het gebouw of de woning te koop wordt aangeboden tegen aanvaardbare marktvoorwaarden. Dit moet worden aangetoond aan de hand van een schattingsverslag door een expert. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 1 jaar en kan slechts één keer toegekend worden aan dezelfde eigenaar van het zakelijk recht binnen een periode van 10 jaar.   

 

10° het gebouw of de woning te huur staat. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 1 jaar en kan slechts één keer toegekend worden aan dezelfde eigenaar van het zakelijk recht binnen een periode van 10 jaar. 

 

11° de houder(s) van het zakelijk recht kunnen aantonen dat de leegstand het gevolg is van een beleidsmatig strategisch project. Deze vrijstelling wordt toegekend door middel van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen waarin ook de termijn van deze vrijstelling wordt opgenomen.   

 

12° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, dit wil zeggen te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand. Deze vrijstelling wordt toegekend door middel van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen waarin ook de termijn van deze vrijstelling wordt opgenomen.  

 

§ 4. De bezwaarinstantie onderzoekt de aanvraag voor vrijstelling. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van leegstaande woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§ 5. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het verzoek tot vrijstelling en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de aanvraag. Indien de aanvraag wordt ingewilligd, wordt de startdatum en de eventuele einddatum of termijn van de vrijstelling vermeld in dit schrijven.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt de aanvraag tot vrijstelling geacht te zijn ingewilligd.

 

§ 6. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 7.

 

Artikel 6:

Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7:

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

De hangende bezwaarschriften bij het gemeentebestuur betreffende het aanslagjaar 2022, worden verder afgehandeld volgens het belastingreglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad van 16 december 2021 "belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 20 februari 2020 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2022 - goedkeuring".

 

Artikel 8:

Kennisgeving toezicht

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.11.

Financiën - belastingreglement reclame - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

         decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

         besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

         besluit van de gemeenteraad van 12 december 2019 “belastingreglement op de huis-aan-huis bedeling van reclamebladen en drukwerken - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2013 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2020 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Het voorstel is om het vorig belastingreglement op te heffen en een nieuw belastingreglement vast te stellen, beide vanaf 1 januari 2023.

De gemeente Heusden-Zolder ondervindt, net zoals meerdere gemeenten, moeilijkheden bij de invordering van deze belasting. Het voorstel is om de bepaling van de belastingplichtige anders te definiëren. Als de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, zal de belasting verschuldigd zijn door de Belgische vestiging van de verantwoordelijke uitgever. Wanneer er geen Belgische vestiging is, zal de belasting hoofdelijk verschuldigd zijn door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.

 

Argumentatie

Het verspreiden van reclamebladen en drukwerken verhoogt het volume van de papierafval en brengt bijkomende kosten van onder meer afhaling en verwerking met zich mee.

Het is verantwoord om met de invoering van dit belastingreglement de kosten te financieren en de overlast zoveel mogelijk te beperken.

De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het beste aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Het belastingreglement op de huis-aan-huis bedeling van reclamebladen en drukwerken, vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2019, wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van een belasting op de huis-aan-huis bedeling van reclamebladen en drukwerken met ingang van 1 januari 2023 goed.

 

Artikel 3:

Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente Heusden-Zolder een belasting gevestigd op de huis-aan-huis bedeling van publiciteitsbladen en –kaarten met handelskarakter, van catalogi en kranten welke publiciteit bevatten met een handelskarakter, en erop gericht is een potentieel cliënteel ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

De verordening bedoelt uitsluitend het niet-geadresseerd drukwerk, waarvan de bedeling kosteloos en zonder initiatief is van de bestemmeling.

Voor de toepassing van dit reglement wordt beschouwd als “niet-geadresseerd drukwerk” ieder drukwerk dat niet wordt bestemd met de naam en het adres van de bestemmeling en dat niet op onuitwisbare manier de naam en het adres van de bestemmeling vermeldt.

Voor het aanslagjaar 2022, voor zover er nog een inkohiering zou moeten gebeuren voor 30 juni 2023, blijven de bepalingen van het belastingreglement vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2019 gelden.

 

Artikel 4:

De belasting is verschuldigd door de uitgever. Wanneer de uitgever niet gekend is, of indien hij in staat van onvermogen verkeert, wordt de belasting in afnemende orde gevestigd op de drukker, de verdeler of de genieter onder wiens naam, logo of embleem de reclame gevoerd wordt.

Indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting verschuldigd door de Belgische vestiging van de verantwoordelijke uitgever. Wanneer er geen Belgische vestiging is, dan is de belasting in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.

 

Artikel 5:

De belasting wordt per verspreid exemplaar vastgesteld op € 0,01 indien de totale oppervlakte niet groter is dan 1.250 cm². Indien de totale oppervlakte groter is dan 1.250 cm² dan bedraagt de belasting € 0,02 per verspreid exemplaar. Het al dan niet volledig bedrukt zijn van een bladzijde geeft geen aanleiding tot een vermindering van de belasting.

 

Artikel 6:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een gratis huis-aan-huis verspreiding van reclame- of andere  drukwerken plaatsvindt. Een specimen van het drukwerk zal als basis dienen voor de berekening van de aanslag.

Het verschuldigd bedrag wordt bekomen door vermenigvuldiging van het eenheidstarief met het aantal brievenbussen niet voorzien van een tekst die reclame weert (naar rato van het aantal brievenbussen zoals vastgesteld door B-post op 1 januari van het aanslagjaar). Voor de totaliteit van het verspreide reclamedrukwerk kan rekening gehouden worden met het aantal brievenbussen in één of meerdere gehuchten of in gans de gemeente. Wanneer in één brievenbus van een bepaald gehucht een drukwerk gevonden wordt, wordt het ganse gehucht geacht bedeeld te zijn.

 

Artikel 7:

Van de belasting zijn vrijgesteld :

         publiciteitsbladen uitgegeven door openbare diensten en onderwijsinstellingen;

         publiciteitsbladen van sociale, caritatieve, culturele en sportverenigingen waarbij geen commercieel voordeel beoogd wordt;

         verkiezingsdrukwerk en drukwerken van politieke partijen.

          

Artikel 8:

De belasting is contant betaalbaar na toezending of overhandiging van een betalingsuitnodiging. Bij gebrek aan contante betaling wordt het verschuldigde bedrag ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9:

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

 

Artikel 10:

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.12.

Financiën - retributiereglement inbeslagname voertuigen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         wet op het politieambt van 5 augustus 1992

         wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek

         besluit van de gemeenteraad van 28 oktober 2021 " retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 27 mei 2021 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 november 2021 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Het voorstel is om het vorig retributiereglement op te heffen en een nieuw retributiereglement vast te stellen, beide vanaf 1 januari 2023. Dit retributiereglement is opgesteld volgens het modelreglement dat opgemaakt werd door het ARIEC.

 

Dit retributiereglement past in het project rond verkeershandhaving en bestuurlijke aanpak van criminaliteit. In het verkeer worden regelmatig onveilige verkeerssituaties vastgesteld waarbij bestuurders al dan niet voor het plezier de openbare weg onveilig maken: veel te hard rijden, met opzet slippen en driften, enz. De omwonenden klagen over overlast en onveiligheid, andere weggebruikers worden, minstens potentieel, in gevaar gebracht. In dat kader is de burgemeester bevoegd om de nodige maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen.

 

In een aantal gevallen is het noodzakelijk om voertuigen van roekeloze bestuurders te immobiliseren en van de openbare weg te halen als preventieve maatregel. Het voertuig wordt dan om die reden bestuurlijk in beslag genomen. Het voertuig wordt getakeld door de erkende takeldienst CARROSSERIE EN DEPANNAGE GEERT SCHOPS BVBA en daarna gestald ter bewaring.

 

Omwille van de verantwoording van de administratieve kost en enkele kleine inhoudelijke aanpassingen, dringt een wijziging van het retributiereglement zich op.

 

Zodra de voorwaarden van de bestuurlijke inbeslagname van voertuigen vervuld zijn, beginnen de administratieve taken. Naar aanleiding van de feiten zal er een PV worden opgemaakt door de dienstdoende politieagent. Ook dient het voertuig bestuurlijk inbeslaggenomen te worden waardoor de takeldienst geïnformeerd moet worden. Op basis van de vaststellingen wordt de officier bestuurlijke politie geïnformeerd. De officier bestuurlijke politie zal op zijn beurt een bestuurlijk verslag opmaken. Dat bestuurlijk verslag wordt overgemaakt aan de burgemeester die het hoofd van de bestuurlijke politie is. Ook het parket ontvangt een kopie van het bestuurlijk verslag. In het bestuurlijk verslag dient volgende informatie te worden opgenomen: feiten, kennisgeving aan en beslissing officier gerechtelijke politie, gegevens voertuig, gegevens bestuurder & eigenaar, takeling voertuig en conclusie.

 

Nadat het bestuurlijk verslag overgemaakt is aan de burgemeester zal hij het verslag op diens beurt overmaken aan de administratie. Ingevolge de bestuurlijke inbeslagname dien(t)(en) de betrokkene(n) van het voertuig te worden gehoord. De administratie zorgt ervoor dat betrokkene(n) per aangetekende brief word(t)(en) uitgenodigd voor een hoorzitting bij de burgemeester als hoofd van de bestuurlijke politie. Gedurende de hoorzitting krijg(t)(en) de betrokkene(n) de mogelijkheid om hun versie van de feiten uiteen te zetten. Van de hoorzitting wordt een PV opgemaakt door de administratie. De financiële dienst zorgt ervoor dat de betrokkene(n) onmiddellijk na de hoorzitting de mogelijkheid krijg(t)(en) tot betaling van de verschuldigde retributie. Hiervoor stellen zij een factuur op dewelke (elektronisch) moet worden betaald. 

 

Op basis van het PV hoorzitting wordt een burgemeestersbesluit opgemaakt teneinde de bestuurlijke inbeslagname te bekrachtigen evenals de duur ervan te bepalen. Het genomen burgemeestersbesluit wordt per aangetekende brief verzonden naar de betrokkene(n).

 

De betrokkene(n) kan/kunnen na afloop van de inbeslagname het voertuig bij takeldienst Schops afhalen op vertoon van het betalingsbewijs. Hierna zal takeldienst Schops de takelkost evenals de stallingskost factureren aan de financiële dienst van het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur vereffent de factuur waarna de werkzaamheden ingevolge de bestuurlijke inbeslagname eindigen.

 

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de hierboven genoemde administratieve werkzaamheden:

         Vaststellende politieagent stelt een PV op;

         Vaststellende politieagent informeert Takeldienst Schops;

         Vaststellende politieagent informeert officier bestuurlijke politie;

         Officier bestuurlijke politie stelt een bestuurlijk verslag op;

         Officier bestuurlijke politie maakt het bestuurlijk verslag over aan de burgemeester;

         Officier bestuurlijke politie maakt het bestuurlijk verslag over aan het parket;

         Burgemeester bezorgt het bestuurlijk verslag aan de administratie;

         Administratie nodigt bestuurder per aangetekende brief en per gewone brief uit  voor een hoorzitting;

         Hoorzitting vindt plaats voor de burgemeester en kabinetsmedewerkster;

         Administratie stelt de verklaring vrijwillige afstand van het inbeslaggenomen voertuig op en laat deze ondertekenen door de bestuurder;

         Administratie stelt een PV op van de hoorzitting;

         Dienst Financiën stelt een factuur op;

         Administratie stelt op basis van PV hoorzitting een burgemeestersbesluit op;

         Administratie stuurt het burgemeestersbesluit ter ondertekening door naar algemeen directeur en burgemeester;

         Algemeen directeur ondertekent het burgemeestersbesluit;

         Burgemeester ondertekent het burgemeestersbesluit;

         Administratie verzendt per aangetekende en gewone brief het ondertekend burgemeestersbesluit naar de betrokkene(n);

         Dienst Financiën ontvangt (elektronische) betaling van betrokkene(n) en geeft betalingsbewijs mee;

         Dienst Financiën informeert Takeldienst Schops per mail en telefonisch over betaling van betrokkene(n);

         Opvolging na te leven termijnen door administratie lokaal bestuur Heusden-Zolder middels gewone en aangetekende brieven.

 

De bestuurlijke inbeslagname van een voertuig zorgt ervoor dat al deze werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door de administratie van het lokaal bestuur Heusden-Zolder. Zodoende is het voor het lokaal bestuur van Heusden-Zolder niet meer dan redelijk om een administratieve kost te heffen. De hoogte van de administratieve kost wordt bepaald op € 120,00 omwille van de verschillende en tijdrovende administratieve taken. Deze administratieve taken zijn onontbeerlijk opdat de bestuurlijke inbeslagname rechtsgeldig en correct wordt uitgevoerd en in overeenstemming zijn met de verwachte kwalitatieve vereisten. Dit naast de kosten voor frankering van meerdere aangetekende en gewone brieven.

 

Dit retributiereglement dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.

 

Argumentatie

De kosten die een bestuurlijke inbeslagname met zich meebrengt, dienen doorgerekend te worden aan de roekeloze bestuurder van het voertuig. Het is immers door de roekeloze houding van de bestuurder en het gevaar dat hij/zij voor de gemeenschap vormt dat deze kosten gemaakt dienen te worden. De bezitter van het voertuig of de eigenaar van het voertuig/houder van de nummerplaat is de retributie verschuldigd indien de bestuurder van het voertuig in gebreke blijft.

De tarieven die in het retributiereglement opgenomen zijn, zijn in functie van de werkelijke kosten die door het takelbedrijf aangerekend worden volgens de overeenkomst met de gemeente Heusden-Zolder van 21 april 2021. De retributie bestaat uit een bedrag voor de inbeslagname van het voertuig, een bewaarkost per kalenderdag en een administratieve kost. Aangezien het takelen en stallen van zwaardere voertuigen (boven de 3.500kg maximaal toegelaten massa (MTM)) duurder is, wordt er een differentiatie gemaakt naargelang de zwaarte van het voertuig.

 

BESLUIT

  • 20 stemmen voor: Mario Borremans, Marleen Hoydonckx, Engin Ozdemir, Isabelle Thielemans, Dirk Schops, Lode Schops, Nico Geeraerts, Funda Oru, Annette Palmers, Kristof Was, Arif Birinci, Petra Tielens, Mario Carremans, Janne Celis, Swa Vanderaerden, Tonny Vanhamel, Marten Frederix, Zihni Aktepe, Elif Sanli en Eddy Pools
  • 7 onthoudingen: Jan Jans, Tony Lespoix, Ann Leyssens, Hans Zegers, Herwig Hermans, Anny Jaspers en Steven Goris

 

 

Artikel 1:

Het retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 oktober 2021, wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van de retributie voor de bestuurlijke

inbeslagname en de stalling van voertuigen met ingang van 1 januari 2023 goed.

 

Artikel 3:

In dit reglement wordt verstaan onder:

         bestuurlijke inbeslagname: het voertuig dat een gevaar betekent voor het leven en/of de lichamelijke integriteit van personen en/of de veiligheid van goederen wordt aan het vrije beschikkingsrecht van de eigenaar, de bezitter en/of de bestuurder onttrokken, zolang zulks met het oog op de openbare veiligheid en rust vereist is;

         voertuig: alle motorvoertuigen, zonder dat deze opsomming beperkend is. Het begrip voertuig houdt eveneens alle toebehoren in, alsook de voorwerpen die er aan vastgemaakt zijn;

         retributie bestuurlijke inbeslagname voertuig: de kost voor de inbeslagname en takeling van het voertuig;

         bewaarkost: de kost voor het bewaren van het voertuig gedurende de periode van bestuurlijke inbeslagname totdat het voertuig effectief opgehaald wordt;

         administratieve kost: de kost voor de administratie ingevolge de bestuurlijke inbeslagname van het voertuig.

 

Artikel 4:

De retributie bestaat uit drie delen waarbij er in het eerste deel een onderscheid wordt gemaakt naargelang het tijdstip van takelen en wordt als volgt vastgesteld:

         Deel 1: bestuurlijke inbeslagname voertuig

          tot 3.500 kg:

          dagtarief (8u tot 18u): € 205,70

          nachttarief (18u tot 8u): € 254,10

          weekend en feestdag (vrijdag 18u tot maandag 8u): € 254,10

          vanaf 3.500 kg:

          dagtarief (8u tot 18u): € 786,50

          nachttarief (18u tot 8u): € 907,50

          weekend en feestdag (vrijdag 18u tot maandag 8u): € 907,50

         Deel 2: bewaarkost per kalenderdag

          voor een voertuig tot 3.500 kg: € 12,10

          voor een voertuig vanaf 3.500 kg:  € 24,20

         Deel 3: administratieve kost:

          ongeacht het gewicht van het voertuig: € 120,00.

 

De bewaarkost wordt berekend vanaf de dag dat het voertuig getakeld werd tot en met de dag waarop het voertuig effectief wordt opgehaald en dat ten vroegste op het moment dat de bestuurlijk inbeslagname eindigt, zoals vastgelegd in het burgemeestersbesluit.

 

Artikel 5:

§ 1. De retributie is verschuldigd door de persoon die de bestuurder/gebruiker was van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig.

§ 2. De houder van de kentekenplaat en/of de eigenaar, dan wel bezitter, van het voertuig is de retributie verschuldigd indien de bestuurder in gebreke blijft.

 

Artikel 6:

§ 1. De totale retributie is verschuldigd bij opheffing van de bestuurlijke inbeslagname, en dient uiterlijk op het moment van het ophalen van het voertuig betaald te worden.

§ 2. De betaling van de retributie moet (elektronisch) gebeuren, bij voorkeur met debet- of creditcard. De dienst financiën van het lokaal bestuur Heusden-Zolder staat in voor de inning van de retributie.

§ 3. Op het moment van het ophalen van het voertuig dient de verschuldigde retributie volledig betaald te zijn. Het voertuig wordt niet vrijgegeven zolang de betaling niet voldaan is.

§ 4. Indien de volledige retributie nog niet betaald is op de dag waarop men het voertuig zou komen ophalen en/of het voertuig niet opgehaald wordt op de voorziene dag, dan wordt de stalling verlengd en de bijkomende bewaarkost eveneens aangerekend.

§ 5. Ingeval het voertuig niet of niet tijdig wordt opgehaald, is de retributie verschuldigd tot de dag waarop de eigenaar of het voertuig heeft opgehaald of vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn voertuig of de dag waarop de gemeente of de takeldienst conform het burgerlijk recht over het voertuig kan beschikken.

Het voertuig wordt maximaal tot 6 maanden na de bestuurlijke inbeslagname bewaard. Indien de retributie na die 6 maanden niet betaald is, kan de eigenaar ervoor kiezen om vrijwillig afstand te doen van het voertuig.

 

Artikel 7:

De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een kwijting of in voorkomend geval binnen de termijn vermeld op het factuur.

Bij gebrek aan betaling wordt de retributie ingevorderd volgens de modaliteiten bepaald in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 8:

Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid

overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het

lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.13.

Financiën - retributie werken nutsvoorzieningen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         besluit van de gemeenteraad van 12 december 2019 "retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2019 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2020 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Op 18 oktober 2022 werd er een brief ontvangen van Fluvius met de vraag tot goedkeuring van het voorgestelde model van het retributiereglement.

Voorstel om vanaf 1 januari 2023 het vorig retributiereglement op te heffen en een nieuw retributiereglement vast te stellen, dat opgesteld werd volgens het modelreglement.

 

Argumentatie

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

De goedkeuring van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.

Op het vlak van onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

De actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1: Algemeen

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

Permanente nutsvoorzieningen zijn :

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

Dit retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.

 

Artikel 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen € 10,24, voor werken in voetpaden € 7,88 en voor werken in aardewegen € 4,73. 

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

 

Artikel 3: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van € 1,00 per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van € 0,50 per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4: Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

 

Artikel 5: Definitief karakter

Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.14.

Financiën - retributie leveren diensten en uitlenen materialen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41

         besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2022 " retributiereglement op het leveren van diensten en uitlenen van materialen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2021 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 juli 2022 - goedkeuring "

 

Feiten en context

Het voorstel is om een aantal wijzigingen in het reglement op te nemen:

         opheffing van het vorig retributiereglement en vaststelling van het nieuw retributiereglement, beide vanaf 1 januari 2023

         aanpassing tarief verkoop van klei voor de leerlingen van de GABK

 

Argumentatie

Het leveren van allerlei diensten en het uitlenen van allerhande materialen brengt voor de gemeente kosten mee en het is logisch om deze kosten voor het verlenen van deze diensten te verhalen op de aanvrager.

Het tarief voor de verkoop van klei voor de leerlingen van de GABK wordt aangepast conform de actuele prijzen.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

Het retributiereglement op het leveren van diensten en uitlenen van materialen, vastgesteld door de gemeenteraad van 30 juni 2022, wordt met ingang van 1 januari 2023 opgeheven.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het reglement over de vaststelling van de retributie op het leveren van diensten en uitlenen van materialen met ingang van 1 januari 2023 goed.

Artikel 3:

Er wordt ten behoeve van de gemeente een retributie gevorderd van de natuurlijke of rechtspersonen, voor het leveren van de diensten en het uitlenen van de materialen waarvoor zij hebben verzocht, zonder daartoe verplicht te zijn geweest door een wet of reglement.

Artikel 4:

Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt: 

 

1. UITLENEN VAN MATERIAAL

1.1. Nadar

         Retributie: € 0,10/lm, voor maximum één week.

         Beschadiging: effectieve kostprijs van de herstelling

         Verlies:

          € 87,00 /nadarhek

          € 18,00 /nadarpoot

Nadar bestemd voor het afsluiten van openbare wegen, waarvoor een goedgekeurde politieverordening, houdende tijdelijke verkeersmaatregelen is afgeleverd, wordt gratis geleverd.

 

1.2. Vlaggen

         Retributies:  € 1,25 per vlag, voor maximum één week.

         Beschadiging of verlies: € 38,00 per vlag.

Vlaggen dient men zelf af te halen één dag voor de organisatie en terug te bezorgen de eerste werkdag na de organisatie op de Gemeentelijke werkplaats, Kapelstraat 75, tijdens de openingsuren.

 

1.3. Vlaggenmasten

         Retributie: € 1,25 per mast, voor maximum één week.

         Beschadiging of verlies: € 74,00 per mast.

De masten worden geleverd door de gemeente. Het oprichten gebeurt door de vereniging. De vlaggenmasten worden na de organisatie klaar gelegd voor transport op de plaats waar ze werden geleverd.

 

1.4. Tentoonstellingspanelen

         Retributie: € 1,25 per paneel

         Beschadiging effectieve kosten per paneel.

         Verlies: € 125,00 per paneel.

De opbouw gebeurt door de vereniging.

 

1.5. Noodverlichting met stekker

         Retributie: € 1,25 per noodverlichting

         Beschadiging of verlies: € 62,00 per noodverlichting.

 

1.6. Stroomverdelers

         Retributie: € 1,25 per stroomverdeler

         Beschadiging: effectieve kosten per stroomverdeler

         Verlies: € 750,00 per stroomverdeler

 

1.7. Werfkasten

         Retributie: € 1,25 per werfkast

         Beschadiging: effectieve kosten per werfkast

         Verlies: € 1.400,00 per werfkast

 

1.8. Elektriciteitskasten op het Marktplein

Voor activiteiten die doorgaan op het Marktplein, uitgezonderd voor de marktkramers, kan gebruik gemaakt worden van elektriciteitskasten, aan een vaste forfait van € 125,00 per elektriciteitskast, samen met het stroomverbruik per activiteit.

 

1.9. Receptietafels

Retributie: € 3,00 per tafel per dag.

 

1.10. Kraampjes

         Retributie: € 5,00 per kraampje per week

         Beschadiging: effectieve kosten per kraampje

         Verlies: € 300,00 per kraampje

 

2. INZETTEN VAN GEMEENTEPERSONEEL EN GEMEENTELIJK MATERIAAL

Tenzij anders omschreven, wordt elk begonnen uur als een uur beschouwd.

 

2.1. Werken uitgevoerd door gemeentepersoneel: € 25,00/uur/personeelslid.

 

2.2. Maaien van terreinen (enkel voor verenigingen)

(sportterreinen of speelpleinen)

In principe zullen alle terreinen gemaaid worden met een klepelmaaier. Enkel de hondenterreinen en het terrein openluchtzwembad mogen met de mini-tractor gemaaid worden.

Uitzonderlijk kan het schepencollege toelating verlenen voor het maaien van een voetbalterrein met de mini-tractor, bv. wanneer de eigen grasmachine van de vereniging buiten dienst is.

 

Al de aanvragen tot maaien dienen minstens drie weken op voorhand gericht te worden aan het schepencollege.

Kostprijs :

         klepelmaaier: € 25,00/uur – zonder personeel

         mini-tractor: € 37,50/uur – zonder personeel

Een rekening zal hiervoor opgemaakt worden de week na de maaibeurt.

Een volgende maaibeurt van het terrein van de vereniging zal niet worden uitgevoerd indien er nog een openstaande rekening is.

 

2.3. Graaf- en laadmachine Case: € 27,50/uur, personeelsleden niet inbegrepen

 

2.4. Borstelwagen/kolkenzuiger: € 38,50/uur, personeelsleden niet inbegrepen

 

2.5. Overige voertuigen: € 17,00/uur, personeelsleden niet inbegrepen

 

2.6. Verhakselen van snoeihout op privé-terreinen

Tarief voor de hakselaar: € 15,00/uur

Het minimum tarief voor het hakselen wordt vastgesteld op € 65,00/werk (zijnde € 15,00 voor de hakselaar en twee maal € 25,00, zijnde € 50,00 voor de twee personeelsleden.)

 

2.7. Gemeenschapswachten

Tarief voor het inplannen van 2 gemeenschapswachten: € 25,00 per dagdeel (max. 4 uur)

Deze kosten hebben enkele betrekking op organisaties waar de gemeenschapswachten preventief worden ingepland ter sociale controle en waar de gemeente niet als organisator betrokken is.

 

2.8. Huwelijksvoltrekkingen

Tarief voor een huwelijksvoltrekking op een zaterdag, zon- of feestdag: € 150,00

De retributie moet voorafgaandelijk betaald worden door één van de aanvragers van het huwelijk.

Indien het huwelijk niet voltrokken wordt, zal de vergoeding integraal worden terugbetaald aan de aanvrager van het huwelijk die de vergoeding vooraf heeft betaald.

 

3. AFLEVEREN VAN FOTOKOPIEERWERKEN

Fotokopieerwerken tegen kostprijs voor:

A. Verenigingen aangesloten bij een erkende gemeentelijke adviesraad.

(Elke organisatie of manifestatie die verloopt in samenwerking met een bepaalde gemeentelijke dienst, waarvan de medewerking door het schepencollege werd goedgekeurd, valt onder deze regeling).

B. Erkende adviesraden.

C. Erkende wijk- en dorpsraden.

 

1. op wit papier 80 g

         zwart-wit A4   € 0,05

         zwart-wit A4 recto verso  € 0,10

         zwart-wit A3   € 0,05

         zwart-wit A3 recto verso € 0,10

 

2. op gekleurd papier 80 g

         zwart-wit A4   € 0,05

         zwart-wit A4 recto verso  € 0,10

         zwart-wit A3   € 0,05

         zwart-wit A3 recto verso € 0,10

 

3. op wit karton 200 g

         zwart-wit A4   € 0,10

         zwart-wit A4 recto verso  € 0,20

 

4. op gekleurd karton 160 g

         zwart-wit A4   € 0,10

         zwart-wit A4 recto verso  € 0,20

 

4. VERKOOP VAN:

1. Postkaarten: € 0,40 /stuk.

 

2. Kaarten bescherming jeugd en beteugeling dronkenschap

a. Beteugeling dronkenschap: € 1,24/stuk

b. Zedelijke bescherming van de jeugd: € 1,24/stuk

c. Toegang verboden voor ongehuwde minderjarigen: € 1,24/stuk.

 

3. Jaarverslagen: € 5,00/stuk.

 

4.    Abonnementen gemeenteraad: € 7,00/jaar.

 

5.    Toerisme :  

De dienst toerisme heeft de opdracht de verkoop van toeristische producten te organiseren waaronder onder andere: wandelkaarten, fietskaarten, autoroutes, boeken, gidsen, streekproducten, …

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om op voorstel van de dienst toerisme de aankopen goed te keuren en de verkoopprijs van de nieuwe producten vast te stellen.

Indien prijswijzigingen, opgelegd door externen zich voordoen, worden deze prijzen gehanteerd vanaf het moment dat dit door de externen wordt opgelegd en wordt dit aan het college ter kennisgeving voorgelegd.

De verkoopprijs dekt minstens de volledige aankoopkost eventueel verhoogd met een toeslag voor de indirecte kosten.

De ontvangsten uit de verkoop van toeristische producten worden geboekt op de daartoe voorziene

artikels van het gemeentelijk budget.

  

6. Parkeerschijf: € 2,00/stuk.

 

7. Tienrittenkaart voor De Lijn (enkel te gebruiken binnen de gemeentegrenzen): € 5,00.

 

8.     Pak klei van 10 kg voor de leerlingen van de GABK: € 10,00.

 

9. Verkoop afgevoerde speelmaterialen spelotheek:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om op voorstel van de afdeling welzijn en lokale economie de verkoopprijs van de afgevoerde speelmaterialen vast te stellen met een maximum van 1/3 van de aankoopprijs.

 

10.  Afgevoerde boeken / cd's / dvd's van de bibliotheek: min. € 0,50/stuk en max. € 2,00/stuk

 

11. Afgevoerde tijdschriften van de bibliotheek: € 1,00/pakket

 

12. Afgevoerde vinylplaten van de bibliotheek: min. € 5,00/stuk en max. € 10,00/stuk

 

5. VERHUREN VAN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN

5.1. Blokhut Meylandt

Wanneer een vereniging van Heusden-Zolder een niet-winstgevende activiteit voor haar eigen leden wenst te organiseren in de feestruimte van de blokhut, kan dit mits betaling van volgende huursom :

€ 50,00, waarvan :

* € 12,50 voor de huur van de feestruimte en het gebruik van de toiletruimte in de gemeentelijke blokhut

* € 37,50 voor verwarming, verlichting, water en kuisen van de feest- en toiletruimte, welke door de gemeente wordt overgemaakt aan de vzw Meylandtvissers.

De modaliteiten tot het ter beschikking stellen of verhuren van de blokhut aan derden wordt bepaald in de concessieovereenkomst met de vzw “De Meylandtvissers” en gebeurt steeds bij tussenkomst van de gemeentelijke dienst toerisme en evenementen.

 

5.2. Lokalen van het CVO

Enkel verenigingen of vzw’s met sociale doeleinden en voor openbaar nut komen in aanmerking voor het huren van deze lokalen. De lokalen mogen niet verhuurd worden voor commerciële doeleinden. De directeur van de school regelt de reservaties.

* Huurprijs: € 25,00/uur.

* Technische ondersteuning, enkel indien nodig: € 25,00/uur.

 

5.3. Opleidingslokaal gemeentehuis

Enkel verenigingen of vzw’s met sociale doeleinden en voor openbaar nut komen in aanmerking voor het huren van deze lokalen. De lokalen mogen niet verhuurd worden voor commerciële doeleinden.

* Huurprijs: € 25,00/uur

* Technische ondersteuning, enkel indien nodig: € 25,00/uur

 

5.4. Zalen van De Zandloper

De vermelde prijzen zijn de prijzen per dag. De tarieven zijn afhankelijk van welk type vereniging de zalen wil huren. Er wordt niet verhuurd aan individuele burgers.

 

Dienstencentrum, seniorenraad, vzw De Zandloper, gemeente en OCMW:

vergaderingen en activiteiten:                                     gratis

 

Seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad:

Vergadering:                                                              gratis

Activiteit of feestvergadering:

   - huur zaal de den, de eik, de linde of de beuk:       € 10,00

   - huur zaal de wilg:                                                 € 15,00

   - huur zaal de den en zaal de wilg samen:              € 20,00

   - huur zaal de eik, de linde en de beuk samen:       € 20,00

   - huur keuken:                                                       € 20,00

 

Seniorenverenigingen niet aangesloten bij de seniorenraad:

Activiteit of feestvergadering:

   - huur zaal de den, de eik, de linde of de beuk:       € 15,00

   - huur zaal de wilg:                                                 € 20,00

   - huur zaal de den en zaal de wilg samen:               € 25,00

   - huur zaal de eik, de linde en de beuk samen:       € 25,00

   - huur keuken:                                                       € 25,00

 

6. UITLENINGEN BIBLIOTHEEK

6.1. Jaarlijkse Lidmaatschapsbijdrage

Lidmaatschap:

- personen jonger dan 18 jaar

- personen vanaf 18 jaar

 

geen bijdrage

€ 5,00

Lenen van materialen, van welke aard ook

gratis

 

6.2. Comfortdiensten

Reserveren van materialen (inclusief verwittigingsbericht)

€ 1,25 per materiaal

Lenen bij andere bibliotheken (IBL):

- bij een andere Belgische openbare bibliotheek

- bij een Belgische wetenschappelijke bibliotheek

- kostprijs aangevraagde kopie ongeacht het aantal

- bij een buitenlandse bibliotheek (ook kopieën)

 

€ 3,00

€ 8,00

€ 3,00

prijs aangerekend door de uitlenende instelling

Fotokopiëren en printen per bladzijde:

- zwart-wit A4

- zwart-wit A3

- kleur A4

- kleur A3

 

€ 0,10

€ 0,20

€ 0,30

€ 0,50

Raadpleging internet

gratis

 

6.3. Retributiegeld

Te laat terugbrengen van materialen:

vanaf de dag na het verstrijken van de leentermijn:

- per materiaal per dag

- portkosten eerste herinnering

- portkosten tweede herinnering

- administratiekosten herinneringsnota

- factuur

 

 

€ 0,10

mail: gratis, brief: € 1,05

mail: gratis, brief: € 1,05

€ 6,00

gratis

Bij beschadiging, verlies, diefstal van het materiaal of bij het niet inleveren na ontvangst van de herinneringsnota

kostprijs materiaal

 

7. UITLENINGEN SPELOTHEEK

7.1. Lidgeld 

         Leden wonende in Heusden-Zolder:

          personen vanaf 18 jaar: € 5,00 / jaar per lid (maximum 3 spelletjes)

          personen jonger dan 18 jaar: gratis

 

         Leden wonende buiten Heusden-Zolder kunnen geen lid worden

 

Degene die het speelgoed uitleent is verantwoordelijk voor het materiaal en controleert het speelgoed voordat men het meeneemt.

Het speelgoed kan uitgeleend worden voor een periode van maximum 28 dagen. Voordat het teruggebracht wordt naar de spelotheek dien het speelgoed degelijk gecontroleerd en afgewassen te worden.

 

7.2. Retributiegeld

         Te laat afleveren: € 0,10 / spel / uitleendag

         Het speelgoed niet afgewassen: € 3,00/stuk

         Er is een onderdeel verloren: kostprijs onderdelen staan op het ticket

         Verlies of beschadiging van het spel: men betaalt de aankoopprijs

 

8. GEBRUIK VAN DE ZWERFWAGENPARKING MET SERVICEPUNT OP DE PARKING VAN HET DOMEIN BOVY

Gebruik van het servicepunt voor :

         60 minuten elektriciteit: € 2,00

         10 minuten drinkwater (wat afhankelijk van de waterdruk overeenkomt met circa 100 liter): € 2,00.

 

9. GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE SPORTACCOMMODATIES

Volgende voorwaarden zijn van toepassing bij het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties:

         Alle reservaties moeten geregistreerd worden via een account in Ticketgang

         Men valt onder de categorie sportvereniging als men aangesloten is bij de gemeentelijke sportraad, als sportvereniging erkend is door het gemeentebestuur of kan aantonen dat men in een erkende competitie speelt

         Scholen mogen voor hun scholensportdagen gratis gebruik maken van de sporthallen

         Sportverenigingen met jeugdwerking en uit Heusden-Zolder die afhuren op jaarbasis mogen:

          gratis gebruik van de sporthallen voor hun eigen sportkampen

          jeugdtornooien gratis organiseren

         Jeugd = tot en met 18 jaar. Gemengde ploegen moeten minimum voor de helft bestaan uit jeugd voor een goedkoper (gemiddeld) tarief. Sportvereniging dient dit zelf en voorafgaand aan de factuur duidelijk aan te tonen

         Moev, die activiteiten organiseert voor onze scholen, betaalt het scholentarief

         VTS, die opleidingen voor sportverenigingen organiseert, betaalt het tarief van de vereniging die samen met VTS de opleiding organiseert

         Kleedkamers worden verhuurd aan € 2,50 per kleedkamer per uur, vermeerderd met € 1,00 per uur per individuele gebruiker

         Gebruikers die uren afhuren maar ze niet gebruiken, krijgen bij de eerste vaststelling een verwittiging en bij de tweede vaststelling kunnen die uren afgenomen worden

         Annuleringen dienen 24 uur vooraf te gebeuren bij voorkeur via Ticketgang, of bij een toezichter of bij team sport, tenzij overmacht in het spel is

         Facturen worden maandelijks per mail verstuurd en moeten op tijd betaald zijn, anders kan de toegang tot de sportinfrastructuur geweigerd worden

 

9.1. Tarieven gemeentelijke sporthallen

 

 

9.2. Tarieven gemeentelijke voetbalterreinen

 

 

9.3. Uitlening volkssporten

De dienst sport heeft de opdracht de uitlening van volkssporten te organiseren waaronder onder

andere: sjoelbak, kegelen, hamertjesspel, Trou-madame, zaklopen, steltlopen, … .

 

Beschadiging of verloren materiaal :

         Bij herstelbare schade worden de herstellingskosten na vaststelling aangerekend via factuur

         Bij verloren of onherstelbaar beschadigd materiaal wordt de nieuwwaarde ter vervanging aangerekend via factuur

         Indien het uitgeleende materiaal nat is wanneer het wordt terug gebracht, worden de eventuele herstellingskosten, na vaststelling, aangerekend via factuur

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om op voorstel van de dienst sport

de tarieven goed te keuren en vast te stellen.

 

10. DEELNAME AAN TAALSTIMULERINGSACTIVITEITEN VOOR KINDEREN

Kinderen wonende te Heusden-Zolder die deelnemen aan de wekelijkse taalstimuleringsactiviteiten dienen zich hiervoor per schooljaar in te schrijven.

Kinderen van ouders met een verhoogde tegemoetkoming of gezinnen die cliënt zijn bij het ocmw betalen jaarlijks € 3,00 voor deelname aan de taalstimuleringsactiviteiten.

Kinderen van ouders zonder een verhoogde tegemoetkoming betalen jaarlijks € 15,00 voor deelname aan de taalstimuleringsactiviteiten.

 

Artikel 5:

De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een kwijting of in voorkomend geval binnen de termijn vermeld op het factuur.

Bij gebrek aan betaling wordt de retributie ingevorderd volgens de modaliteiten bepaald in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 6:

Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.15.

Financiën - reglement verwaarloosde woningen/gebouwen - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         De Grondwet, artikel 170, §4

         Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, art. 40 en 41

         Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

         Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

         De Vlaamse Codex Wonen van 2021

         Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021

         Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 tot verderzetting van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGSW Woonfocus 2.0 samen met de gemeenten Houthalen-Helchteren en Maasmechelen en projectuitvoerder Stebo vzw, en de goedkeuring van het projectplan IGSW Woonfocus 2.0 voor de projectperiode 2020-2025

         Het besluit van de gemeenteraad van 12 december 2019 betreffende het gemeentelijk reglement over de inventarisering van verwaarloosde woningen en gebouwen en belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Feiten en context

De Vlaamse regelgeving rond wonen werd gecodificeerd in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Deze regelgeving is de rechtsgrond voor de aanpak verwaarlozing. Het reglement is nog geldig, maar wordt best aangepast om te verwijzen naar de nieuwe artikelnummering. Vandaar het voorstel om het vorig reglement op te heffen en een nieuw reglement vast te stellen, beide vanaf 1 januari 2023.

Deze aanpassing laat toe om ook een herziening door te voeren van de vrijstelling uit artikel 13, §2, 5°: indien de belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen. De vrijstelling blijft behouden, maar de werkwijze met toelichting op het lokaal woonoverleg wordt aangepast om in overeenstemming te zijn met de timing van behandelen van deze vrijstelling en de timing van het lokaal woonoverleg.

Op vraag van Agentschap Binnenlands Bestuur dient in de vrijstelling voor nieuwe eigenaars, art. 13, §2, 4°, de uitzondering voor bloed- en aanverwanten geschrapt te worden.

In geval van een aanvraag voor vrijstelling voor renovatiewerken zonder omgevingsvergunning, wordt een renovatienota gevraagd. Deze renovatienota dient een gedetailleerd tijdschema te bevatten, waaruit blijkt dat binnen een bepaalde periode de woning bewoonbaar wordt gemaakt. Deze periode wordt aangepast van 24 naar 36 maanden, om in overeenstemming te zijn met de voorziene termijn van 3 jaar voor deze de vrijstelling. De maximale termijn van de vrijstelling wordt niet gewijzigd. De beschrijving van de renovatienota wordt ook aangepast zodat deze ook van toepassing is op gebouwen.

De opname van een woning of gebouw in het verwaarlozingsregister werd aangepast overeenkomstig het leegstandsregister.

Tot slot werden enkele formuleringen verduidelijkt en vereenvoudigd. 

 

Argumentatie

De Vlaamse Codex Wonen van 2021 stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

Verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om volgende redenen:

         Verwaarlozing is de voorbode van verkrotting: een toestand waarin woningen en gebouwen waardeloos zijn of zelfs gevaarlijk, wat niet enkel voor de eigenaar, maar ook voor de gemeente een verarming betekent;

         verwaarloosde woningen en gebouwen vormen makkelijker het mikpunt van vandalisme en vervuiling, omdat een goed waarvoor geen zorg gedragen wordt, weinig respect wekt bij passanten en buurtbewoners;

         verwaarlozing kan een gevoel van onveiligheid creëren, wat een hogere inzet van politie- en veiligheidsdiensten vraagt;

         verwaarloosde woningen of gebouwen maken het minder aantrekkelijk voor andere eigenaars in de straat of in de buurt om hun woning te renoveren of te verbeteren;

         verwaarloosde gevels in het straatbeeld doen de inspanningen van de gemeente om het openbaar domein opnieuw aan te leggen of net te houden grotendeels teniet;

         verwaarloosde woningen en gebouwen zijn minder of niet bruikbaar voor hun functie, waardoor ze ruimte in beslag nemen zonder die optimaal te benutten, terwijl de ecologische en maatschappelijke druk om ruimte zuinig en zorgvuldig te gebruiken steeds toeneemt;

         het is wenselijk dat het woningen- en gebouwenbestand dat op het grondgebied van de gemeente beschikbaar is niet alleen gebruikt wordt, maar ook in goede staat blijft, omdat verwaarlozing leidt tot verloedering, wat extra taken meebrengt voor de gemeente.

Gemeenten kunnen op basis van Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 2.15 tot en met 2.20, een register van verwaarloosde woningen en gebouwen bijhouden.

Gemeenten kunnen een reglement aannemen om nadere materiële en procedurele regelen voor het verwaarlozingsregister te bepalen.

De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting.

De vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente. 

Door de goedkeuring van het projectplan voor IGSW Woonfocus 2.0 voor de periode 2020-2025, engageerde de gemeente zich tot het opsporen, het inventariseren en het aanpakken van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Stebo vzw werd opgenomen als projectuitvoerder binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGSW Woonfocus 2.0 en ondersteunt de gemeente bij de uitvoering van het lokaal woonbeleid, waaronder de aanpak verwaarlozing.

De vrijstellingen werden aangepast op basis van ervaringen in de praktijk en op aanraden van Wonen Vlaanderen.

Het belastingreglement werd in samenspraak met Stebo vzw herschreven op basis van het nieuwe voorbeeldreglement van Wonen Vlaanderen.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING

 

Artikel 1:

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

  Administratie: de administratieve eenheid van de gemeente belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

 

  Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)  een aangetekend schrijven

b)  een afgifte tegen ontvangstbewijs

c)  een elektronische aangetekende zending.

 

  Bezwaarinstantie: het college van Burgemeester en Schepenen

 

  Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

  Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, zoals beschreven in artikel 3.19 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

  Verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen zoals vermeld in artikel 4 van dit reglement

 

  Opnamedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 5 van dit reglement in het verwaarlozingsregister is opgenomen

 

  Renovatienota: is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van Burgemeester en Schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:

a)  een overzicht van de voorgenomen werken

b)  een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 36 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt of het gebouw gebruiksklaar wordt gemaakt

c)  offertes en/of facturen ten bedrage van minimaal 10.000,00 euro met betrekking tot de voorgenomen werken waarin de verschillende onderdelen duidelijk vermeld worden. Deze offertes en/of facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar

d)  fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen.

 

  Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt

 

10°  Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

11°  Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a)  de volle eigendom

b)  het recht van opstal of van erfpacht

c)  het vruchtgebruik.

 

HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN

 

Artikel 2:

Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen

§ 1. Het reglement houdende de inventarisering van verwaarloosde woningen en gebouwen en houdende de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen goedgekeurd door de gemeenteraad van 12 december 2019 wordt opgeheven op 1 januari 2023. Voor het aanslagjaar 2022, voor zover er nog een inkohiering zou moeten gebeuren voor 30 juni 2023, blijven de bepalingen van het belastingreglement vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2019 gelden.

 

§ 2. Woningen en gebouwen, die reeds eerder werden opgenomen in het register verwaarloosde woningen en gebouwen, blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke opnamedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglement(en), blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van dit reglement.

 

§ 3. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2023.

 

Artikel 3:

Vaststelling van de verwaarlozing

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt de personeelsleden aan voor de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen. Zowel eigen personeelsleden als medewerkers van het intergemeentelijke samenwerkingsverband kunnen hiertoe aangesteld worden. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden van de aangestelde personeelsleden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§ 2. De aangestelde personeelsleden stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 12 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Artikel 4:

Verwaarlozingsregister

§ 1. De administratie houdt een verwaarlozingsregister bij.

 

§ 2. In dit register worden de volgende gegevens opgenomen:

1° het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw

2° de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw

3° de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden

4° het nummer en de datum van de administratieve akte

5° het technisch verslag, met de gebreken en tekenen van verval die aanleiding geven tot de opname

6° de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan

7° de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Artikel 5:

Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

§ 1. Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte. De datum van de vaststelling is de datum van de akte en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

 

§ 3. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 6:

Kennisgeving van de voorgenomen registratie

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het verwaarlozingsregister.

 

Deze kennisgeving bevat:

  de genummerde administratieve akte

  het technisch verslag

  informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement

  informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister

  informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het verwaarlozingsregister.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 7:

Bezwaar tegen de voorgenomen registratie

§ 1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het verwaarlozingsregister, vermeld in artikel 6, kan een zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

  ondertekend en gemotiveerd zijn

  met een beveiligde zending worden ingediend

  minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)  de identiteit en het adres van de indiener

b)  de vermelding van het nummer van de administratieve akte

c)  de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft

d) de bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw niet voldoet aan de voorwaarden om opgenomen te worden in het verwaarlozingsregister

  worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 6.

 

§ 2. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§ 3. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 8.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§ 4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§ 5. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§ 6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.

 

Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§ 7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§ 8. Indien het bezwaar wordt ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

§ 9. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtelijke onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 8:

Schrapping uit het verwaarlozingsregister

§ 1. De administratie schrapt een woning of een gebouw uit het verwaarlozingsregister wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 3, 12 punten of meer zouden opleveren. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de administratie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn

2° met een beveiligde zending worden ingediend

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)  de identiteit en het adres van de indiener

b)  de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

c) de bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het verwaarlozingsregister.

 

§ 2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§ 3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§ 4. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§ 5. De administratie doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§ 6. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 9:

Beroep tegen weigering tot schrapping

§ 1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het verwaarlozingsregister kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn

2° met een beveiligde zending worden ingediend

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)  de identiteit en het adres van de indiener

b)  de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft

c)  de weigeringsbeslissing

d) de bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

4° worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

 

§ 2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§ 3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§ 4. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.

 

Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§ 5. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

§ 6. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister.

 

HOOFDSTUK 3. BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN

 

Artikel 10:

Belastingstermijn en belastbare grondslag

§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

 

§ 2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

 

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 11:

Belastingplichtige

§ 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opnamedatum.

 

§ 2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht via een aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in de inventaris.

 

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken.

Deze bevat minstens de volgende gegevens:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris

         nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 12:

Tarief van de belasting

De belasting bedraagt:

         € 1.980,00 voor een woning

         € 1.980,00 voor een gebouw

 

Per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in het register staat wordt de heffing verhoogd met € 1.980,00 (tot een maximum van € 19.800,00).

 

De vrijstellingen schorten de termijn niet op.

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Artikel 13:

Vrijstellingen

§ 1. De zakelijk gerechtigde kan beroep doen op de hieronder in § 2 en § 3 vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Deze vrijstellingen moeten, tenzij anders vermeld, elk jaar opnieuw, per aanslagjaar, voor de datum van het verschuldigd zijn van de belasting worden aangevraagd.

 

§ 2. Deze personen of organisaties zijn vrijgesteld van de belasting :

 

1° De belastingplichtige die de verwaarloosde woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en als die niet over een andere woning beschikt

 

2° de belastingplichtige die volle eigenaar is van de woning of het gebouw en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of in een zorgwoning, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling, of elders inwoont in het kader van een zorgsituatie.. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling, een melding van zorgwoning of ingeschreven zijn als bewoner van een zorgwoning of een attest van de huisdokter moet worden voorgelegd. Deze vrijstelling loopt totdat deze situatie zich opheft.

 

3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt tot zolang de situatie zich aanhoudt. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd.

 

4° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Dit bewijs moet geleverd worden door de belastingplichtige door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van een notarisakte.

Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap.

 

5° Indien belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen. De geïnventariseerde woning of geïnventariseerde gebouw moet deel uitmaken van deze sloop-, verbouw- of renovatieplannen. De belastingplichtige voegt bij zijn aanvraag tot vrijstelling een document met daarin een gedetailleerde beschrijving van de voorziene werken en de bijhorende planning. De aanvraag tot vrijstelling en het beschrijvende document zal door de administratie worden voorgelegd aan het lokaal woonoverleg. Indien het lokaal woonoverleg of de administratie dit nodig acht, wordt de belastingplichtige uitgenodigd voor een toelichting op het lokaal woonoverleg. Het lokaal woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. Deze vrijstelling kan maximaal verleend worden voor vijf opeenvolgende belastingsjaren, en op voorwaarde dat er jaarlijks voldoende voortgang vastgesteld kan worden op basis van de ingediende documenten.

 

Vrijstellingen vermeld in deze paragraaf zijn persoons-/organisatiegebonden. De administratie kan jaarlijks bewijzen opvragen om de vrijstelling te staven.

 

§ 3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

1° het gebouw of de woning gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

         wanneer het gaat over handelingen die om een omgevingsvergunning vragen: er kan een niet vervallen omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend.

         wanneer het gaat over handelingen die geen omgevingsvergunning vragen: er kan een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door de administratie en dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend.

 

Slechts 1 van bovenstaande vrijstellingen kan worden toegekend binnen een periode van 10 jaar.

 

2° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of tot de onteigening effectief wordt.

 

3° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

 

4° het gebouw of de woning beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht krachtens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, of opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De periode van vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar en vangt aan op datum van de aanvraag van de vrijstelling.

 

5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, of omwille van een andere soortgelijke procedure, vb. bij de afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil. De vrijstelling gaat in:

         vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid indien de zaak start na opname in het verwaarlozingsregister

         twee jaar vanaf de opnamedatum indien de procedure gestart is voor opname in het verwaarlozingsregister.

 

De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting.

 

7° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie- verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30, §2 van de Vlaamse Codex van 2021

 

8° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 5.82 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

9° te koop wordt aangeboden tegen aanvaardbare marktvoorwaarden. Dit moet worden aangetoond aan de hand van een schattingsverslag door een expert. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar en kan slechts één keer toegekend worden aan dezelfde eigenaar van het zakelijk recht binnen een periode van 10 jaar.

 

10° het gebouw of de woning te huur staat. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 1 jaar en kan slechts één keer toegekend worden aan dezelfde eigenaar van het zakelijk recht binnen een periode van 10 jaar.

 

11° de houder(s) van het zakelijk recht kunnen aantonen dat de verwaarlozing het gevolg is van een beleidsmatig strategisch project, Deze vrijstelling wordt toegekend door middel van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen waarin ook de termijn van deze vrijstelling wordt opgenomen.

 

12° wanneer de verwaarlozing het gevolg is van overmacht, dit wil zeggen te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de verwaarlozing. Deze vrijstelling wordt toegekend door middel van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen waarin ook de termijn van deze vrijstelling wordt opgenomen.  

 

§ 4. De bezwaarinstantie onderzoekt de aanvraag voor vrijstelling. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§ 5. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het verzoek tot vrijstelling en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de aanvraag. Indien de aanvraag wordt ingewilligd, wordt de startdatum en de eventuele einddatum of termijn van de vrijstelling vermeld in dit schrijven.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt de aanvraag tot vrijstelling geacht te zijn ingewilligd.

 

§ 6. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 15.

 

Artikel 14:

Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 15:

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.

De hangende bezwaarschriften bij het gemeentebestuur betreffende het aanslagjaar 2022, worden verder afgehandeld volgens het belastingreglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad van 12 december 2019 "reglement over de inventarisering van verwaarloosde woningen en gebouwen en belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen - opheffing beslissing van de gemeenteraad van 27 april 2017 en vaststelling nieuw reglement met ingang van 1 januari 2020 - goedkeuring"

 

Artikel 16:

Melding, afkondiging en bekendmaking

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Bijlagen

bijlage 1 technisch verslag

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.16.

Welzijn - reglement uitlenen laptops Digibank Heusden-Zolder - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

 

Feiten en context

Op 28 september 2022 ontving het lokaal bestuur de officiële goedkeuring van het ingediende subsidiedossier van de Digibank Heusden-Zolder.

De volledige inhoud van het project Digibank werd toegelicht op de commissie welzijn van 10 oktober 2022. 

Eén van de doelstellingen van de Digibank Heusden-Zolder is het uitlenen van laptops aan inwoners die hier nood aan hebben.

 

Argumentatie

Om willekeur te vermijden, wordt door het team welzijn een reglement voorgesteld om te bepalen welke inwoners recht hebben om een laptop uit te lenen en aan welke voorwaarden.

Na advies van de juriste wordt er gewerkt met een ontvangstbewijs.

De opstart van de uitleendienst van de Digibank Heusden-Zolder wordt voorzien ten laatste februari 2023. Op dit moment is de gunningsprocedure voor de aankoop van 100 laptops in opstart.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het reglement uitleen laptops Digibank Heusden-Zolder, zoals bijgevoegd, goed met ingang vanaf 1 januari 2023.

 

Bijlagen

1. Reglement uitlenen laptops Digibank Heusden-Zolder

2. Ontvangstbewijs uitlenen laptop Digibank Heusden-Zolder

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Punt bijlagen/links 2. Ontvangstbewijs uitlenen laptop Digibank Heusden-Zolder.pdf Download
Overzicht punten

OZ.17.

Welzijn - samenwerkingsovereenkomst s-Lim - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41 en deel III, titel III intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

         besluit schepencollege 6 oktober 2021 'handhavingsplan Koolmijnlaan-Cité'

         besluit schepencollege 10 augustus 2022 'handhavingsplan Koolmijnlaan-Cité - uitvoering onderdeel camerasysteem'

 

Feiten en context

De gemeente neemt voor bepaalde activiteiten deel aan de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg. Via een statutenwijziging van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg d.d. 9 december 2020 werd het voorwerp aangepast met de vermelding dat de Opdrachthoudende vereniging bevoegd is voor het uitoefenen van elke nevenactiviteit inzake de infrastructuur op de openbare verlichtingsinstallaties of op andere dragers, in opdracht van de deelnemende gemeenten die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen (artikel 3 A. punt 5. onderdeel 5.5. statuten Fluvius Limburg) en waarbij de infrastructuur wordt gedefinieerd als “alle verrichtingen in verband met de aanleg, de installatie, het onderhoud, de exploitatie of de vernieuwing van infrastructuur voor de ontwikkeling van onder meer het concept ‘slimme steden en gemeenten” (artikel 2bis, 11 statuten Fluvius Limburg). Er is een herroepbaarheid van de beheersoverdracht voor deze activiteit voorzien in het artikel 9 van de statuten van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg.

De Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg doet voor de uitvoering van haar activiteiten en de daarmee verband houdende openbaredienstverplichtingen een beroep op de werkmaatschappij Fluvius System Operator cv met zetel te Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle. In het artikel 3 B. van de statuten van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg is opgenomen dat de Opdrachthoudende vereniging ten behoeve van haar deelnemers haar voorwerp ook mag verwezenlijken door samenwerking met andere rechtspersonen waar zij al dan niet kan in deelnemen met naleving van de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. Fluvius Limburg (voorheen Inter-media) heeft in dit verband in augustus 2017 beslist om s-Lim cv op te richten met als doelstelling ‘het concretiseren van samenwerking, in hoofdzaak tussen steden en gemeenten, rond de ontwikkeling van een geografisch gebied tot een Smart Region via onder meer het centraliseren van kennis inzake IT-toepassingen, dataplatform, databeheer, applicaties,…’.

Via s-Lim kan het gemeentebestuur een vast camerasysteem laten installeren.

 

Winkelgebied Cité en de daarin centraal gelegen Koolmijnlaan kent een hoge bezoekersgraad. Ze is aantrekkelijk voor een breed scala aan profielen: winkeliers/shoppers, recreanten, horecabezoekers, (boven)lokale jongeren enz.

 

Het winkelgebied is de voorbije tien jaar sterk gegroeid door de komst van een aantal winkelketens met ruime parkings. Hierdoor zijn er extra  bezoekersstromen. Daarnaast is er een toename van kwalitatieve horecazaken wat de algemene uitstraling ten goede kwam. Het winkelgebied Cité is het enige winkelgebied in de gemeente met een bovenlokale uitstraling.

 

De sterkere attractiviteit van het winkelgebied genereert eveneens een aantal zichtbare fenomenen zoals druk verkeer, rondhangende jongeren, zwerfvuil ...  waardoor er soms een subjectief onveiligheidsgevoel in de publieke ruimte wordt ervaren. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor een veilige uitstraling van het winkelgebied en dit te versterken waar het kan. Een (sociaal) veiligheidsgevoel kan bekomen worden via voldoende inzet van actoren zoals lokale politie, de jongeren- en wijkwerker(s), gemeenschapswachten ... Een gerichte (preventieve) aanpak kan hieraan bijdragen. Tegelijkertijd stellen we vast dat er voor een aantal overlastfenomenen zoals het vervuilen van de publieke ruimte, het parkeren op het fietspad, het blokkeren van de openbare weg, het afsteken van pyrotechnisch materiaal enz. niet altijd voldoende menselijke capaciteit voor handen is om dit ten alle tijde goed op te volgen en te handhaven.

 

Op dit moment wordt er al occasioneel gebruik gemaakt van tijdelijk vaste camera's om tijdens  overlastgevoelige periodes te handhaven. De ervaringen met het gebruik van de vaste camera's zijn een ondersteuning op het vlak van handhaving van het GAS-reglement en het strafrecht in het algemeen. Om een structurele handhaving op het vlak van (sociale) overlast te bekomen, is het installeren van een permanent camerasysteem nodig.

 

Vanuit het lokaal bestuur werden er afgelopen maanden verschillende voorbereidende stappen gezet wat betreft de uitrol van een permanent camerasysteem voor het winkelgebied Cité.

 

Hierbij werd rekening gehouden met:

         doelstellingen van de bewakingscamera's: focus ligt op sociale overlast en overtredingen op het strafrecht

         kwaliteitsvereisten: zijn de bewakingscamera's ook daadwerkelijk geschikt voor de vooropgestelde doelstellingen

         perimeter: hoe ruimer het gebied, hoe groter de kost

         kostprijs en betaalbaarheid 

         eigenaarschap: de Koolmijnlaan is een gewestweg, een toestemming van AWV is vereist

         effect op andere private actoren in het gebied: indien er een sterkere handhaving komt kunnen bepaalde fenomenen (zoals bijvoorbeeld het verzamelen en rondhangen aan voertuigen) verschuiven naar andere private gebieden (met publiek karakter). De meest relevante actoren zoals de verschillende ketenuitbaters werden hiervan reeds in kennis gesteld, zodoende konden zij eigen maatregelen overwegen en opzetten.

 

Om een goede realistische inschatting te krijgen van de haalbaarheid, doelstellingen alsook de financiële impact van het permanent camerasysteem werd er ter voorbereiding een ruime conceptstudie verricht door het bedrijf SCOPE.

 

Argumentatie

Voor het team welzijn - preventie en politie is de installatie van een permanent camera- systeem in het winkelgebied Cité een belangrijk hulpmiddel in het handhaven van  het gemeentelijk GAS-reglement en de openbare orde. De aanwezigheid van een camerasysteem zal ook bijdragen tot de vermindering van onveiligheidsgevoelens bij inwoners, handelaars en bezoekers van het winkelgebied. 

 

Op basis van de conceptstudie zijn er zones in het winkelgebied Cité geselecteerd voor camerabewaking. De zones situeren zich tussen de brug en het Huis van het Kind. Er worden  in totaal 19 camera's voorzien voor een geraamd bedrag van 448.305 euro. Het bedrag is all-in en bevat de kosten voor aanleg bekabeling, graafwerken, materiaal zelf, montage ...

Het bedrag is exclusief na-servicekosten en jaarlijks is er een kost voor databeheer.

 

Voor de plaatsing van het camerasysteem moet de gemeente ingevolge hogervermelde visie een beroep doen op de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg die door middel van haar dochtermaatschappij s-Lim cv zal instaan voor de verrrichtingen in verband met de aanleg, de installatie, het onderhoud, de exploitatie of de vernieuwing van infrastructuur voor de ontwikkeling van onder meer het concept ‘slimme steden en gemeenten (art. 3/A/5/5.5 statuten Fluvius Limburg).

Dit houdt concreet in dat Fluvius Limburg via diens dochtermaatschappij s-Lim cv zal instaan voor de verrichtingen die hiermee verband houden en aldus wordt de opdracht gegeven voor:

         de levering en de plaatsing van vaste en verplaatsbare camera’s, inclusief ANPR camera’s en de nodige hulpapparatuur zoals modems, connectieboxen en fysieke dragers;

         het preventief en curatief onderhoud op deze camera’s;

         de software en hardware nodig om de camera’s uit te lezen, de data op te slaan en toegang te verlenen aan bevoegden, het zogenaamde CBS (centraal camerabeheersysteem);

         de 24/7 helpdesk, monitoring en toegangsbewaking op het hele systeem;

         de VCA (video content analysis) software binnen de camera’s alsook op het CBS (centraal camerabeheersysteem).

 

Een belangrijk voordeel van samenwerken met s-Lim is dat er kan gebruikt gemaakt worden van de nog beschikbare 'trekkingsrechten' (financiële restmiddelen van het voormalige Infrax). Heusden-Zolder heeft in deze context nog een trekkingsrecht van 499.372,60 euro.

Via deze trekkingsrechten kan er een permanent camerasysteem in het winkelgebied Cité geïnstalleerd worden zonder een rechtstreekse financiële impact op het meerjarenbudget van de gemeente.

 

Om de samenwerking met S-Lim te kunnen starten zijn er een aantal formele vereisten:

         er is een specifiek besluit van de gemeenteraad vereist

         er is een goedkeuring van een samenwerkingsovereenkomst vereist

 

Het vervullen van de formele vereisten heeft enkele consequenties:

         Na de goedkeuring door de gemeenteraad moet de gemeente alle toekomstige cameraprojecten via S-Lim laten verlopen, ook wanneer het bedrag uit de pot trekkingsrechten opgebruikt is. Dit heeft een impact op de huur van tijdelijk vaste camera's alsook voor de aankoop van vaste installaties. Contracten voor de huur en aankoop van camera's die voor de goedkeuring door de gemeenteraad werden aangegaan blijven wel geldig.

         De garantie op de installaties is beperkt tot 2 jaar

De overeenkomst gaat ruimer dan louter bewakingscamera's. In de samenwerkings- overeenkomst worden eveneens technologie, IT-infrastructuur alsook software- toepassingen ten behoeve van cameraprojecten vermeld.

De samenwerking met s-Lim biedt een belangrijk financieel voordeel voor de gemeente maar ook enkele consequenties zoals hierboven beschreven.

 

Financiële gevolgen

Uitgaven:

Geraamde uitgaven via s-Lim: 448.305 euro

Ontvangsten:

Beschikbare trekkingsrechten bij s-Lim: 499.372,50 euro

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bevestigt de beheersoverdracht aan de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg inzake de activiteit zoals omschreven in artikel 3 A. 5. onderdeel 5.5. van de statuten en bijgevolg tevens de uitbreiding van de aansluiting van de gemeente bij de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg voor deze activiteit uitdrukkelijk te bevestigen.

Artikel 2:

Ingevolge de beslissingen genomen in artikel 1 wordt de activiteit zoals omschreven in 3 A. 5. onderdeel 5.5. van de statuten toevertrouwd aan Fluvius Limburg die - door middel van haar werkmaatschappij Fluvius - hiervoor een beroep kan doen op haar dochtervennootschap s-Lim cv, wat mogelijk is overeenkomstig artikel 3 B van de statuten. 

Artikel 3:

De gemeenteraad verzoekt de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg de in de artikelen 1 en 2 genomen beslissingen te formaliseren op de eerstvolgende algemene vergadering.

Artikel 4:

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst, zoals gevoegd bij dit besluit, met s-Lim.

Artikel 5:

De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van voormelde beslissingen alsook kennisgeving hiervan te verrichten aan de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie) op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be

 

Bijlagen

1. samenwerkingsovereenkomst s-Lim

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.18.

Welzijn - actualiseren subsidieovereenkomst Art 27 vzw - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

         goedkeuring overeenkomst Art 27 vzw gemeenteraad 12 december 2019

 

Feiten en context

Het gemeentebestuur heeft in kader van de uitvoering van het gemeentelijk meerjarenplan een subsidie overeenkomst met Art 27 vzw - Het Berenhuis voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

We onderscheiden twee hoofddoelen in de opdracht:

Aanbieden en ontwikkelen van methodieken in kader van de Nederlandse taalverwerving zowel voor de brede bevolking als naar specifieke doelgroepen uit Heusden-Zolder. Positieve beeldvorming en ontmoeting nemen hierbij een centrale rol in.

Uitvoeren van activiteiten zowel naar de brede bevolking als naar specifieke doelgroepen uit Heusden-Zolder toe in kader van de universele verklaring van de rechten van de mens om deze universele rechten in de kijker te plaatsen en/of activiteiten in kader van de realisatie van de SDG’s.

 

De overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd door het gemeentebestuur op basis van de rapportage van de vzw. Jaarlijks wordt een tussentijds overleg gepland waarin de evaluatie van het vorige jaar en de planning van het volgende jaar besproken wordt om de opdracht waar te maken en de doelstellingen te bereiken.

Bovendien vindt jaarlijks één overlegmoment plaats waarin het jaarplan geactualiseerd kan worden.

 

De financiering van de opdracht is voorzien in het gemeentelijk meerjarenplan 2020-2025.

Het gemeentebestuur stelt jaarlijks een budget van € 25.000,00 ter beschikking.

 

Argumentatie

Rekening houdend met input van de medewerkers team welzijn en Art 27 vzw én bijkomende noden willen we graag de subsidieovereenkomst voor de periode 2023-2025 actualiseren zodat meer procesmatig gewerkt kan worden.

 

Financiële gevolgen

Uitgaven:

Registratiesleutel: 0944-99/64910000

Geraamde uitgave: jaarlijks € 25.000

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beëindigt in onderling akkoord de huidige subsidieovereenkomst 2020-2025 met Art 27 vzw op 31 december 2022.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt de nieuwe geactualiseerde subsidieovereenkomst met Art 27 vzw, zoals bijgevoegd, goed voor de periode 2023-2025.

 

Bijlagen

1. subsidieovereenkomst Art 27 vzw 2023-2025

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.19.

Welzijn - actualisatie GAS-reglement - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         de nieuwe gemeentewet artikel 119, 119 bis en 135§2

         het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41, inzonderheid op de artikels 2 en 41§2,2°

         de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen

         de wet van 19 juli 2013 betreffende de wijziging van de wet van 8 april 1965 inzake jeugdbescherming en latere wijzigingen

         het decreet van 23 december 2011 betreffende duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid afdeling 3 huishoudelijke afvalstoffen artikel 26 tot en met artikel 28

         het KB van 21 december 2013 betreffende het protocolakkoord in het kader van de GAS-wet en latere wijzigingen

         het KB van 21 december 2013 betreffende de sanctionerend ambtenaar en de latere wijzigingen

         het KB van 21 december 2013 betreffende de vaststellers en latere wijzigingen

         het KB van 21 december 2013 betreffende het GAS-register en latere wijzigingen

         het KB van 28 januari 2014 betreffende de bemiddeling in het kader van de GAS-wet en de latere wijzigingen

         het KB van 9 maart 2014 betreffende inbreuken op stilstaan en parkeren en de borden C3 en F103 en de latere wijzigingen

         het KB van 19 juli 2018 betreffende de identificatiekaart bij voertuigbestuurders

         KB van 1 april 2022 betreffende toekenning subsidies GAS-bemiddeling aan steden en gemeenten

         het besluit van de Vlaamse regering 7 januari 2008 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen en van 28 januari 2000 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Gescheiden Inzameling Bedrijfshal van Kleine Ondernemingen

         het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), gewijzigd bij het besluit van 4 mei 2012

         VLAREMA van 17 februari 2012 artikel 5.3.12 - zoals gewijzigd - betreffende het gebruik van cateringmateriaal

         het MB van 5 september 2014 betreffende het model van identificatiekaart voor GAS-vaststellers

         de omzendbrief COL1/2006 van 30 januari 2014 van het college van procureurs-generaal betreffende instructies over de nieuwe GAS-wet

         de omzendbrief van 22 juli 2014 betreffende de uitleg bij de nieuwe GAS-regelgeving

         de omzendbrief recyclagepark asbestcement van 18 december 2020 betreffende de wijze van inzameling van asbestcement op de recyclageparken

         besluit van de gemeenteraad van 16 december 2021 goedkeuring GAS-reglement

 

Feiten en context

Sedert 1 januari 2020 is het systeem van de gemeentelijke administratieve sancties van toepassing op het grondgebied van Heusden-Zolder.

Hiervoor is er een samenwerking met:

         de provinciaal sanctionerend ambtenaar

         de GAS-bemiddelaar vanuit POD Maatschappelijke Integratie

         Het Parket Limburg voor de protocolakkoorden

 

Na quasi 3 jaar toepassing kan er geconcludeerd worden dat de inhoud -algemeen genomen- voldoende toereikend bevonden wordt door zowel de GAS-vaststellers (gemeentelijke en lokale politie) als door zij die op basis hiervan beoordelen (provinciaal sanctionerend ambtenaar, GAS-bemiddelaar en Parket Limburg).

Desondanks is het toch wenselijk om een beperkt aantal elementen toe te voegen / te wijzigen.

 

Argumentatie

er zijn verschillende redenen voor de onderstaande aanpassingen:

         meer duidelijkheid voor de burger;

         een sterkere juridische afdekking;

         er bleken een beperkt aantal hiaten te zijn in enkele toepassingsgebieden;

         invullen van het hiaat kamerreglement.

 

Volgende toevoegingen en wijzigingen worden aan het reglement voorzien:

 

GAS1: OVERLAST

LUIK 5: GELUIDSOVERLAST => WIJZIGINGEN

Duiding:

Geen inhoudelijke wijzigingen, louter een aangepaste artikelnummering (artikel 5.6 t.e.m. 5.11).

 

LUIK 7: OPENBARE EN PRIVATE NETHEID, VEILIGHEID EN GEZONDHEID VAN GEBOUWEN EN WONINGEN => WIJZIGINGEN EN TOEVOEGINGEN

Artikel 7.6.bis.

Duiding:

Dit is een toegevoegd artikel.

 

Naar aanleiding van een casus uit het werkveld blijkt dat er in het huidige  GAS-reglement geen afdoende GAS-artikel is om situaties waarbij er sprake is van pertinente geurhinder ten gevolge van opslag van afval te gaan handhaven. We spreken dan over situaties waarbij de opslag eerder chronisch en duidelijk omvangrijk is. Een aanvulling van dit bis-artikel is dan ook aangewezen.

 

Artikel 7.10 & artikel 7.11

Duiding:

Aanvulling van artikelnummering.

 

LUIK 8. AFVALSTOFFEN & GEURHINDER => SCHRAPPINGEN

Artikel 8.38

Duiding:

De eerste twee paragrafen zijn overbodig.

 

Artikel 8.39

Duiding:

Dit artikel is overbodig.

 

LUIK 10. HORECA => WIJZIGINGEN 1 TOEVOEGINGEN

Artikels 10.2; 10.3; 10.6 & 10.8

Duiding:

Het algemeen geldende GAS-reglement luik 'horeca' is sterk, echter, enkele toevoegingen kunnen het geheel slagkrachtiger maken.

 

Overzicht van alle (rechts)personen - sociale zekerheid:

Horecazaken dienen steevast in overeenstemming te zijn met de regelgeving van de sociale zekerheid. De praktijk bewijst echter dat dit niet altijd het geval is, getuige hiervan zijn de diverse inbreuken die vastgesteld werden tijdens de flexacties. Door het opvragen van de vereiste documenten wordt het signaal gegeven om steevast in overeenstemming te zijn met de geldende regelgeving. Bovendien kunnen er op basis van de documenten gerichte flexacties plaatsvinden die bijdragen aan het creëren van een gelijk speelveld voor de horecazaken in Heusden-Zolder.

 

Bestuurlijke maatregel of GAS-toepassing:

De gemeenten zijn belast met de vrijwaring van de openbare orde ten voordele van haar inwoners. Zodoende is dergelijk onderzoek van dermate belang om de openbare orde te vrijwaren. Het is namelijk aannemelijk dat uitbaters van horecazaken die reeds het voorwerp waren van een bestuurlijke maatregel en/of gemeentelijke administratieve sancties zullen uitwijken naar naburige gemeenten. Hierdoor zijn gemeenten zich ervan bewust om de bestuurlijke handhaving, waarbinnen dit onderzoek past, uit te bouwen. Dergelijk onderzoek zal de toekenning van de horecavergunning niet voorkomen, maar wel kunnen hierdoor voorwaarden worden gekoppeld aan de horecavergunning.

 

Uittreksel van het strafregister:

De horecazaken die over een horecavergunning beschikken dienen te allen tijde te voldoen aan modaliteiten van de horecavergunning. Een van de voorwaarden is om tijdens de drie voorgaande jaren geen veroordelingen te hebben opgelopen wegens een inbreuk op de wet op het racisme en/of xenofobie; drugwetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten tijdens een tussenkomst, controle of interventie in of rond de horecazaak. Het lokaal bestuur is reeds belast met het toezicht op de naleving van de modaliteiten van de horecavergunning. In dat kader is het logisch om aan hen de mogelijkheid toe te kennen om een vernieuwd uittreksel van het strafregister op te vragen.

 

LUIK 16. KAMERREGLEMENT => TOEVOEGINGEN

Volledig nieuw 'luik'

Duiding:

Heusden-Zolder kent op haar grondgebied tientallen verhuurde kamers. Dit luik invoegen laat toe om kamers toe te laten binnen een duidelijk gericht kader. Dit komt de veiligheid voor de gebruiker / huurder ten goede, alsook worden de verantwoordelijkheden voor de verhuurders / eigenaars op scherp gesteld. Het door de gemeenteraad goedgekeurde kamerreglement van 30 juni 2022 en het reglement inzake de brandveiligheid voor studenten- en kamerwoningen, dat door de gemeenteraad is goedgekeurd op 27 augustus 2020, worden als een integraal luik in het GAS-reglement geïncorporeerd.

 

GAS-OVEREENKOMSTEN: GAS-BEMIDDELING

Met de invoering van de toepassing GAS (1 januari 2020) in Heusden-Zolder werd er meteen gekozen voor de bijkomende optie: de GAS-bemiddeling. Deze rol wordt opgenomen door de GAS-bemiddelaar gesubsidieerd vanuit de POD Maatschappelijke Integratie, aangesteld vanuit de stad Sint-Truiden. Vanuit deze wordt een hernieuwde overeenkomst geïnitieerd. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen, de tarieven pro rata GAS-bemiddelingsdossiers werden geactualiseerd.

In het werkjaar 2021 bedroeg de kost 2.693,87 euro. Er worden geen aanzienlijke prijsstijgingen verwacht gezien het aantal GAS-dossiers bij benadering stabiel is, bijkomend blijft sowieso een belangrijk deel van de loonkost ondervangen via de subsidie vanuit de POD Maatschappelijke Integratie. De gewijzigde bedragen ingesteld zullen dan ook een beperkte impact kennen.

 

Wijzigingen & toevoegingen algemeen:

De wijzigingen en toevoegingen werden besproken in de interne werkgroep GAS. Vanuit het team welzijn | preventie en politie worden de voorgestelde wijziging en toevoegingen nodig geacht ter optimalisatie van het bestaande GAS-reglement.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad heft het GAS-reglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2021 op, dit met ingang vanaf 1 januari 2023.

Artikel 2:

De algemene bestuurlijke politieverordening van 7 juli 1983, artikel 21 betreffende de logementshuizen wordt opgeheven op 31 december 2024. De vergunningen die eerder verleend werden met toepassing algemene bestuurlijke politieverordening van 7 juli 1983, vervallen eveneens op 31 december 2024. Nieuwe aanvragen betreffende 'kamers' zoals bedoeld in luik 16 (GAS-reglement invoegetreding 1 januari 2023) worden beoordeeld op basis van dit GAS-reglement.

Artikel 3:

De gemeenteraad keurt het geactualiseerd GAS-reglement, zoals bijgevoegd, goed met de invoegetreding vanaf 1 januari 2023. Dit GAS-reglement is van toepassing voor rechtspersonen en natuurlijke personen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt.

 

Bijlagen

1. GAS-reglement invoegetreding 1 januari 2023.

2. Hernieuwde samenwerkingsovereenkomst GAS-bemiddeling Heusden-Zolder - Stad Sint-Truiden & POD M.I.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

OZ.20.

Personeel en HR - GABK - wijziging arbeidsreglement - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

         de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

         de wet van 19 december 1974 tot regeling van de relaties tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

         de wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

         het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 betreffende de personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs

         het decreet van 2 april 2004 betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad

 

Feiten en context

Op voorstel van de directie werd het arbeidsreglement voor de gemeentelijke academie voor beeldende kunsten aangepast aan de regelgeving en afgestemd op onze academie.

 

Adviezen

Na de onderhandelingen in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité op 26 oktober 2022 werd een protocol voor akkoord ondertekend.

 

Argumentatie

Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur.

 

Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs, moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.

 

Het decreet rechtspositie en het decreet DKO laten voldoende ruimte om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

 

Artikel 1: 

De gemeenteraad beslist om het bestaande arbeidsreglement goedgekeurd dd. 17 december 2020, op te heffen.
 

Artikel 2:  

De gemeenteraad beslist om het gewijzigde arbeidsreglement in bijlage voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke academie voor beeldende kunsten goed te keuren vanaf heden.

 

Artikel 3: 

Een afschrift van dit besluit en van het gewijzigde arbeidsreglement wordt ter kennisgeving  bezorgd door de directie aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke academie voor beeldende kunsten.

 

Artikel 4: 

Een afschrift van dit besluit wordt ter kennisgeving bezorgd aan de Arbeidsinspectie, Toezicht op de sociale wetten.

 

Bijlagen

Bijlage 1: het arbeidsreglement gemeentelijke academie voor beeldende kunsten met ingang vanaf 15 december 2022

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.21.

Personeel en HR - GABK - professionaliseringsplan - goedkeuring

 

 

MOTIVERING

Juridische gronden

         decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

         het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 betreffende de personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs

 

Feiten en context

Elk schooljaar moet een professionaliseringsplan opgesteld worden waarin de visie en de doelstellingen wat betreft de vorming van de personeelsleden uitgelegd wordt met daarbij alles wat met professionalisering tijdens het schooljaar te maken heeft zowel collectief als individueel.

 

Adviezen

Op 26 oktober 2022 werd een protocol voor akkoord opgesteld tijdens de onderhandelingen met de vakbonden voor het professionaliseringsplan van de academie.

 

Argumentatie

Navorming en professionalisering zijn nodig om de goede kwaliteit te bewaken van het onderwijs in onze academie.

 

De vorming kan zowel op pedagogisch vlak als vakbekwaamheid.

 

BESLUIT

eenparig aangenomen.
 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het professionaliseringsplan in bijlage goed voor het schooljaar 2022-2023 voor onze gemeentelijke academie voor beeldende kunsten.

 

Artikel 2:

Het professionaliseringsplan wordt ter beschikking gesteld aan alle personeelsleden via de gebruikelijke kanalen.

 

Bijlagen

professionaliseringsplan voor het schooljaar 2022-2023 voor de gemeentelijke academie voor beeldende kunsten

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023
Overzicht punten

OZ.22.

Secretariaat en juridische zaken - varia

 

Conform het huishoudelijk reglement hebben de raadsleden het recht om aan het einde van de openbare zitting, na afhandeling van de agenda, vragen te stellen over aangelegenheden van het lokaal bestuur.

Raadslid Jan Jans krijgt het woord en vraagt wat er met de aankoop van een huis en twee café's in de buurt van de Koolmijnlaan gaat gebeuren. Inmiddels zou de ontharding van de Koolmijnlaan niet doorgaan.

Schepen Isabelle Thielemans antwoordt hierop dat in het meerjarenplan een post is voorzien voor de afbraak van de woning. Het bezoek van minister Demir kaderde in Mijn Mangelbeek en er is een studie lopende over mobiliteit in dat gebied naar aanleiding van het participatiemoment.

Voorzitter Mario Borremans vermeldt dat de ontharding naar aanleiding van het participatiemoment zal uitgebreid worden naar een ruimer gebied. Er is een bijkomende studieopdracht nodig om het Voortplein samen met de ontharding Koolmijnlaan te bekijken.

Raadslid Jan Jans merkt op dat in het voorjaar van 2023 het project niet van start zal gaan.

Schepen Lode Schops antwoordt dat omwille van de verkeersproblematiek gevraagd is om niet alleen de Koolmijnlaan, maar ook het Voortplein te betrekken bij het project.

 

Raadslid Herwig Hermans krijgt het woord en zegt dat de veiligheid van ICT-systemen een probleem is bij steden en gemeenten ingevolge heel specifieke aanvallen. Genk en Hasselt stonden op lijsten van hackers en zij hebben voorzorgsmaatregelen genomen. Hebben we hier ook voorzorgsmaatregelen genomen?

Hierop antwoordt schepen Dirk Schops dat er heel wat voorzorgsmaatregelen genomen zijn na de verwittiging begin dit jaar. We volgen de updates van minister Somers. Er wordt stevig aan gewerkt om hier gepast op in te spelen.

Raadslid Herwig Hermans laat weten dat, als er behoefte is om hierover een commissie in te richten, hij hier graag aan wil meewerken.

 

Raadslid Ann Leyssens krijgt het woord en meldt dat ze nog geen antwoord heeft ontvangn op haar vraag in verband met camera's.

Hierop antwoordt voorzitter Mario Borremans dat hij het antwoord heeft gezien en er voor zorgt dat zij het ontvangt.

 

Raadslid Steven Goris krijgt het woord en was verbaasd over de cijfers van spijbelaars die raadslid Anny Jaspers vorige maand aanhaalde. Hij heeft de cijfers nagetrokken via de journalist en de cijfers kloppen. Maar het probleem doet zich weinig voor. Navraag bij het project 'Groei' leert dat ze daar kinderen begeleiden die niet veel naar school gaan. Volgende week is het LOP en daar zal de problematiek geagendeerd worden. Hij hoopt dat de meerderheid dit serieus neemt en een vergadering belegt met cluseter Samenleving om maatregelen te nemen om mensen aan te sporen hun kinderen naar school te brengen.

Voorzitter Mario Borremans antwoordt hierop dat de cijfers betrekking hebben op het secundair onderwijs. De afwezigheid wordt hoger naarmate de leerlingen verder van school wonen.

Raadslid Steven Goris zegt dat de cijfers een gemiddelde zijn en ook cijfers in het buitengewoon onderwijs opgenomen zijn.

Schepen Marleen Hoydonckx antwoordt dat de cijfers nauw worden opgevolgd.

Raadslid Annette Palmers krijgt het woord en zegt dat het CLB en LOP dit opvolgen voor het lager onderwijs. Er worden gesprekken aangegaan met de ouders waarvan de kinderen niet naar school gaan.

Raadslid Anny Jaspers merkt op dat het wel cijfers van het basisonderwijs zijn.

Voorzitter Mario Borremans zegt dat dit niet klopt.

 

 

Publicatiedatum: 27/01/2023